7.5
Slang- en kabelhouder monteren
1
Afb. 39
•
De slang- en kabelhouder (1) in de langgaten (3) op de dissel inbrengen. Erop letten dat het
oog aan de slang- en kabelhouder (1) naar onderen wijst.
•
De slang- en kabelhouder (1) met de klemmen (2) van binnen en de moeren (4) van buiten
monteren.
•
De slangen en kabels kunnen door de ogen op de slang- en kabelhouder (1) naar de
trekker worden geleid.
7.6
Netrem voorbereiden
1
2
Afb. 40
•
Voor de eerste inbedrijfstelling de kleeffolie van het remvlak (1) van de remschijf (2)
lostrekken.
2
3
COM00617
Eerste ingebruikneming
4
COM00588
83