UITGAVE 05/2015
GEBRUIKSAANWIJZING
7.3.4
DRUK AFLATEN/WERK ONDERBREKEN
De drukontlasting moet steeds worden uitgevoerd, wanneer:
- De spuitwerkzaamheden beëindigd zijn.
- Het spuitsysteem wordt onderhouden.
- Bij het spuitsysteem reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd.
- Het spuitsysteem naar een andere locatie wordt verplaatst.
- Bij het spuitsysteem iets moet worden gecontroleerd.
- Bij het pistool de spuitkop wordt verwijderd.
Neem goed nota van de algemene veiligheidsaanwijzingen in hoofdstuk 4.
Hogedruk-spuitstraal!
Levensgevaar door injectie van verf of oplosmiddel.
Procedure drukontlasting
1. Schakel het bedieningsapparaat uit.
2. Sluit de persluchttoevoer.
3. Voer een drukontlasting volgens gebruiksaanwijzing van de materiaaldrukgenerator
uit.
4. Richt het spuitpistool in het geaarde opvangreservoir.
5. Bedien de trekker van het spuitpistool zolang tot er geen druk meer aanwezig is.
BESTELNUMMER DOC2358828
WAARSCHUWING
Grijp nooit met de handen in de spuitstraal.
Richt het spuitpistool nooit op personen.
Raadpleeg bij huidletsel door verf of oplosmiddel direct een
arts. Informeer de arts over de gebruikte verf of het oplosmiddel.
Dicht defecte hogedrukdelen nooit af, maar maak ze direct drukloos
en vervang ze.
Draag geschikte veiligheidskleding, handschoenen, oog- en
adembescherming.
GM 5000EA
47