7.
Installeer de radiatorslang en
slangklem zoals aangetroffen
vóór verwijdering.
AANDRAAIMOMENT
Klem
radiatorslang
8.
Vul het koelsysteem met
koelvloeistof, raadpleeg de
procedure KOELSYSTEEM
ONTLUCHTEN .
Koelsysteem ontluchten
1.
Verwijder de drukdop.
2.
Vul het koelsysteem tot aan
de Max-lijn van de koelvloei-
stoftank.
3.
Installeer de drukdop.
4.
Laat de motor stationair
draaien met de drukdop
geplaatst tot de koelventila-
tor voor de tweede keer gaat
draaien.
5.
Stop de motor en laat de mo-
tor afkoelen.
WAARSCHUWING
Verwijder de drukdop niet ter-
wijl de motor warm is, om
brandwonden te voorkomen.
6.
Verwijder de drukdop en voeg
de juiste hoeveelheid koel-
vloeistof toe wanneer de mo-
tor afgekoeld is.
7.
Installeer de drukdop.
3 Nm ± 0,5 Nm
ONDERHOUDSPROCEDURES
8.
Controleer het koelvloeistof-
peil na de volgende rit en vul
bij indien nodig.
Knaldemper en vonkaf-
leider
Reiniging en inspectie
vonkafleider knalpot
LET OP Voer dit werk nooit
uit wanneer de motor net heeft
gedraaid, omdat het uitlaatsys-
teem dan erg heet is.
Maak de borgschroeven en -moe-
ren los van de uitlaatpijp en verwij-
der ze.
1. Borgschroeven uitlaatpijp
Verwijder de vonkafleider.
1. Uitlaatpijp
2. Pakking (wegwerp)
3. Vonkafleider
4. Schroef
125