10
|
Onderhoud en service
10 Onderhoud en service
In dit hoofdstuk
10.1 Onderhoud na een lange periode van stilstand
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
38
OPMERKING
Voer NOOIT zelf een inspectie van of servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag
hier een erkend servicetechnicus voor.
WAARSCHUWING
Vervang NOOIT een zekering door een zekering met een andere waarde of andere
draden als een zekering is doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad
kan een uitval van de unit of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de luchtinlaat of -uitlaat.
Verwijder de ventilatorafscherming NIET. Wanneer de ventilator met hoge snelheid
draait, zou dit letsels veroorzaken.
VOORZICHTIG: Kijk uit voor de ventilator!
De unit inspecteren met een draaiende ventilator is gevaarlijk.
Schakel de hoofdschakelaar altijd uit alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te
voeren.
VOORZICHTIG
Controleer na langdurig gebruik of de staander en bevestiging niet beschadigd zijn.
Bij beschadiging dreigt de unit te vallen en letsel te veroorzaken.
OPMERKING
Veeg het bedieningspaneel van de controller NIET af met benzine, thinner,
reinigingsdoeken met chemische producten, enz. Het paneel kan verkleuren of de
coating kan afschilferen. Dompel bij een sterk vervuild bedieningspaneel een doek in
met water verdund neutraal detergent, wring de doek goed uit en veeg er dan het
paneel mee schoon. Veeg het daarna af met een andere droge doek.
10.1
10.2
10.3
Over het koelmiddel ...............................................................................................................................................................
10.4
Dienst-na-verkoop en garantie...............................................................................................................................................
10.4.1
Garantieperiode .....................................................................................................................................................
10.4.2
10.4.3
10.4.4
Bijvoorbeeld aan het begin van het seizoen.
▪
Controleer en verwijder alles dat de inlaat- en uitlaatopeningen van de binnen-
en buitenunits zou kunnen blokkeren.
▪
Reinig de luchtfilters en behuizingen van de binnenunits. Neem contact op met
uw installateur of onderhoudspersoon om de luchtfilters en buitenkant van de
binnenunit schoon te maken. Tips voor het onderhoud en procedures voor het
38
39
39
40
40
40
40
41
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20U7Y1B
VRV IV+ warmtepomp
4P546228-1B - 2020.10