UITGAVE 05/2015
GEBRUIKSAANWIJZING
8.1.3
APPARAAT SPOELEN EN REINIGEN
Het spuitsysteem en het spuitpistool moeten dagelijks worden gereinigd en afgespoeld.
De gebruikte reinigings- en spoelmiddelen moeten geschikt zijn voor het werkmateriaal.
Incompatibiliteit van spoel-/reinigingsmiddelen en
werkmiddelen!
Gevaar voor explosie en vergiftiging door giftige dampen.
Beschadiging van elektrische apparaten!
Het spuitpistool nooit in reinigingsmiddel onderdompelen.
Vloeistof in het luchtkanaal!
Storingen in de werking door opzwellende afdichtingen.
Lekstroom op aarde
Spuitpistool tijdens het reinigen altijd naar beneden houden.
Zorg ervoor dat noch lak noch spoel- of reinigingsmiddel in het luchtkanaal komen.
Bij pauzes en langdurige opslag moet het spuitpistool met het verlengstuk omlaag
gericht worden weggelegd.
BESTELNUMMER DOC2358828
WAARSCHUWING
Controleer de compatibiliteit van de spoel- en reinigingsmiddelen
met het werkmiddel aan de hand van de veiligheidsinformatiebladen.
LET OP
LET OP
geen hoogspanning.
B_03447
GM 5000EA
52