BASISPROCEDURES
Zie INRIJPERIODE voor informatie
over de inrijperiode van de aandrijf-
riem.
Hoog toerental
Hoog is het standaardrijbereik.
Elektronische
aandrijfriembescherming (indien
op uw model beschikbaar en
ingeschakeld)
Bij sommige voertuigen is de elek-
tronische
aandrijfriembeveiliging
ingeschakeld.
Neem contact op met uw erkende
Can-Am-dealer voor beschikbaar-
heid en mogelijke inschakeling.
De functie wordt actief bij het rij-
den met lage snelheid bij hoog
toerental, zoals in de volgende si-
tuaties:
-
Trekken
-
Duwen
-
Een lading vervoeren
-
4x4-toepassingen
-
Modderplekken
-
Watergaten
-
Hindernissen nemen
-
Een aanhangwagen op rijden
-
Bergop rijden
In de bovenvermelde situaties helpt
de elektronische aandrijfriembe-
scherming de CVT-riem te bescher-
men tegen schade door het inscha-
kelen van de motorkoppelbeperker.
De oranje !" knippert en op de
meter wordt tevens de melding
LOW GEAR (LAGE VERSNELLING)
weergegeven, wat de bediener
vraagt het voertuig stil te zetten en
in LAGE VERSNELLING te zetten.
Als
de
a a n d r i j f r i e m b e s c h e r m i n g
ingeschakeld is, MOET u naar het
LAGE bereik schakelen. Raad-
pleeg GEBRUIK DE SCHAKELHEN-
DEL .
102
elektronische
WAARSCHUWING
Gebruik de rem om het voertuig
stil te zetten. Plaats de schakel-
hendel in achteruit (R) en rijd
achteruit de heuvel af. Laat
hierbij de remmen amper los
en blijf aan een lage snelheid
rijden. Probeer niet om te keren.
Rijd nooit een heuvel af met de
motor in neutraal. Ga niet hard
op de rem staan. Dit verhoogt
het risico op kantelen.
De motor uitzetten en
het voertuig parkeren
WAARSCHUWING
Vermijd parkeren op een steile
helling. Het voertuig kan wegrol-
len.
WAARSCHUWING
Om te vermijden dat het voer-
tuig wegrolt, gebruikt u de
PARKEER-stand altijd wanneer
het voertuig gestopt is of gepar-
keerd staat.
WAARSCHUWING
Vermijd parkeren op plaatsen
waar de hete onderdelen brand
kunnen veroorzaken.
Zet de schakelhendel altijd in de
parkeerstand als u gestopt bent of
geparkeerd staat. Dit is vooral be-
langrijk wanneer u op een helling
parkeert. Op erg steile hellingen of
als het voertuig geladen is, moeten
de wielen worden geblokkeerd met
stenen of bakstenen.
Kies het vlakste terrein om het
voertuig te parkeren.
Laat het gaspedaal los en gebruik
de remmen om het voertuig volle-
dig te stoppen.