UITGAVE 05/2015
GEBRUIKSAANWIJZING
7.3
WERKEN
Garanderen, dat:
de regelmatige veiligheidscontroles volgens hoofdstuk 8.2.3 zijn uitgevoerd,
de inbedrijfstelling volgens hoofdstuk 6.7 is uitgevoerd.
12
15
5
9
B_03233
7.3.1
VULLEN MET WERKMATERIAAL
1.
Zet een leeg reservoir voor terugvoer (13) klaar.
2.
Zet reservoir met werkmateriaal in de druktank (1) en sluit de druktank af.
3.
Open de afsluitkraan (2).
4.
Stel bij de drukregelaar (3) ca. 0,05 tot 0,15 MPa; 0,5 tot 1,5 bar; 7 tot 22 psi in.
5.
Richt het pistool zonder spuitkop in het reservoir (13) en haal de trekker over.
6.
Sluit de afsluitkraan (2) wanneer zuiver werkmateriaal zonder luchtbellen eruit
stroomt.
7.
Sluit het pistool wanneer de druktank drukloos is.
8.
Voer de inhoud van het reservoir (13) volgens de plaatselijke voorschriften af.
BESTELNUMMER DOC2358828
L
FL
7
6
10
8
14
Voorbeeld:
spuitsysteem met druktank
P
ZL
4
8
6
10
1
13
GM 5000EA
11
2
P
3
MAT
44