19
|
Elektrische installatie
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
116
WAARSCHUWING
▪
Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde nulfase heeft, Kan de
apparatuur defect raken.
▪
Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een
piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding
kan elektrische schokken veroorzaken.
▪
Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪
Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders, zodat deze NIET in contact
kan komen met scherpe randen of buizen, vooral langs de hogedrukzijde.
▪
Gebruik GEEN draden met tape, geen gevlochten geleiders, geen verlengkabels
en geen aansluitingen van een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen voor
oververhitting of elektrische schokken of brand veroorzaken.
▪
Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat deze unit een inverter
bevat. Een fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties en kan
ongevallen veroorzaken.
VOORZICHTIG
Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit.
OPMERKING
De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze voor lage spanning moet
minstens 50 mm bedragen.
OPMERKING
Zet de unit NIET aan vooraleer de koelmiddelleiding voltooid is. Als de unit in bedrijf
wordt gesteld voordat de leidingen gereed zijn, dan zal de compressor stukgaan.
OPMERKING
Bij een ontbrekende of verkeerde N-fase in de voeding, zal het systeem niet werken.
OPMERKING
Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat deze unit een inverter bevat.
Een fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties en kan ongevallen
veroorzaken.
OPMERKING
Verwijder NOOIT een thermistor, sensor, enz. wanneer u de voedingsbedrading en
transmissiebedrading aansluit. (Als u de unit zonder thermistor, sensor, enz.
gebruikt, kan de compressor defect raken.)
OPMERKING
▪
De bescherming van dit product tegen omgekeerde polariteit werkt alleen bij het
opstarten van het product. Eventuele omgekeerde polariteit wordt dus niet
gedetecteerd tijdens de normale werking van het product.
▪
De bescherming tegen omgekeerde polariteit dient om het product uit te
schakelen wanneer het zich bij het opstarten ongewoon gedraagt.
▪
Vervang 2 van de 3 fasen (L1, L2 en L3) wanneer het beveiligingscircuit tegen
omgekeerde polariteit is geactiveerd.
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20U7Y1B
VRV IV+ warmtepomp
4P546228-1B – 2020.10