20.3.2 Mogelijke comfortinstellingen
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20U7Y1B
VRV IV+ warmtepomp
4P546228-1B – 2020.10
De selectiemethode van de binnenunits is belangrijk omdat de beschikbare
capaciteit niet dezelfde is als bij basisgebruik.
Gelieve contact op te nemen met uw dealer voor meer informatie over Hi-sensible
toepassingen.
Om dit te activeren in...
Koelen
Verwarmen
[2‑8]
3
4
5
6
7
[2‑9]
1
3
Voor elk van de voorgaande standen kan een comfortniveau worden geselecteerd.
Het comfortniveau houdt verband met de timing en de inspanning
(energieverbruik) om een bepaalde kamertemperatuur te bereiken door de
koelmiddeltemperatuur
omstandigheden sneller te bereiken.
Krachtig
Overshoot (bij verwarmen) of undershoot (bij koelen) is toegestaan ten opzichte
van de gevraagde koelmiddeltemperatuur om zo de vereiste kamertemperatuur
heel snel te bereiken. Overshoot is toegestaan vanaf het opstarten.
▪
Bij het koelen mag de verdampingstemperatuur, afhankelijk van de situatie,
tijdelijk tot 3°C dalen.
▪
Bij het verwarmen mag de condensatietemperatuur, afhankelijk van de situatie,
tijdelijk tot 49°C stijgen.
▪
Wanneer de vraag van de binnenunits afneemt, gaat het systeem over naar een
stabiele toestand, bepaald door de bovenstaande werkingsstand.
Om dit te activeren in...
Koelen
stel [2‑8] in op de waarde die
overeenstemt met de vereisten van het
voorontworpen systeem met een Hi-
sensible oplossing.
stel [2‑9] in op de waarde die
overeenstemt met de vereisten van het
voorontworpen systeem met een Hi-
sensible oplossing.
tijdelijk
te
veranderen
[2‑81]=3.
Deze instelling wordt gebruikt in
combinatie met instelling [2‑8].
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
20
Configuratie
|
Verander...
T
-streefwaarde (°C)
e
7
8
9
10
11
T
-streefwaarde (°C)
c
41
43
om
zo
de
gevraagde
Verander...
145