TYPISCH
1. Bekerhouders
OPMERKING: Gebruik alleen pas-
sende bekers, een te kleine beker
kan omvallen en tussen de voeten
terecht komen. Gebruik de beker-
houders niet terwijl u in moeilijke
omstandigheden rijdt.
3) Handgrepen passa-
giers
De voorpassagier heeft toegang tot
handgrepen op de console vooraan
het opbergvak.
De achterpassagiers hebben toe-
gang tot handgrepen aan de achter-
zijde van de voorstoelen.
TYPISCH
1. Handgrepen voorpassagier
2. Handgrepen achterpassagiers
Wanneer de passagiers de handgre-
pen vasthouden, kunnen zij zich
schrap zetten tegen de beweging
van het voertuig en de handen in
de cockpit houden indien het voer-
tuig zou kantelen.
WAARSCHUWING
Gebruik nooit enig onderdeel
van de kooi van het voertuig als
handgreep. De handen kunnen
geraakt worden door objecten
buiten de cockpit of verpletterd
worden bij kantelen.
4) Bergvakken
Het voertuig is uitgerust met berg-
vakken, bedoeld om lichte objecten
te dragen.
Opbergvak (bestuurderskant)
Achter de multifunctionele meter
bevindt zich een opbergvak.
TYPISCH
1. Bergvak
2. Handschoenkastje
Handschoenkastje
(passagierskant)
Aan de passagierskant bevindt zich
een opbergvak.
UITRUSTING
87