Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ABB ACS50 Gebruikershandleiding pagina 11

Inhoudsopgave

Advertenties

Aanvullende informatie
Nr
Naam
Informatie
1
NOM
Bepaalt de nominale motorfrequentie (zie typeplaatje van de motor).
FREQ Hz
2
SILENT
Bepaalt de schakelfrequentie van de omvormer. Opmerking: Hoe hoger de frequentie, des te
meer elektromagnetische ruis en des te korter de toegestane motorkabellengte om te voldoen
aan de Europese EMC-regelgeving. Zie
schakelfrequentie past zich aan aan de temperatuur van de ACS50.
3
LOAD
Optimaliseert de uitgangsspanning en frequentiekarakteristieken alnaargelang de belasting.
Selecteer P&F voor het kwadratisch koppel (bijvoorbeeld pompen en ventilatoren) en CT voor
de constant koppel toepassingen (bijvoorbeeld transportbanden). De ACS50 voert automatisch
de startspanning 10% op om de motorverliezen te compenserten en het startkoppel te
verhogen.
4
JOG Hz
Bepaalt de jog-frequentie. Activeer de jog-functie door 12...24 VDC aan te sluiten op digitale ingang 3 ("JOG").
(Omvormer accelereert of decelereert tot de jog-frequentie, en blijft daar totdat de ingang uitgeschakeld wordt.)
5
RELAY
Selecteert de omvormer-status die het normaal open contact van de relaisuitgang aangeeft. FLT = Fout. Contact is
open bij een fout status of een voeding-uitgeschakeld status. RUN = In bedrijf. Contact is gesloten bij in bedrijf zijn.
6
AI
Activeert een living zero bewaking voor de analoge ingang. 4 mA (2 V) = ACS50 valt in fout als de waarde onder de
OFFSET
limiet daalt. Zie
7
AUTO-
Activeert de automatische reset-functie voor de volgende fouten: onderspanning, overspanning, analoge
RESET
ingangsverlies. ON = ACS50 zal proberen automatisch te resetten drie seconden nadat er een fout opgetreden is.
Het maximum aantal resets is tien in drie minuten. Als dit overschreden wordt, zal de ACS50 stoppen en geen
nieuwe reset meer proberen. Zie ook
Waarschuwing! Als het startsignaal actief is, zal de motor gestart worden na een reset. Zorg er voor dat dit geen
gevaar zal veroorzaken.
8
HI FREQ
Bepaalt de maximale uitgangsfrequentie. OFF: Max. frequentie = waarde gedefinieerd door de NOM FREQ HZ
switch. ON: Max. frequentie = waarde gedefinieerd door de NOM FREQ HZ switch + waarde van de HI FREQ
potentiometer. Zie
Technische gegevens
Toerentalregeling
op pagina
Status-indicaties en foutopsporing
Besturings-potentiometers
op pagina 18. Opmerking: De
16
voor informatie over schaling van analoge ingang.
op pagina 12.
U
10%
op pagina 17.
11
U
N
CT
P&F
f
f
N

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave