20
|
Configuratie
20 Configuratie
In dit hoofdstuk
20.1 Overzicht: Configuratie
20.2 Lokale instellingen uitvoeren
20.2.1 Over lokale instellingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
128
20.1
Overzicht: Configuratie........................................................................................................................................................... 128
20.2
Lokale instellingen uitvoeren ................................................................................................................................................. 128
20.2.1
Over lokale instellingen.......................................................................................................................................... 128
20.2.2
20.2.3
20.2.4
Stand 1 of 2 activeren ............................................................................................................................................ 131
20.2.5
Gebruik van stand 1 ............................................................................................................................................... 132
20.2.6
Gebruik van stand 2 ............................................................................................................................................... 132
20.2.7
Stand 1: Controle instellingen................................................................................................................................ 134
20.2.8
Stand 2: Lokale instellingen ................................................................................................................................... 136
20.2.9
20.3
20.3.1
20.3.2
Mogelijke comfortinstellingen ............................................................................................................................... 145
20.3.3
20.3.4
20.4
20.4.1
20.4.2
Handmatige lektest uitvoeren ............................................................................................................................... 150
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten om het
systeem na de installatie te configureren.
Het bevat informatie over:
▪
Lokale instellingen uitvoeren
▪
Energie besparen en optimale werking
▪
Met behulp van de lekdetectiefunctie
INFORMATIE
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit hoofdstuk achtereenvolgens
leest en dat het systeem gepast wordt geconfigureerd.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Om verder te gaan met de configuratie van het VRV IV-warmtepompsysteem, is
een input naar de printplaat van de unit vereist. In dit hoofdstuk vindt u informatie
over manuele inputs door middel van de drukknoppen/DIP-schakelaars op de
printplaat en de feedback op de 7-segmentendisplays.
De instellingen worden ingevoerd in de master-buitenunit.
Naast het uitvoeren van lokale instellingen, kunnen ook de actuele
bedrijfsparameters van de unit worden bevestigd.
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20U7Y1B
VRV IV+ warmtepomp
4P546228-1B - 2020.10