23 Onderhoud en service
In dit hoofdstuk
23.1 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud
23.1.1 Elektrische gevaren voorkomen
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20U7Y1B
VRV IV+ warmtepomp
4P546228-1B – 2020.10
OPMERKING
Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een
servicetechnicus.
Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. De geldende wetgeving
kan evenwel kortere onderhoudsintervallen vereisen.
OPMERKING
De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde broeikasgassen vereist dat
de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO
equivalent.
Formula om de hoeveelheid in CO
koelmiddel × totale koelmiddelvulling [in kg] / 1000
23.1
Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud............................................................................................................................. 159
23.1.1
Elektrische gevaren voorkomen ............................................................................................................................ 159
23.2
Over de servicestand .............................................................................................................................................................. 160
23.2.1
Gebruik van de vacuümstand ................................................................................................................................ 160
23.2.2
Koelmiddel aftappen.............................................................................................................................................. 160
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
OPMERKING: Risico van elektrostatische ontlading
Vooraleer met onderhouds- of servicewerkzaamheden te beginnen, raak een
metalen onderdeel van de unit aan om statische elektriciteit af te voeren en de
printplaat te beschermen.
Bij service aan inverter-apparatuur:
1 Wacht na het uitschakelen van de voeding nog 10 minuten om het deksel van
de kast met elektrische componenten te openen.
2 Meet de spanning tussen de klemmen op de klemmenstrook voor de voeding
met een tester en controleer of de voeding is uitgeschakeld. Meet verder de
punten op de afbeelding met een tester en controleer of de spanning van de
condensator in het hoofdcircuit minder dan 50 V DC bedraagt. Als de gemeten
spanning nog altijd meer dan 50 V DC bedraagt, ontlaad de condensatoren
dan op een veilige manier met behulp van een specifieke pen voor het
ontladen van condensatoren om vonken te voorkomen.
23
Onderhoud en service
|
-equivalent te berekenen: GWP-waarde
2
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
-
2
159