UITGAVE 05/2015
GEBRUIKSAANWIJZING
7.3.1
VULLEN MET WERKMATERIAAL
1. Plaats een leeg reservoir (18) onder de terugloopbuis (8).
2. Plaats de aanzuigslang (7) in een reservoir met werkmateriaal (19).
Aanwijzing: Als de pomp van een star aanzuigsysteem is voorzien, dan mag deze
maximaal tot het midden van het inlaathuis in werkmateriaal worden gedompeld!
3. Stel de pompen drukregelaar (12) op ca. 0,05 MPa; 0,5 bar; 7,25 psi in.
4. Open de terugloopklep (17).
5. Open de kogelkraan (11) langzaam.
6. Stel de luchtdruk op de pompen drukregelaar (12) zodanig bij, dat de pomp
regelmatig loopt.
7. Sluit de kogelkraan (11) zodra schoon werkmateriaal uit de terugloopbuis (8)
stroomt.
8. Sluit de terugloopklep (17).
9. Richt het pistool zonder spuitkop in het reservoir (18) en haal de trekker over.
10. Open de kogelkraan (11) langzaam.
11. Sluit de kogelkraan (11), wanneer er schoon werkmateriaal zonder luchtbellen naar
buiten stroomt.
12. Sluit het spuitpistool zodra er geen druk meer op het systeem staat.
13. Borg het spuitpistool.
14. Voer de inhoud van het reservoir (18) volgens de plaatselijke voorschriften af.
7.3.2
SPUITBEELD CONTROLEREN (ZONDER ELEKTROSTATICA)
1. Schakel het besturingsapparaat uit. (De aarding van het spuitpistool via de pistoolkabel
blijft behouden.)
2. Neem de materiaaltoevoer in bedrijf op een ingestelde werkdruk van ca. 8 MPa; 80 bar;
1.160 psi.
Zie desbetreff ende gebruiksaanwijzing.
Vlakstraalprocedé:
AirLess spuiten (zonder elektrostatica)
3. Draai de luchtdrukregelaar (6) helemaal naar beneden.
4. Spuiten (trekker ontgrendelen en overhalen). Let daarbij op de verstuiving van het
materiaal.
5. Stel de spuitdruk op de materiaaltoevoer zodanig in dat een goede materiaalverstuiving
wordt bereikt.
Rondstraal- en vlakstraalprocedé
AirCoat spuiten (zonder elektrostatica)
6. Stel de luchtdrukregelaar (6) zodanig in dat een optimale verstuiving ontstaat.
zie onder "Spuitpatroon aanpassen met de luchtdrukregelaar"
7. Regel de verhouding tussen vorm- en verstuivingslucht met de luchtregeling op het
pistool in tot het optimale spuitbeeld is bereikt.
zie onder "Spuitpatroon en luchtregeling"
Herhaal de punten 6 en 7 tot het optimum is gevonden (iteratief proces).
BESTELNUMMER DOC2358832
41