Samenvatting van Inhoud voor Krone Fortima F 1250 MC
Pagina 1
Ronde balenpers (RP601) Fortima F 1250 (MC) Fortima V 1500 (MC) Fortima F 1600 (MC) Fortima V 1800 (MC) (vanaf mach.-nr.: 995 265) Best.-Nr.: 150 000 958 00 nl 09.11.2018...
Pagina 2
Inhoudsopgave EG-conformiteitsverklaring Maschinenfabrik Krone Beteiligungs-GmbH Heinrich-Krone-Str. 10, D-48480 Spelle verklaren hiermee als fabrikant van het hierna genoemde product en onder eigen verantwoordelijkheid dat de Machine: Ronde balenpers Type: RP601-10, RP601-11 RP601-20, RP601-21 RP601-30, RP601-31 RP601-40, RP601-41 waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende bepalingen: •...
Pagina 3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inhoudsopgave ............................3 Over dit document ..........................9 Geldigheid ............................9 Nabestelling ............................9 Andere geldende documenten ......................9 Doelgroep van dit document ......................9 Zo gebruikt u dit document ....................... 10 2.5.1 Lijsten en verwijzingen ......................10 2.5.2 Richtingsgegevens ........................
Pagina 4
Hydraulische rem (hulprem) ......................89 8.4.1 Tussenas monteren ........................90 Persluchtaansluitingen bij persluchtrem................... 92 Verlichting voor het rijden op de weg aansluiten ................93 Veiligheidsketting gebruiken ......................94 KRONE bedieningsbox medium ......................96 Overzicht ............................96 Bedieningsbox aan/uitschakelen ...................... 97 Net-/touwbinding ..........................97...
Pagina 5
Inhoudsopgave 9.3.1 Net- of touwbinding selecteren ....................97 9.3.2 Aantal netwikkelingen instellen ....................98 9.3.3 Aantal touwomwikkelingen instellen ..................99 Baalteller bedienen......................... 100 Tussen bediening messennulschakeling en bediening pick-up omschakelen....... 101 Persdruk weergeven ........................102 Binding starten ..........................103 Sensoren baalsterkte testen ......................105 Plaats van de sensoren ........................
Pagina 6
Inhoudsopgave 11.11.1 Oogstgoedblokkade in de rechter en linker hoek van de pick-up ........... 141 11.11.2 Oogstgoedblokkade in de pick-up ................... 141 11.11.3 Oogstgoedblokkade onder de transportwals ................142 11.11.4 Oogstgoedblokkade onder de snijrotor ................... 142 11.11.5 Oogstgoedblokkade in persorgaan ..................143 11.12 Terugdraaiinrichting........................
Pagina 7
Voor begin van het nieuwe seizoen ....................246 Storingen - oorzaken en oplossingen ....................248 17.1 Algemene storingen ........................249 17.2 Storingen aan de centrale kettingsmering..................252 17.3 Foutmeldingen van KRONE bedieningspaneel ................253 Verwijdering van de machine ......................254 18.1 De machine verwijderen ......................... 254...
Pagina 9
Mocht dit document geheel of gedeeltelijk onbruikbaar zijn geworden, dan kunt u onder vermelding van het op de titelpagina aangegeven documentnummer een vervangend document aanvragen. Contactgegevens vindt u in het hoofdstuk "Contactpersonen". Verder kan het document ook online via de KRONE Mediathek http://www.mediathek.krone.de// worden gedownload.
Pagina 10
Over dit document Zo gebruikt u dit document 2.5.1 Lijsten en verwijzingen Inhoudsopgave/kopteksten: De inhoudsopgave en de kopteksten in deze handleiding zijn bedoeld om snel de weg te vinden in de hoofdstukken. Trefwoordenlijst: In de trefwoordenlijst is via trefwoorden gericht informatie over het gewenste onderwerp te vinden.
Pagina 11
Over dit document 2.5.2 Richtingsgegevens Richtingsgegevens in dit document zoals voor, achter, rechts en links gelden altijd in rijrichting. 2.5.3 Het begrip "Machine" In het verdere verloop van dit document wordt de ronde balenpers ook omschreven met het begrip "Machine". 2.5.4 Afbeeldingen De afbeeldingen in dit document geven niet altijd de exacte machine weer.
Pagina 12
Over dit document Symbolen in afbeeldingen Voor de visualisering van de componenten en de handelingsstappen worden de volgende symbolen gebruikt: Symbool Toelichting Referentieteken voor component Positie van een component (bijv. van pos. I naar pos. II verplaatsen) Maten (bijv. ook B = breedte, H = hoogte, L = lengte) Handelingsstap: Schroeven met momentsleutel met aangegeven aanhaalmoment vastdraaien.
Pagina 13
Over dit document Waarschuwingsaanwijzingen Waarschuwing WAARSCHUWING! – Soort en bron van het gevaar! Effect: Letsel, ernstige materiële schade. • Maatregelen voor het voorkomen van gevaar. Attentie ATTENTIE! – Soort en bron van het gevaar! Effect: Materiële schade. • Maatregelen voor het vermijden van schade. Aanwijzingen met informatie en adviezen Aanwijzing Aanwijzing...
Pagina 14
Over dit document 2.5.7 Omrekeningstabel Met de volgende tabel kunnen metrische eenheden in US-eenheden worden omgerekend. Grootheid SI-eenheden (metrisch) Factor Inch-pond eenheden Eenheden- Afkorting Eenhedenna Afkorting naam Vlakke Hectare 2,47105 Acre acres Volumestroo Liter per l/min 0,2642 US gallons minuut per minuut Kubieke m³/h...
Pagina 15
Veiligheid Veiligheid Gebruiksdoel De ronde balenpersen Fortima F 1250 (MC)/F 1600 (MC) en Fortima V 1500 (MC)/V 1800 (MC) zijn verzamelpersen. Ze verdichten agrarisch persmateriaal zoals hooi, stro en grassilage tot ronde balen. De Fortima F 1250 (MC)/F 1600 (MC) zijn uitgerust met een vaste perskamer. De vaste perskamer van de Fortima F 1250 (MC) maakt het persen van ronde balen met een diameter van ca.
Pagina 16
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Niet-inachtneming van veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingsaanwijzingen Indien de veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingsaanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit gevaren voor personen, het milieu en de materieel tot gevolg hebben. 3.4.1 Belang van de handleiding De handleiding is een belangrijk document en bestanddeel van de machine. Deze richt zich tot de gebruiker en bevat veiligheidsrelevante aanwijzingen.
Pagina 17
Veiligheid 3.4.4 Kinderen in gevaar Kinderen kunnen gevaren niet inschatten en gedragen zich onberekenbaar. Daardoor lopen kinderen extra gevaar. • Kinderen weghouden van de machine. • Kinderen weghouden van bedrijfsstoffen. • Met name vóór het starten en het in gang zetten van machinebewegingen controleren of er zich geen kinderen in de gevarenzone bevinden.
Pagina 18
Veiligheid 3.4.9 Veilige werking: technisch onberispelijke toestand Gebruik alleen na correcte inbedrijfstelling Zonder correcte inbedrijfstelling volgens deze handleiding is de veilige werking van de machine niet gewaarborgd. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. •...
Pagina 19
Veiligheid Technische grenswaarden Wanneer de technische grenswaarden van de machine niet in acht worden genomen, kan de machine beschadigd raken. Daardoor kunnen ongevallen worden veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Het is bijzonder belangrijk voor de veiligheid dat de volgende technische grenswaarden in acht worden genomen: –...
Pagina 20
Veiligheid 3.4.10 Gevarenzones Bij ingeschakelde machine kan rondom de machine een gevarenzone ontstaan. Om niet in de gevarenzone van de machine te geraken, moet minstens de veiligheidsafstand worden aangehouden. Wanneer de veiligheidsafstand niet in acht wordt genomen, kunnen personen ernstig gewond raken of overlijden.
Pagina 21
Veiligheid Gevarenzone aftakas Personen kunnen door de aftakas en de aangedreven componenten worden gegrepen, naar binnen worden getrokken en ernstig worden verwond. Voordat de aftakas wordt ingeschakeld: • Ervoor zorgen dat alle veiligheidsinrichtingen zijn aangebracht en in de beschermende stand zijn gezet. •...
Pagina 22
Veiligheid 3.4.11 Veiligheidsinrichtingen in goed werkende staat houden Wanneer veiligheidsinrichtingen ontbreken of beschadigd zijn, kunnen bewegende machinedelen personen ernstig verwonden of doden. • Beschadigde veiligheidsinrichtingen vervangen. • Gedemonteerde veiligheidsinrichtingen en alle verdere onderdelen vóór de inbedrijfstelling weer monteren en in de beschermende stand zetten. •...
Pagina 23
Veiligheid 3.4.13 Veiligheidsaanduidingen aan de machine Veiligheidsstickers aan de machine waarschuwen voor gevaren op gevaarlijke plaatsen en zijn een belangrijk onderdeel van de veiligheidsuitrusting van de machine. Ontbrekende veiligheidsstickers verhogen het risico van ernstig en dodelijk letsel van personen. • Vervuilde veiligheidsstickers reinigen.
Pagina 24
Veiligheid • Dwars op de helling rijden vermijden omdat vooral door de extra lading en het uitvoeren van machinefuncties het zwaartepunt van de machine wordt veranderd. • Vermijd rukachtige bewegingen op de helling. • Een ronde baal op de helling altijd zodanig neerleggen dat deze niet vanzelf in beweging kan raken.
Pagina 25
Veiligheid 3.4.15 Machine veilig parkeren Een onvakkundig geparkeerde en onvoldoende beveiligde machine kan een gevaar vormen voor personen, in het bijzonder voor kinderen en kan zich ongecontroleerd in beweging zetten of omkiepen. Personen kunnen worden verwond of gedood. • De machine op een vlakke, horizontale ondergrond met voldoende draagvermogen neerzetten.
Pagina 26
Veiligheid Hoe te handelen bij spanningsoverslag van bovengrondse leidingen Elektrisch geleidende delen van de machine kunnen door een spanningsoverslag onder hoge elektrische spanning worden gezet. Op de bodem rond de machine ontstaat bij spanningsoverslag een spanningstrechter waarin grote spanningsverschillen werken. Op grond van de grote spanningsverschillen in de bodem kunnen dodelijke elektrische schokken ontstaan door het nemen van grote stappen, het gaan liggen op de bodem of het steunen met de handen.
Pagina 27
Veiligheid 3.4.18 Gevarenbronnen aan de machine Lawaai kan gezondheidsschade veroorzaken Door de geluidshinder van de machine tijdens de werking kan gezondheidsschade ontstaan zoals hardhorendheid, doofheid of tinnitus. Bij het gebruik van de machine met hoog toerental wordt bovendien het geluidsniveau verhoogt. •...
Pagina 28
Veiligheid 3.4.19 Gevaren bij bepaalde werkzaamheden: op- en afstappen Veilig op- en afstappen Door nonchalant gedrag bij het op- en afstappen kunnen personen van de trap vallen. Personen die buiten de daarvoor bestemde trappen om op de machine klimmen, kunnen uitglijden, vallen en ernstig letsel oplopen.
Pagina 29
Als de kennis ontbreekt, de wielen en banden laten monteren door de KRONE dealer of een gekwalificeerde bandenservice. • Bij het monteren van de band op de velg mag nooit de door KRONE aangegeven maximaal toegestane druk worden overschreden. Anders kan de band of zelfs de velg explosief scheuren, zie hoofdstuk "Technische gegevens".
Pagina 30
Veiligheid Veiligheidsroutines 3.5.1 Machine stopzetten en beveilige WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door beweging van de machine of machinedelen! Wanneer de machine niet is stopgezet, kunnen de machine of machinedelen onbedoeld bewegen. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. •...
Pagina 31
Veiligheid 3.5.3 Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren WAARSCHUWING! Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren! Wanneer de oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel niet veilig worden uitgevoerd kan de veilige werking van de machine worden gereduceerd. Daardoor kunnen er ongevallen ontstaan. • Oliepeilcontrole, olie- en filterelementwissel veilig uitvoeren.
Pagina 32
Veiligheid Deze pagina werd bewust vrijgelaten.
Pagina 33
3.6.1 Plaats en betekenis van de veiligheidsstickers op de machine De KRONE ronde balenpers is met alle veiligheidsvoorzieningen (beschermingen) uitgerust. Niet alle gevaarlijke delen aan dit werktuig kunnen echter, gelet op het behoud van de werking, volledig beveiligd worden. Op de machine vindt u aanduidingen voor gevaar die betrekking hebben op deze overblijvende gevaarlijke punten.
Pagina 34
Veiligheid Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) FOR00111 Afb. 1...
Pagina 35
Veiligheid 1) Bestel-nr. 939 471 1 (2x) Gevaar door verkeerde bediening en onbekendheid Door verkeerde bediening van en onbekendheid met de machine en een verkeerde handelwijze in gevaarlijke situaties bestaat er levensgevaar voor bedieners en derden. • Vóór de inbedrijfstelling de handleiding en de veiligheidsvoorschriften lezen en in acht nemen.
Pagina 36
Veiligheid Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) FOR00111 Afb. 2...
Pagina 37
Veiligheid 5) Bestelnr. 939 125 1 (1x) H = 100mm Gevaar door scherpe messen. Bij het grijpen in de gevarenzone van de messen bestaat gevaar voor snijwonden. • Snijvaste handschoenen dragen. 6) Bestelnr. 939 520 1 (4x) Gevaar door draaiende vijzel. Door de draaiende vijzel bestaat gevaar door binnentrekken en vastgrijpen.
Pagina 38
Veiligheid Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) FOR00111 Afb. 3...
Pagina 39
Veiligheid 9) Bestelnr. 939 529 0 (2x) Gevaar door hogedrukvloeistof. Het drukvat staat onder gas- en oliedruk. Bij onvakkundige demontage en reparatie van het drukvat bestaat gevaar voor letsel. • Vóór demontage en reparatie van het drukvat de aanwijzingen in de handleiding in acht nemen. •...
Pagina 40
Veiligheid Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) FOR00111 Afb. 4...
Pagina 41
Veiligheid 13) Bestelnr. 27 014 591 0 (3x) Gevaar door scherpe messen. Bij het grijpen in de gevarenzone van de messen bestaat gevaar voor snijwonden. • Snijvaste handschoenen dragen. 14) Bestelnr. 27 017 775 0 (1x) Gevaar door verkeerde instelling Gevaar voor ongevallen door verkeerde reminstelling.
Pagina 42
Veiligheid Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) FOR00112 Afb. 5...
Pagina 43
Veiligheid 1) Bestel-nr. 939 471 1 (2x) Gevaar door verkeerde bediening en onbekendheid Door verkeerde bediening van en onbekendheid met de machine en een verkeerde handelwijze in gevaarlijke situaties bestaat er levensgevaar voor bedieners en derden. • Vóór de inbedrijfstelling de handleiding en de veiligheidsvoorschriften lezen en in acht nemen.
Pagina 44
Veiligheid Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) FOR00112 Afb. 6...
Pagina 45
Veiligheid 5) Bestelnr. 939 125 1 (1x) H = 100mm Gevaar door scherpe messen. Bij het grijpen in de gevarenzone van de messen bestaat gevaar voor snijwonden. • Snijvaste handschoenen dragen. 6) Bestelnr. 939 520 1 (4x) Gevaar door draaiende vijzel. Door de draaiende vijzel bestaat gevaar door binnentrekken en vastgrijpen.
Pagina 46
Veiligheid Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) FOR00112 Afb. 7...
Pagina 47
Veiligheid 9) Bestelnr. 939 529 0 (2x) Gevaar door hogedrukvloeistof. Het drukvat staat onder gas- en oliedruk. Bij onvakkundige demontage en reparatie van het drukvat bestaat gevaar voor letsel. • Vóór demontage en reparatie van het drukvat de aanwijzingen in de handleiding in acht nemen. •...
Pagina 48
Veiligheid Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) FOR00112 Afb. 8...
Pagina 49
Veiligheid 13) Bestelnr. 27 014 591 0 (3x) Gevaar door scherpe messen. Bij het grijpen in de gevarenzone van de messen bestaat gevaar voor snijwonden. • Snijvaste handschoenen dragen. 14) Bestelnr. 27 013 422 0 (2x) Gevaar door stoten Gevaar voor letsel door de rollende baal. •...
Pagina 50
• Het aanbrengvlak moet schoon en vrij van vuil, olie en vet zijn. 3.6.4 Contactpersonen Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH & Co. KG Heinrich-Krone-Straße 10 D-48480 Spelle (Duitsland) Telefoon: + 49 (0) 59 77/935-0 (centrale) Telefax: + 49 (0) 59 77/935-339 (centrale)
Pagina 51
Veiligheid Veiligheidsuitrusting WAARSCHUWING! - Onverwachte beweging van componenten door defecte veiligheidsvoorzieningen! Uitwerking: Levensgevaar, gevaar van een ernstig ongeval of een beschadiging van de machine • Machine mag zonder functionerende veiligheidsvoorzieningen niet in gebruik worden genomen. 3.7.1 Parkeerrem WAARSCHUWING! Onverwachte beweging van de machine! Wordt de vastzetrem bij het neerzetten van de machine niet geactiveerd, kan de machine zich ongewild in beweging zetten.
Pagina 52
Veiligheid 3.7.2 Veiligheidskabel aanbrengen COM00367 KWT20026 Afb. 10 Door de veiligheidskabel (1) wordt de parkeerrem (3) aangetrokken wanneer d emachine tijdens het rijden van de trekker losscheurt. Veiligheidskabel op de machine aanbrengen: • De veiligheidskabel aan de parkeerrem bevestigen. Hiervoor de veiligheidskabel door de kleine lus van de kabel en de ring (2) trekken.
Pagina 53
Veiligheid 3.7.3 Neerzetsteun WAARSCHUWING! Beknellingsgevaar door de neerzetsteun Bij bedienen van de neerzetsteun kunnen personen met handen en voeten bekneld raken. • Handen en voeten weghouden uit de gevarenzone van de neerzetsteun. Om het standvlak van de steunvoet bij zachte ondergrond te vergroten, dient u een geschikte onderlaag te gebruiken.
Pagina 54
Veiligheid 3.7.4 Wielwiggen Let op Bij uitvoering "Parkeerrem": Om de machine tegen wegrollen te beschermen, naast de wielwiggen de parkeerrem gebruiken. FOR00073 Afb. 12 De wielwiggen (1) rusten in twee houders links en rechts naast de dissel. Deze worden elk door een veerbeugel in de houder vergrendeld.
Pagina 55
Veiligheid 3.7.5 Aanslagpunten WAARSCHUWING! Gevaar door neerstortende lasten! • Nooit onder opgehesen lasten stappen of blijven staan! • Houd voldoende veiligheidsafstand aan tot zwevende lasten. • Vergelijk voor het transport het draagvermogen van de aanslagmiddelen en kranen en kies transportmiddelen met voldoende veiligheid en draagvermogen. •...
Pagina 56
Veiligheid 3.7.6 Afsluitkraan achterklep WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door geopende afsluitkraan van de achterklep Bij werkzaamheden aan of onder de geopende achterklep of binnen in de perskamer kan bij geopende afsluitkraan de achterklep ongecontroleerd omlaag bewegen. Daardoor kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden. •...
Pagina 57
Veiligheid 3.7.7 Treeplank voor werken aan het bindmechanisme WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel bij veilig op- en afstappen. Door nonchalant gedrag bij het op- en afstappen kunnen personen van de trap vallen. Personen die buiten de daarvoor bestemde trappen om op de machine klimmen, kunnen uitglijden, vallen en ernstig letsel oplopen.
Pagina 58
Gegevensopslag Gegevensopslag Vele elektronische componenten van de machine bevatten een gegevensopslag die technische informatie over de toestand van de machine, gebeurtenissen en fouten tijdelijk of permanent opslaat. Deze technische informatie documenteert in het algemeen de toestand van een component, van een module, een systeem of de omgeving: –...
Pagina 59
Gegevensopslag Deze pagina werd bewust vrijgelaten.
Pagina 60
Machinebeschrijving Machinebeschrijving Machineoverzicht Fortima F FOR00113 Afb. 16 Fortima V FOR00114 Afb. 17...
Pagina 61
Aanwijzing Originele KRONE-reserveonderdelen en door de fabrikant goedgekeurde accessoires dragen bij aan de veiligheid. Het gebruik van niet door KRONE vervaardigde, gekeurde of toegelaten vervangingsonderdelen, toebehoren en aanvullende apparaten heeft het opheffen van de aansprakelijkheid voor daaruit resulterende schade tot gevolg:...
Pagina 62
Technische gegevens Technische gegevens Alle informaties, afbeeldingen en technische gegevens in deze handleiding komen overeen met de stand ten tijde van publicatie. Wijzigingen aan de constructie blijven altijd en zonder kennisgeving of opgave van redenen voorbehouden.
Pagina 63
Technische gegevens Fortima F 1250 / Fortima F 1250 MC Enkele as Tandemas Pick-up (breedte) 2050 mm 2050 mm Breedte ca. 11.5/80-15 2460 mm 2740 mm (naar gelang de 15.0/55-17 2535 mm 2815 mm banden) 19.0/45-17 2655 mm 2885 mm...
Pagina 64
Technische gegevens Fortima F 1600 / Fortima F 1600 MC Enkele as Tandemas Pick-up (breedte) 2050 mm 2050 mm Breedte ca. 11.5/80-15 2460 mm 2740 mm 15.0/55-17 2535 mm 2815 mm 19.0/45-17 2655 mm 2885 mm 500/50-17 2700 mm Toegestane gewichten Zie gegevens op het typeplaatje Spoorbreedte 2150 mm...
Pagina 65
Technische gegevens Fortima V 1500 / Fortima V 1500 MC Enkele as Tandemas Pick-up (breedte) 2050 mm 2050 mm Breedte ca. 11.5/80-15 2460 mm 2740 mm 15.0/55-17 2535 mm 2815 mm 19.0/45-17 2655 mm 2885 mm 500/50-17 2700 mm Toegestane gewichten Zie gegevens op het typeplaatje Spoorbreedte 2150 mm...
Pagina 66
Technische gegevens Fortima V 1800 / Fortima V 1800 MC Enkele as Tandemas Pick-up (breedte) 2050 mm 2050 mm Breedte ca. 11.5/80-15 2460 mm 2740 mm 15.0/55-17 2535 mm 2815 mm 19.0/45-17 2655 mm 2885 mm 500/50-17 2700 mm Toegestane gewichten Zie gegevens op het typeplaatje Spoorbreedte 2150 mm...
Pagina 67
Afhankelijk van de uitvoering is de machine voorzien van verschillende smeersystemen. Als smeermiddel moeten zachte, smeerbare lithiumzeepvetten van klasse NLGI 2 met EP-additieven volgens DIN 51825 worden gebruikt. KRONE adviseert geen smeervetten op andere basis te gebruiken. De volgende smeervetten kunnen worden gebruikt:...
Pagina 68
Technische gegevens Omgevingstemperatuur Omgevingstemperatuur Temperatuurbereik voor de werking van de machine -5 tot +45 °C...
Pagina 69
Eerste ingebruikneming Eerste ingebruikneming In dit hoofdstuk worden montage- en instelwerkzaamheden aan de machine beschreven die alleen door gekwalificeerd vakpersoneel kunnen worden uitgevoerd. Hier geldt de aanwijzing "Personeelkwalificatie van het vakpersoneel", zie hoofdstuk veiligheid, "Fundamentele veiligheidsvoorschriften". WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of schade aan de machine door een foutieve eerste inbedrijfstelling Wanneer de eerste inbedrijfstelling niet correct of onvolledig wordt uitgevoerd, kan de machine storingen tonen.
Pagina 70
Eerste ingebruikneming Fortima F 1250 (MC)/Fortima F 1600 (MC) FOR00031_4 Afb. 19 Fortima V 1500 (MC)/Fortima V 1800 (MC) VP800015_7 Afb. 20...
Pagina 71
Touwkast Stangen Touwkast Oogschroeven met moeren Touwkast Veren Touwkast Veren met spanbouten Touwkast Lijsten met schroeven en moeren Touwkast Meeneemlijst Touwkast Waarschuwingsfolie Touwkast Testrol KRONE excellent wikkelnet Touwkast Verfspuitbus Touwkast Beschermpot Touwkast Tussenas Perskamer Slang- en kabelhouder Perskamer Bevestigingsmateriaal Touwkast...
Pagina 72
Eerste ingebruikneming Montage baaluitwerper Optioneel voor Fortima V1500 (MC)/V1800 (MC) Afb. 21 • De schroefverbindingen (1,2) van de opnameplaten (3) rechts en links op de perskamer losmaken, maar niet verwijderen. • Beide opnameplaten (3) naar buiten duwen. VP700008_4 Afb. 22 •...
Pagina 73
Eerste ingebruikneming VP700026_2 Afb. 23 • De lijst (1) rechts en links op de baaluitwerper monteren: Met schroef (2), ring (3) en borgmoer (4) bevestigen. Met schroef (5), veren (6), ring (7) en borgmoer (8) bevestigen. Aanwijzing De schroef (2) mag niet stevig worden aangehaald maar moet vlak afsluiten met de borgmoer (4).
Pagina 74
Eerste ingebruikneming FOR00065 Afb. 25 • Stangen (1) rechts en links op de staande bout (2) op het frame schuiven en met ring (3) en spanhuls (4) borgen. • Stangen (1) rechts en links op de staande bout (5) van de achterklep schuiven en met ring (6) en spanhuls (7) borgen.
Pagina 75
Eerste ingebruikneming Afb. 27 • Hang de trekveer (1) op in de strip (5) van de opnameplaat. • Oogschroef (3) in de trekveer (1) vastmaken en door het boorgat (2) geleiden. • Met ring en moer (4) borgen. • Moer (4) zover vastdraaien dat de baaluitwerper na het neerleggen van de baal zeker naar de basisstand beweegt.
Pagina 76
Eerste ingebruikneming Afstandshouder monteren (Fortima V 1800 (MC)) VP700017 Afb. 29 Banden: 11.5/80-15.3; 15.0/55-17 19.0/45-17; 500/50-17 • Afstandshouder (1) met vlakke ronde schroeven, ringen en moeren op baaluitwerper (2) monteren. VP700022 Afb. 30 Banden: 600/50 -22,5 • Afstandshouder (1) met vlakke ronde schroeven, ringen en moeren op baaluitwerper (2) monteren.
Pagina 77
Eerste ingebruikneming Disselhoogte aanpassen en trekoog instellen Om de pick-up het oogstgoed gelijkmatig te laten opnemen, moet de disselhoogte van de machine aan de gebruikte trekker worden aangepast. De dissel is optimaal in de hoogte ingesteld wanneer de aangekoppelde machine horizontaal of iets naar voren geheld t.o.v. de trekker is uitgericht.
Pagina 78
Eerste ingebruikneming Hoogte van het trekoog aan de hoogte van de trekhaak van de trekker aanpassen FOR00115 Afb. 32 • De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid -> Veiligheidsroutines, "Machine stopzetten en beveiligen". • De schroefverbindingen (2) zo ver losdraaien tot de dissel (3) zich in de tandschijven (1) laat draaien.
Pagina 79
Eerste ingebruikneming Tussenas 7.4.1 Beschermpot voor de tussenas van de trekker monteren • De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid -> Veiligheidsroutines, "Machine stopzetten en beveiligen". WAARSCHUWING! – Gevaar voor intrekken bij de aftakas. Effect: gevaar voor letsel door het intrekken van lang, los haar, sieraden of losse kleding. •...
Pagina 80
Eerste ingebruikneming 7.4.2 Tussenas op de machine monteren Gevaar! - Draaiende tussenas Uitwerking: Levensgevaar of ernstig letsel • Montage en demontage alleen bij uitgechakelde motor en uitgetrokken contactsleutel. • Tractor tegen wegrollen beveiligen. • Ervoor zorgen dat de tussenas correct aangekoppeld is (de sluiting van de tussenas moet vergrendeld zijn).
Pagina 81
Eerste ingebruikneming COM00620 Afb. 35 • Om beter bij de schroefverbinding (2) aan de tussenas (1) te komen, de afdekking (5) aan de beschermpot (3) demonteren. • De tussenas (1) op de aftakasstomp van de machine schuiven. • Door het ontstane gat achter de afdekking (5) de schroefverbinding (2) monteren. •...
Pagina 82
Eerste ingebruikneming 7.4.3 Aanpassing van de lengte • De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid -> Veiligheidsroutines, "Machine stopzetten en beveiligen". FOR00015 Afb.37 Voor het aanpassen van de lengte van de tussenas de machine aan de trekker koppelen. Bij een scherpe bocht wordt de kortste afstand tussen trekker en pers bereikt.
Pagina 83
Eerste ingebruikneming Slang- en kabelhouder monteren COM00588 Afb. 39 • De slang- en kabelhouder (1) in de langgaten (3) op de dissel inbrengen. Erop letten dat het oog aan de slang- en kabelhouder (1) naar onderen wijst. • De slang- en kabelhouder (1) met de klemmen (2) van binnen en de moeren (4) van buiten monteren.
Pagina 84
Eerste ingebruikneming Montage van driehoekreflectoren Fortima V 1500 (MC)/Fortima V 1800 (MC) FOR00023 Afb. 41 Aanwijzing Bij gebruik van een kenteken en de wielen 600/50-22,5 moeten de driehoekreflectoren (1) rechts/links op de meegeleverde pendel (2) worden gemonteerd. Ga daarvoor als volgt te werk: •...
Pagina 85
Ingebruikneming Ingebruikneming WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“. WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de veiligheidsroutines kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Pagina 86
Ingebruikneming Machine aankoppelen aan de trekker WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door onachtzaamheid tijdens het vastkoppelen aan de machine Tijdens het vastkoppelen en het achteruit rijden van de trekker kunnen personen gewond raken die zich tussen de trekker en de machine bevinden. •...
Pagina 87
Ingebruikneming Hydraulisch systeem 8.2.1 Bijzondere veiligheidsvoorschriften Waarschuwing! - Aansluiting van de hydraulische leiding Uitwerking: ernstig letsel door het binnendringen van hydraulische olie in de huid. • Bij het aansluiten van de hydraulische slangen aan het hydraulische systeem van de tractor moet het systeem aan beide zijden drukloos zijn! •...
Pagina 88
Ingebruikneming 8.2.2 Aansluiting van de hydraulische leidingen Besturing Functie (blauw T) Tank - vrije terugloop • Aansluiten op de vrije terugloop naar de tank. Enkelwerkend Achterklep openen/sluiten stuurapparaat (rood 1+) • Druk (rood 1+): Achterklep openen • Zweefstand (rood 1+): Achterklep sluiten Enkelwerkend Pick-up resp.
Pagina 89
Ingebruikneming Hydraulische rem (export) KR200032 Afb. 43 Voor bepaalde exportlanden is een hydraulisch remsysteem leverbaar. Bij deze versie wordt de bijbehorende hydraulische slang aangesloten op het stuurventiel van de trekker. Door het bedienen van het stuurventiel van de trekker wordt de rem geactiveerd. Hydraulische rem (hulprem) Voor bepaalde gebruiksomstandigheden kunnen machines die anders voor het transport over de weg geen eigen rem nodig hebben met een hydraulische hulprem worden uitgebreid.
Pagina 90
Ingebruikneming 8.4.1 Tussenas monteren • De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid -> Veiligheidsroutines, "Machine stopzetten en beveiligen". Let op! - Tractorwissel Uitwerking: Materiaalschade aan de machine Bij het eerste gerbuik van de machine en bij elke tractorwissel tussenas op de correcte lengte controleren.
Pagina 91
Ingebruikneming KR-1-080 Afb. 45 ATTENTIE! Contact met componenten van de trekker of de machine kan schade aan de machine of aan de tussenas veroorzaken • Let op voldoende vrije ruimte in het zwenkbereik van de tussenas in alle bedrijfstoestanden. Aan de zijde van de trekker: •...
Pagina 92
Ingebruikneming Persluchtaansluitingen bij persluchtrem WAARSCHUWING! Levensgevaar door falen van de reminstallatie of onverwachte beweging van de machine. Door losrakende of doorgeschuurde pneumatische leidingen ontstaat falen van de reminstallatie. Daardoor kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Installeer de pneumatische leidingen zodanig dat deze niet schuren, niet spannen, niet vastgeklemd worden en niet in aanraking komen met andere delen (bijv.
Pagina 93
Ingebruikneming Verlichting voor het rijden op de weg aansluiten ATTENTIE! Schade aan de machine door kortsluiting. Vervuiling en vochtigheid kunnen leiden tot kortsluiting. • Let erop dat de stekkers en contactdozen schoon en droog zijn. COM00581 Afb. 47 Met de meegeleverde 7-polige verbindingskabel (2) wordt de straatverlichtingsinstallatie aangesloten.
Pagina 94
Ingebruikneming Veiligheidsketting gebruiken WAARSCHUWING! Door het gebruik van een verkeerd gedimensioneerde veiligheidsketting kan de veiligheidsketting bij het ongewild loskomen van de machine breken. Daardoor kann het tot zware ongevallen komen. • Altijd een veiligheidsketting met een minimale treksterkte van 89 kN (20.000 lbf) gebruiken. WAARSCHUWING! Een te strak of te los geïnstalleerde veiligheidsketting kan leiden tot scheuren van de veiligheidsketting en daardoor tot ernstig letsel van personen en tot schade aan de...
Pagina 95
Ingebruikneming ZBBP0899_2 Afb. 48 • De veiligheidsketting op een geschikte positie (voorbeeld: I of II) aan de trekker monteren. RPN00075 Afb. 49 • Veiligheidsketting (1) aan de machine monteren.
Pagina 96
KRONE bedieningsbox medium KRONE bedieningsbox medium Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) Let op! - Bedieningseenheid beschermen Uitwerking: Schade aan de bedieningseenheid • De bedieningseenheid moet tegen water beschermd worden. • Als de machine langere tijd (bijv. ’s winters) niet wordt gebruikt, moet de bedieningseenheid in een droge ruimte worden bewaard.
Pagina 97
KRONE bedieningsbox medium Bedieningsbox aan/uitschakelen FOR00076 Afb. 51 • De bedieningsbox met behulp van de magneet in het zicht van de bestuurder in de trekker bevestigen. • De bedieningsbox aan de spanningsvoorziening (12 V) aansluiten. • Om de bedieningseenheid in te schakelen, de schakelaar (1) op 1 zetten.
Pagina 98
KRONE bedieningsbox medium 9.3.2 Aantal netwikkelingen instellen FOR00082 Afb. 53 Aan de rechter kant van de machine achter de zijbescherming bevindt zich de stelschroef (1) waarmee het aantal netwikkelingen wordt ingesteld. • Let erop dat de punt (3) van de veerrail zich niet op de instelschroef bevindt.
Pagina 99
KRONE bedieningsbox medium 9.3.3 Aantal touwomwikkelingen instellen Het aantal touwomwikkelingen wordt op de getrapte ruit (1) in de touwkast ingesteld. Meer informatie over de touwbinding en de componenten ervan kunt u vinden in het hoofdstuk Bediening "2-voudige touwbinding (bedieningsbox medium)".
Pagina 100
KRONE bedieningsbox medium Baalteller bedienen FOR00081 Afb. 55 Telkens wanneer de achterklep wordt geopend, wordt de baalteller (1) bediend. De baalteller (1) bevindt zich aan de linkerzijde van de pers, achter de zijbescherming. Baalteller op 0 terugzetten: • De kartelschroef (2) indrukken en ingedrukt houden tot de baalteller 0000 weergeeft.
Pagina 101
KRONE bedieningsbox medium Tussen bediening messennulschakeling en bediening pick-up omschakelen FOR00079 Afb. 56 • Om de pick-up te bedienen, de schakelaar (1) op zetten. • Om de messennulschakeling te bedienen, de schakelaar (1) op zetten. Bij ingeschakelde messennulschakeling FOR00090 Afb. 57...
Pagina 102
KRONE bedieningsbox medium Persdruk weergeven FOR00083 Afb. 58 Aan de controlelampjes (1) en (2) wordt weergegeven hoe de persdruk wordt opgebouwd. De controlelampjes (1) en (2) branden zo lang tot de ingestelde persdruk aan beide kanten is bereikt. De persdruk moet zowel links (1) als ook rechts (2) in de ronde balen worden bereikt. Pas wanneer beide controlelampjes uitgaan kan de binding worden gestart, zie hoofdstuk "Binding...
Pagina 103
KRONE bedieningsbox medium Binding starten Binding handmatig starten (handmatige modus) FOR00080 Afb. 59 Zodra de ronde balen de voorgeselecteerde persdruk hebben bereikt, klinkt er een claxonsignaal en gaan de beide controlelampjes (1) uit. In de handmatige modus moet het bind.- resp. wikkelproces handmatig worden gestart: •...
Pagina 104
KRONE bedieningsbox medium Binding automatisch starten (automatische modus) FOR00080 Afb. 60 Zodra de ronde balen de voorgeselecteerde persdruk hebben bereikt, klinkt er een claxonsignaal en gaan de beide controlelampjes (1) uit. In de automatische modus start het bind- resp. wikkelproces automatisch na de ingestelde bindstartvertraging. De bindstartvertraging bepaalt de tijd die de bindingsactor nodig heeft om het touw of net tot ronde balen te maken.
Pagina 105
KRONE bedieningsbox medium Sensoren baalsterkte testen Wanneer de persdruk niet klopt, moeten de volgende sensoren op correcte functie worden getest: – Sensor baalsterkte rechts – Sensor baalsterkte links FOR00077 Afb. 61 Sensor persdruk rechts • De persdrukwijzer (1) links aan de voorzijde van de ronde balenpers opheffen.
Pagina 106
KRONE bedieningsbox medium Plaats van de sensoren Een overzicht van de plaats van sensoren, de actoren en het besturingsapparaat staat in het stroomschema in de bijlage. 9.10 Sensoren instellen 9.10.1 Sensor B4 Netbinding stop (bij uitvoering "Bedieningsbox medium") Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) FOR00084 Afb.
Pagina 107
KRONE bedieningsbox medium 9.10.2 Sensor B5/B6 vulindicatie (bij uitvoering "Bedieningsbox medium") Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) FOR00085 Afb. 63 De sensoren B5/B6 (2) "Vulindicatie links/rechts" bevinden zich aan de rechter kant van de machine achter de zijbescherming.
Pagina 108
Rijden en transport Rijden en transport WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“.
Pagina 109
Rijden en transport 10.1 De machine voorbereiden voor het rijden op de weg Aan de volgende voorwaarden moet zijn voldaan om de machine voor te bereiden op het rijden op de weg: – De machine is volledig en correct aan de trekker vastgekoppeld. –...
Pagina 110
Rijden en transport 10.3 Verlichting voor rijden op de weg controleren RP-R-002 Afb. 65 Voorwaarde – De verlichting voor het rijden op de weg is op de trekker aangesloten, zie hoofdstuk Inbedrijfstelling, "Verlichting voor het rijden op de weg aansluiten". •...
Pagina 111
Rijden en transport 10.4 Machine parkeren GEVAAR! - Onverwachte beweging van de machine Uitwerking: Levensgevaar, ernstig letsel • Er mogen zich geen personen in de gevarenzone bevinden. • Alleen bij uitgeschakelde motor en uitgetrokken contactsleutel loskoppelen. • De machine uitsluitend op een egale en stevige ondergrond wegzetten. Vergroot het steunvlak met de neerzetsteunen wanneer u de machine op zachte ondergrond neerzet.
Pagina 112
Rijden en transport 10.4.3 Tussenas van trekker losmaken • De tussenas aan trekkerzijde lostrekken. FOR00117 Afb. 66 • Om de tussenas (2) met de tussenasketting (1) te beveiligen, de tussenasketting (1) in de houder (3) aan de dissel inhangen. 10.4.4 Voedingsleidingen losmaken COM00621 Afb.
Pagina 113
Rijden en transport 10.5.1 Machine optillen WAARSCHUWING! Gevaar door neerstortende lasten! • Nooit onder opgehesen lasten stappen of blijven staan! • Houd voldoende veiligheidsafstand aan tot zwevende lasten. • Vergelijk voor het transport het draagvermogen van de aanslagmiddelen en kranen en kies transportmiddelen met voldoende veiligheid en draagvermogen.
Pagina 114
Rijden en transport 10.5.2 Zijkappen borgen Linkerkant van de machine FOR00098 Afb. 68 FOR00101 Afb. 69 • De zijkap openen. • Een kabelbinder (1) aan de zijkap door de uitsparing (3) leggen. • Een tweede kabelbinder (4) om de klepsluiting (5) heen leggen. •...
Pagina 115
Rijden en transport Rechterkant van de machine FOR00099 Afb. 70 • Een kabelbinder (2) boven door het oog aan de zijkap (1) en onder om de beschermbuis voor de aandrijfas (3) doorvoeren. • De kabelbinder (2) aantrekken. 10.5.3 Touwkastklep borgen COM00476 Afb.
Pagina 116
Bediening Bediening WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“. WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de veiligheidsroutines kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Pagina 117
Bediening 11.1 Instellingen voor het begin van de werkzaamheden Voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, moeten de volgende instellingen bij alle machinetypes worden uitgevoerd of gecontroleerd: • Werkhoogte van pick-up • Stand van stootplaat • Snijinrichting (speciale uitrusting) in- of uitschakelen •...
Pagina 118
Bediening Als de snijinrichting tijdens het persen is ingeschakeld, wordt de baaldichtheid aanzienlijk verhoogd. De persdruk moet dan worden verminderd. Ga daarvoor als volgt te werk: Kort, brokkelig stro: • Aantal snijmessen verminderen, snijinrichting uitschakelen of messen verwijderen. De messen kunnen aan de rechterzijde van de machine worden bewaard. •...
Pagina 119
Bediening 11.3 Perskamer vullen Afb. 73 Om een gelijkmatige baaldichtheid binnen een ronde baal te bereiken, moet de perskamer gelijkmatig worden gevuld. Hiervoor is de zwadbreedte van grote betekenis. De optimale zwadbreedte is gegeven als het zwad even breed is als de perskamer. Bij een breder zwad is een nauwkeurige vormgeving van de ronde balen niet gewaarborgd.
Pagina 120
(1) gemonteerd worden. • De uitworpplaten (1) met de schroeven (2) aan de binnenkant van de perskamer in de aanwezige boringen monteren. De uitworpplaten (1) met passende schroeven kunt u in het KRONE reserveonderdelenmagazijn onder het volgende bestelnummer bestellen: Aantal stuks Reserveonderdeel...
Pagina 121
Bediening 11.4 Balen binden en neerleggen • Binden resp. wikkelen starten (zie hoofdstuk Bediening). Opnemen van persgoed voortzetten tot bind- of wikkelmateriaal door persmateriaal naar de perskamer is verplaatst en door de ronde baal wordt meegenomen. Daarbij altijd een nominaal toerental van 540 o.p.m.
Pagina 122
Bediening 11.6 Spatbescherming KR201180 Afb. 76 Bij gebruik met stro moet de spatbescherming (2) verwijderd worden. Ga daarvoor als volgt te werk: • Veerstekker (1) uit bevestigingsbouten (3) demonteren (aan beide zijden). • Spatbescherming (2) verwijderen. Bij gebruik met silage of hooi spatbescherming (2) weer monteren.
Pagina 123
Bediening 11.7 Pick-up 11.7.1 Pick-up in transport-/werkstand brengen WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door omlaag bewegende pick-up Personen die zich in de bewegingszone van de pick-up bevinden, kunnen gewond raken wanneer de pick-up wordt neergelaten. • Personen uit de bewegingszone van de pick-up verwijderen. •...
Pagina 124
Bediening Extra instelling van de werkhoogte via het tastwiel FOR00119 Afb. 78 De volgende instelling aan de rechter en linkerzijde van de pick-up (3) op gelijke wijze uitvoeren: • Om de pick-up (3) neer te laten, het besturingsapparaat op de trekker (geel, 3+) bedienen. •...
Pagina 125
Bediening 11.7.3 Breekbout vervangen FOR00121 Afb. 80 Ter beveiliging tegen overbelasting zijn de aandrijving van de pick-up en de toevoerwormen aan het bovenste kettingwiel met een breekbout (3) geborgd. De aandrijving bevindt zich achter de bescherming (1) aan de rechter machinezijde. Deze breekbout (3) moet worden vervangen wanneer deze gebroken is.
Pagina 126
Bediening 11.8 Gewasgeleiderol 11.8.1 Gewasgeleiderol instellen WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door gebruik van de machine zonder gewasgeleiderol! Wanneer de machine zonder gewasgeleiderol wordt gebruikt, kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. • De gewasgeleiderol dient ter bescherming tegen ongevallen en mag tijdens het gebruik niet verwijderd worden.
Pagina 127
Bediening 11.8.2 Stootplaat aan de gewasgeleiderol instellen Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) De hoogte van de stootplaat (1) kan aan het zwad worden aangepast. In de fabriek werd positie I ingesteld. Bij zeer vochtig oogstgoed wordt aanbevolen om de stootplaat in positie II te zetten. Afb.
Pagina 128
Bediening 11.8.3 Stootplaat op gewasgeleiderol demonteren/monteren Tijdens het werk moet de stootplaat aan de gewasgeleiderol zijn gemonteerd. De stootplaat op de gewasgeleiderol kan bij oogstgoedblokkades kortdurend gedemonteerd worden. Oogstgoedblokkades verwijderen: zie hoofdstuk Bediening, "Oogstgoedblokkades verwijderen". FOR00123 Afb. 83 Demonteren • De klapstekker (3) aan de rechter en linker machinezijde demonteren.
Pagina 129
Bediening 11.9 Persdruk instellen Persmateriaal Drukbereik (bar) Hooi laag Stro medium/hoog Silage hoog Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) Aanwijzing Voor de instelling van de persdruk is een drukbereik van 50 - 180 bar bepaald. ATTENTIE! Bij te hoog of te laag ingesteld drukbereik kan er schade aan de machine ontstaan. •...
Pagina 130
Bediening Bij uitvoering "bedieningsbox medium" FOR00087 Afb. 85 De persdruk wordt op de persdrukweergave (2) aan de rechter kant van de machine voor en op de vleugelmoer (3) in de touwkast ingesteld. • Schuif beide persdrukwijzers (1) met de hand naar de gewenste stand. Hoe hoger het getal, des te hoger de persdruk.
Pagina 131
Bediening 11.10 Snijinrichting • De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid -> Veiligheidsroutines, "Machine stopzetten en beveiligen". 11.10.1 Algemeen De machine is uitgerust met een snijinrichting met snijrotor en vaststaande messen. Het snijden heeft tot doel een betere verwerkbaarheid van de ronde baal te bevorderen en de persdichtheid te verhogen.
Pagina 132
Bediening 11.10.2 Snijlengte De snijlengte wordt door het aantal gebruikte messen bepaald. Het aantal ingezette messen kan op de keuzeschijf (1) worden afgelezen. Op de onderste afbeelding zijn 15 messen ingesteld. VP-1-058_1 Afb. 86 Tabel snijlengte afhankelijk van de messenuitrusting. Snijlengte Aantal messen Instelling...
Pagina 133
Bediening Instellen uitvoeren: CPB00060 Afb. 88 De afstelling vindt plaats aan de rechter machinezijde: 1. Vergrendelingshendel (3) met de wijzers van de klok mee draaien, messenschakelas ontgrendelen. 2. Universele sleutel (1) op messenschakelas (2) zetten.
Pagina 134
Bediening CP101251 Afb. 89 3. Messenschakelas met universele sleutel (1) tegen de wijzers van de klok in de gewenste stand (2) draaien 4. Vergrendelingshendel (3) tegen de wijzers van de klok draaien tot deze vastklikt. Aanwijzing Vergrendelingshendel niet in de andere richting (met de wijzers van de klok mee) draaien. Daarbij bestaat de mogelijkheid dat de messen zichniet in de werkstand bevinden.
Pagina 135
Bediening 11.10.3 Messennulschakeling Messen mechanisch uitschakelen "0" VP-1-101 Afb. 90 1. Vergrendelingshendel (3) ontgrendelen. 2. Universele sleutel (1) op messenschakelas (2) zetten. 3. Messenschakelas (2) met universele sleutel (1) draaien tot kiesschijf (4) in stand "0" staat. Positie "0" bevindt zich telkens tussen twee messtanden. 4.
Pagina 136
Bediening Messen hydraulisch uitschakelen VP-1-059 Afb. 91 De hydraulische messennulschakeling schakelt in: – handmatig door bediening in de trekker (bedieningsbox medium, bedieningsterminal beta, ISOBUS-terminal, zie in het overeenkomstige hoofdstuk) of – automatisch door inwerking van vreemde voorwerpen of verstopping. De cilinder (1) schakelt hydraulisch de meetschakelas (2) in de messennulschakeling. Eventuele verstoppingen of vreemde voorwerpen kunnen worden verwijderd.
Pagina 137
Bediening 11.10.4 Messensnelsluiting De enkelmesbeveiliging voorkomt beschadiging van de messen door vreemde voorwerpen. De enkelmesbeveiliging is in de fabriek optimaal ingesteld. Als in afzonderlijke gevallen (bijv. bij taai persmateriaal) een aparte instelling nodig is, kan de aanspreekdrempel verhoogd of verlaagd worden. Deze mesinstelling moet plaatsvinden als de meetschakelassen onder gemonteerd zijn.
Pagina 138
Bediening Instelling van mesbeveiliging uitvoeren VP-1-063 Afb. 93 1. De snijinrichting omlaag bewegen. 2. De bedieningseenheid uitzetten en contactsleutel verwijderen. 3. De machine beveiligen tegen wegrollen. 4. De contramoer (2) losdraaien. 5. De instelschroef (1) zover draaien tot gewenste maat bereikt is. 6.
Pagina 139
Bediening 11.10.5 Messenschakelas instellen CP100093-1 Afb. 94 Als de messen versleten zijn, kan de messenschakelas (1) bijgesteld worden. Aanwijzing De afstand (a) moet minsten 5 mm bedragen. FOR00018 Afb. 95 • Aan linker machinezijde schroeven (1) van • Aan rechter machinezijde schroeven (1) van lagerhuis (3) van messenschakelas (2) lagerhuis (2) van messenschakelas losdraaien.
Pagina 140
Bediening Instelling van messenschakelas (1) via langgaten uitvoeren: CP100094 Afb. 96 1. Aan beide zijden contramoeren (3) losdraaien en messenschakelas (1) met instelschroeven (4) op snijrotor bijstellen. Instelling aan beide zijden gelijkmatig uitvoeren. 2. Bevestigingsschroeven (2) van lagerhuizen aan beide zijden van machine aandraaien. 3.
Pagina 141
Bediening 11.11 Oogstgoedblokkades verwijderen WAARSCHUWING! - Ongecontroleerde beweging van de machine! Uitwerking: Letsel van personen of beschadigingen aan de machine • Verstoppingen uitsluitend bij stilstaande machine verwijderen. Aftakas en motor uitschakelen en contactsleutel uit contactslot trekken. • Neem de machine pas in gebruik als alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht en deze zich in een correcte toestand bevinden.
Pagina 142
Bediening 11.11.3 Oogstgoedblokkade onder de transportwals Bij uitvoering zonder snijinrichting Om het opgestuwde oogstgoed onder de transportwals te verwijderen: • De aftakas uitschakelen. • Achteruit rijden. • Zorg ervoor dat de trekker recht ten opzichte van de machine is uitgelijnd. •...
Pagina 143
Bediening 11.11.5 Oogstgoedblokkade in persorgaan • Om de achterklep te openen, het besturingsapparaat op de trekker (rood, 1+) bedienen. • De afsluitkraan van de achterklep sluiten om de achterklep hydraulisch te blokkeren, zie hoofdstuk Veiligheid, "Afsluitkraan achterklep". • De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid "Machine stopzetten en beveiligen".
Pagina 144
Bediening 11.12 Terugdraaiinrichting 11.12.1 Terugdraai-inrichting gebruiken WAARSCHUWING! - Ongecontroleerde beweging van de machine! Uitwerking: Letsel van personen of beschadigingen aan de machine • Verstoppingen uitsluitend bij stilstaande machine verwijderen. Aftakas en motor uitschakelen en contactsleutel uit contactslot trekken. • Neem de machine pas in gebruik als alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht en deze zich in een correcte toestand bevinden.
Pagina 145
Bediening Bij de uitvoering "Hydraulische terugdraai-inrichting" FOR00102 Afb. 98 • De aftakas uitschakelen. • Wachten tot alle machinedelen zich in stilstand bevinden. • De motor van de trekker uitschakelen en de contactsleutel uittrekken en meenemen. • De afsluitkraan (3) van de hydraulische slang van het stuurventiel van de terugdraaiinrichting openen.
Pagina 146
Bediening 11.12.2 Breekbout vervangen Bij de uitvoering "Hydraulische terugdraai-inrichting" FOR00106 Afb. 99 Ter beveiliging tegen overbelasting van de klink (2) is de hydraulische terugdraai-inrichting met een breekbout (3) geborgd. Deze breekbout (3) moet worden vervangen wanneer deze gebroken is. Onder vermelding van het bestelnummer 00 901 412 * kan de breekbout (3) (M6x50) worden besteld.
Pagina 147
Bediening 11.13 Montage en demontage baaluitwerper WAARSCHUWING! – Onderhouds-, montage-, reparatie- en instelwerkzaamheden en opsporen en verhelpen van storingen Uitwerking: levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. Voor alle onderhouds-, montage-, reparatie- en instelwerkzaamheden en opsporen en verhelpen van storingen geldt principieel: •...
Pagina 148
Bediening Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) GEVAAR! – Gevaar voor beknelling Uitwerking: Letsel van personen. • Baaluitwerper (gewicht ca. 40 kg) met geschikte hulpmiddelen bewegen. Niet onder de baaluitwerper gaan staan. VP-7-015_1 Afb. 101 In sommige werkomstandigheden, bijv. op hellingen, is het raadzaam de baaluitwerper (6) te demonteren.
Pagina 149
Bediening 11.14 Rolbodemketting Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) WAARSCHUWING! – Onderhouds-, montage-, reparatie- en instelwerkzaamheden en opsporen en verhelpen van storingen Uitwerking: levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. Voor alle onderhouds-, montage-, reparatie- en instelwerkzaamheden en opsporen en verhelpen van storingen geldt principieel: •...
Pagina 150
750-1000 m/kg. Aanwijzing Gebruik uitsluitend origineel KRONE bindtouw. Het bindtouw is in het KRONE reserveonderdelenmagazijn te bestellen via onderdeelnummer 00 929 949 0 (750 m/kg) of 00 929 951 0 (1000 m/kg).
Pagina 151
Bediening Bij uitvoering touw- en netbinding RBV00231 Afb. 104 1 Messenbalk 2 Touwbinding 3 Aandrukrol 4 Rubber rol 5 Coulissengeleiding 6 Touwkast 7 Trekveer aandrukrol 8 Getrapte ruit 11.15.2 Functie van de binding Het touw wordt uit de touwkast (6) via touwogen en touwrem naar de getrapte ruit (8) geleid. Van hieruit wordt het touw via de touwbinding (2) tussen rubber rol (4) en aandrukrol (3) door in het bereik van de mesbalk (1) gelegd.
Pagina 152
Bediening 11.15.3 Bindtouw inleggen GEVAAR! – Onverwacht bewegen van een component van de machine. Uitwerking: levensgevaar, letsel van personen. • Het inleggen van het net mag alleen door een persoon worden uitgevoerd. • Er mogen zich geen andere personen in het bewegingsbereik van de machine bevinden. •...
Pagina 153
Bediening FOR00093 Afb. 106 het einde van de met het begin van touwrol de touwrol Touw A Touw B Touw A maken: • Het begin van het touw van de touwrol (A1) via het erboven liggende oog door de touwrem uit de touwkast leiden.
Pagina 154
Bediening FOR00094 Afb. 107 • De twee touwen (3) uit de ogen (1) door de draadhouder (2) leiden. • De twee touwen (3) uit de ogen (5) van de touwrem (6) leiden. • De twee touwen (3) tussen de veerspanners (4) en de schroeven (7) door leiden. RBV04040 Afb.
Pagina 155
Bediening CP400003_1 Afb. 109 • De reinigingskleppen (1) van touwbinding openen. • De touwbinding met de hand aan getrapte ruit in werkrichting (pijlrichting) doordraaien. • Vuil in bereik (2) verwijderen. • De reinigingskleppen sluiten. • De getrapte ruit zolang in de pijlrichting draaien tot de touwvoeringssleden (3) zich van buiten naar het midden in de uitgangspositie (zie afbeelding) bewegen.
Pagina 156
750-1000 m/kg. Aanwijzing Gebruik uitsluitend origineel KRONE bindtouw. Het bindtouw is in het KRONE reserveonderdelenmagazijn te bestellen via onderdeelnummer 00 929 949 0 (750 m/kg) of 00 929 951 0 (1000 m/kg).
Pagina 157
Bediening Bij uitvoering touw- en netbinding RBV00231 Afb. 112 1 Messenbalk 2 Touwbinding 3 Aandrukrol 4 Rubber rol 5 Coulissengeleiding 6 Touwkast 7 Trekveer aandrukrol 8 Getrapte ruit 11.16.2 Functie van de binding De bovenste touwen worden uit de touwkast via touwgeleidingsogen en touwrem naar de getrapte ruit (8) geleid.
Pagina 158
Bediening 11.16.3 Bindtouw inleggen GEVAAR! – Onverwacht bewegen van een component van de machine. Uitwerking: levensgevaar, letsel van personen. • Het inleggen van het net mag alleen door een persoon worden uitgevoerd. • Er mogen zich geen andere personen in het bewegingsbereik van de machine bevinden. •...
Pagina 159
Bediening FOR00092 Afb. 114 het einde van de met het begin van touwrol de touwrol Touw A Touw B Touw C Touw D Touw A en touw B maken: • Het begin van het touw van de touwrol (A2 resp. B2) via de erboven liggende ogen door de touwrem uit de touwkast leiden.
Pagina 160
Bediening GF000001 VP150202_1 Afb. 115 • De 4 touwen door de touwgeleidingen (1) in de touwkast loodrecht, zonder te kruisen, omlaag voeren. Telkens een touw in een oog (2) steken. • De van boven komende touwen door de draadhouder (3) en verder naar onderen naar de twee touwremmen (4) voeren.
Pagina 161
Bediening RBV04040 Afb. 116 Aanwijzing Als netbinding aanwezig is, moet bij benutting van de touwbinding de netbreedhouder (2) in de bovenste stand gezwenkt worden. Door de coulisse in het geleidingsijzer (1) wordt de netbreedhouder (2) in de juiste stand gehouden. CP400002 Afb.
Pagina 162
Bediening CP400003_1 Afb. 118 • De reinigingskleppen (1) weer sluiten. • De getrapte ruit zolang in de pijlrichting draaien tot de touwvoeringssleden (3) zich van buiten naar het midden in de uitgangspositie bewegen. Aanwijzing De touwvoeringssleden (3) moeten zich door draaien van de getrapte ruit naar het midden bewegen.
Pagina 163
Bediening VP150200 Afb. 119 • De van de bovenste touwrem komende touwen om de getrapte ruit (1) door de verdeelogen (2) en verder door de verdeelogen (3) voeren. • De van de onderste touwrem komende touwen rechtstreeks door de verdeelogen (2) en vervolgens verder door de verdeelogen (4) steken.
Pagina 164
Bediening 11.17 Netbinding Bij uitvoering net- en touwbinding of netbinding 11.17.1 Functiewijze van de netbinding FOR00124 Afb. 121 Omkeeras Aandrukrol Netrem Snij-eenheid van de bindinrichting Veer van de netrem Rubber rol Netverloop Breedtrekbeugel Veer van de aandrukrol Netrol Houder van de breedtrekbeugel Remhendel Het net (4) wordt door de netrol (11) via de omkeerrol (1) naar de breedtrekbeugel (10) geleid.
Pagina 165
Bediening 11.17.2 Netrol inleggen Opdat de hulsklem volledig in de huls van de netrol kan vasthaken, moet de huls van karton zijn. Bij een huls van kunststof met groeven kan de hulsklem zich in de groeven vastklemmen en zo de remkracht van de remschijf op de netrol overdragen. Daarom zijn hulzen van kunststof zonder groeven niet aan te bevelen.
Pagina 166
• Bij het inleggen en uit elkaar trekken van het net werkhandschoenen dragen! Aanwijzing KRONE adviseert voor een soepele veldinzet een van de "KRONE excellent" netten, zie sticker op de machine met het nummer 27 018 640 *. FOR00110 Afb. 125 Voorwaarde: –...
Pagina 167
Bediening FOR00109_1 Afb. 126 Stand (I): breedtrekbeugel (2) boven Stand (II): breedtrekbeugel (2) onder Na het inleggen van het net de volgende instelling uitvoeren: • De houder (1) naar voren trekken. • De breedtrekbeugel (2) omlaag zwenken en in stand (II) laten vastklikken.
Pagina 168
Bediening 11.17.4 Storing aan de netbinding Afb. 127 • Aan hand van de drukindicatie (1) controleren of er een druk van minstens 50 bar aanwezig • Wanneer een druk van <50 bar wordt weergegeven, het besturingsapparaat voor "Achterklep sluiten" bedienen.
Pagina 169
Instellingen Instellingen WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“. WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de veiligheidsroutines kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen.
Pagina 170
Instellingen 12.1 Bindinrichting 12.1.1 Touwrem instellen De positie van de touwbegrenzer bepaalt de afstand van de uiterste omwikkeling van de buitenkant van de baal. De instelling vindt plaats afhankelijk van de lengte en het soort persmateriaal om te voorkomen dat het touw van de ronde baal afglijdt. Lengte van het persmateriaal Afstand van beide touwbegrenzers tot elkaar...
Pagina 171
Instellingen 12.1.2 Touwrem instellen CP400004_1 Afb. 129 De touwrem (4) bevindt zich in de touwkast. Door de bovenste en onderste stelbouten (2) wordt het bindtouw (1) onder spanning gehouden. Onderling verschillende bindtouwsoorten kunnen verschillende wrijvingsweerstanden hebben. De trekspanning op het bindtouw moet minstens elke keer gecontroleerd worden na het veranderen van touwsoort.
Pagina 172
Instellingen 12.1.3 Touwrem losmaken CP400006 Afb. 130 1. De spanarm (2) van onderen in de middelste stand bewegen. In deze stand • mag de trekveer (3) niet gespannen zijn, • moet de kabel (4) licht ontspannen zijn. CP400005_1 Afb. 131 Door de verstelhendel (1) wordt bij de start de rem losgemaakt.
Pagina 173
Instellingen 12.1.4 Aandrukrol instellen VP-3-014 Afb. 132 Als het bindtouw bij de start niet goed wordt ingetrokken, kan de druk van de aandrukrol door de veer (2) verhoogd worden: Rechterzijde 1. Veer (2) losmaken. 2. Schroef (3) demonteren en in een van de bovenste boorgaten monteren. 3.
Pagina 174
Instellingen 12.1.6 Netrem instellen VP-3-019 Afb. 134 De veer (1) van de netrem moet meer worden gespannen wanner het net bij het persen wordt gegrepen. In de basisinstelling bedraagt de maat a op de ringschroef (2) a=35 mm. • De veer (1) aan de ringschroef (2) instellen. De veer (3) op de aandrukrol moet worden ingesteld wanneer het net bij het starten niet volledig wordt getrokken of wanneer het net tijdens het binden scheurt.
Pagina 175
Instellingen 12.1.7 Nettoevoegingsrem instellen Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) VP-3-017_1 Afb. 135 In de basisstand moeten aan de drukveer (1) de volgende maten ingesteld zijn: • De maat A = 30 mm • De maat B = 5 mm In de basisstand moet de maat van de veer ca.
Pagina 176
Instellingen 12.1.8 Netrem losmaken VP-3-018 Afb. 136 1. De spanarm (2) van onderen in de middelste stand bewegen. In deze stand • mag de trekveer (3) niet gespannen zijn, • moet de kabel (4) licht ontspannen zijn. 12.1.9 Netbreedhouder RP16010 Afb.
Pagina 177
Instellingen 12.1.10 Magneetkoppeling instellen (bij touwbinding) De magneetkoppeling moet bijgesteld worden als: • bij de start- en eindfase van de binding de sleden van de touwbinding niet meer blijven staan, maar verder verplaatst worden of • de sleden na de startfase niet verplaatst worden, maar blijven staan FOR00029 Afb.
Pagina 178
Instellingen 12.2 Centrale kettingsmering RBV05150 Afb. 139 De centrale kettingsmering is aan de linker machinezijde achter de voorste bescherming aangebracht. Bij elke omwenteling van de aandrijfas wordt via de pomp (2) uit de tank (1) olie via de smeerlijsten links en rechts op de machine naar de borstels aan de aandrijfkettingen geperst. In de smeerlijsten zijn voor elke smeerlijst verschillende sproeiers ingebouwd.
Pagina 179
Instellingen FOR00019 Afb. 141 Aan de rechter machinezijde is een manometer (1) aangebracht die de druk van de installatie aangeeft. Deze druk stijgt of valt, afhankelijk van de instelling van de excenterschijf.
Pagina 180
Instellingen RP100007_2 Afb. 142 Afhankelijk van het verbruik olievoorraad in de tank controleren en indien nodig bijvullen. Als de voorraadtank is leeggelopen, moet de centrale kettingsmering worden ontlucht: • De voorraadtank met olie vullen. • De tankslang (4) van de pomp lostrekken en wachten tot er olie naar buiten komt. •...
Pagina 181
Instellingen 12.2.1 Schema centrale kettingsmering Fortima F 1250 (MC) / Fortima F 1600 (MC) FOR00035 Afb. 143 Rolbodem Starterwals Aandrijftandwiel Aandrijving snijinrichting Pick-up-aandrijving Pick-up Hoofdaandrijving Getallen tussen haakjes geven de grootte van de sproeiers voor de verschillende smeerpunten aan. Aanwijzing Er moet op worden gelet dat bij het vervangen van de sproeiers de juiste grootte wordt gebruikt.
Pagina 182
Instellingen Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) VP700023 Afb. 144 Rolbodemaandrijving Starterwals Aandrijftandwiel Aandrijving snijinrichting Pick-up-aandrijving Pick-up Hoofdaandrijving Rolbodem achter Rolbodem voor Getallen tussen haakjes geven de grootte van de sproeiers voor de verschillende smeerpunten aan. Aanwijzing Er moet op worden gelet dat bij het vervangen van de sproeiers de juiste grootte wordt gebruikt.
Pagina 183
Instellingen 12.3 Instelling van automatische rolbodemuitschakeling Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) VP-7-075 Afb. 145 Bij openen van de achterklep wordt via de kabel (1) en de stangen (2) de klauwkoppeling (4) bediend en de rolbodem uitgeschakeld. Ingeschakeld moet de maat a = ca. 22 mm ten opzichte van de zijwand (6) bedragen. Instelling: •...
Pagina 184
Instellingen 12.3.1 Instellen van schakeltijdstip VP700018 Afb. 147 Het schakeltijdstip voor de rolbodemuitschakeling is in de fabriek vooraf ingesteld. Het kan nodig zijn het schakeltijdstip aan de gegevenheden van de veldtoepassing aan te passen. Door verstellen van de aanslag (1) wordt het schakeltijdstip veranderd: 1.
Pagina 185
• Alleen originele reserveonderdelen van KRONE en door de fabrikant geautoriseerde toebehoren gebruiken. Het gebruik van niet door KRONE vervaardigde, gekeurde of toegelaten reserveonderdelen, toebehoren en aanvullende apparaten heeft het opheffen van de aansprakelijkheid voor daaruit resulterende schade tot gevolg.
Pagina 186
Onderhoud 13.2 Onderhoudstabel Onderhoudsinterval Machinedeel Na de eerste 8 bedrijfsuren Wielen, wielmoeren en altijd na het vervangen van een wiel Na lange standtijden Frictiekoppeling van de tussenas na het eerste gebruik, Kettingspanning daarna elke 100 balen rolbodemaandrijving Kettingspanning pick-up- aandrijving Kettingspanning rolbodem (Fortima F 1250 (MC)/F 1600 (MC)) bij het begin van het seizoen...
Pagina 187
Onderhoud 13.3 Aandraaimomenten 13.3.1 Metrische draadschroeven met normaal schroefdraad AANWIJZING De tabel geldt niet voor verzonken schroeven met binnenzeskant wanneer de verzonken schroef over de binnenzeskant wordt aangehaald. A = Maat schroefdraad Aandraaimoment in Nm (indien niet anders is aangegeven) (Sterkteklasse staat op de schroefkop) Sterkteklasse 10.9...
Pagina 188
Onderhoud 13.3.2 Metrische draadschroeven met fijn schroefdraad A = Maat schroefdraad Aandraaimoment in Nm (indien niet anders is aangegeven) (Sterkteklasse staat op de schroefkop) Sterkteklasse 10.9 12.9 Aandraaimoment (Nm) M12x1,5 M14x1,5 M16x1,5 M18x1,5 M20x1,5 M24x2 1121 1312 M27x2 1148 1635 1914 M30x1,5 2100...
Pagina 189
Onderhoud 13.3.4 Aandraaimomenten voor sluitschroeven en ontluchtingsventielen aan aandrijvingen AANWIJZING De aandraaimomenten gelden alleen voor de montage van sluitschroeven, kijkglazen en beluchtingsfilters/ontluchtingsfilters en ontluchtingsventielen in de aandrijving met gietwerk, aluminium en stalen behuizingen. Onder het begrip sluitschroef vallen de aftapschroef, de controleschroef, de beluchtingsfilters/ontluchtingsfilters.
Pagina 190
Onderhoud 13.4 Sluiting achterklep instellen Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) FOR00038 Afb. 148 De achterklepsluiting wordt aan beide kanten met de zuigerstang (3) ingesteld. 1. Het kunststofscherm aan de achterklep eraf halen, de achterklep moet aan beide kanten op de balken liggen.
Pagina 191
Onderhoud 13.4.1 Sluithaakvergrendeling instellen Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) Voorwaarde: – De achterklep is geopend en beveiligd, zie hoofdstuk Veiligheidsuitrusting, "Afsluitkraan achterklep". FOR00036 Afb. 150 De volgende instellingen van de sluithaakblokkering (1) moeten worden gecontroleerd en zo nodig worden aangepast om een correcte werking van de achterklepsluiting te waarborgen (bij geopende achterklep): •...
Pagina 192
Onderhoud 13.5 Mechanische persdrukwijzer instellen (bij uitvoering "Bedieningsbox medium") Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) FOR000168 Afb. 152 • De instelschroef (6) van stand (I) in stand (II) monteren. • De achterklep hydraulisch openen en de afsluitkraan sluiten. De persdrukwijzers (1) bevinden zich onder de instelschroef (6).
Pagina 193
Onderhoud Weergave van de mechanische persdrukwijzer voor gevulde perskamer maar nog gesloten achterklep instellen FOR00091 Afb. 154 Bij gevulde perskamer en volledig gesloten achterklep moet de persdrukwijzer aan de voorzijde van de machine tussen de cijfers 1 en 3 liggen. Wanneer de persdrukwijzer niet tussen de cijfers 1 en 3 ligt, de kabel (1) aan de rechter machinezijde als volgt instellen: •...
Pagina 194
Onderhoud 13.6 Snijmes van de netbindvoorziening instellen WAARSCHUWING! – Gevaar voor letsel door scherpe messen Bij werkzaamheden aan de messencassette kunnen personen aan de messen letsel oplopen. • Raak de messen van de messencassette niet met blote handen aan. • Draag werkhandschoenen bij werkzaamheden aan de messencassette.
Pagina 195
Onderhoud 13.7 Afstrijker voor de spiraalwals instellen WAARSCHUWING! – Instellingen aan de machine! Levensgevaar of ernstig letsel. • Afsluitkraan aan linker hydraulische cilinder moet gesloten zijn. VP-3-013 Afb. 156 De afstrijkrail (3) moet tegen de spiraalwals aan liggen. De afstand van de afstrijkrail (3) ten opzichte van de bovenste spiraalwals (2) als volgt instellen: •...
Pagina 196
Onderhoud 13.8 Veerrail instellen (bij uitvoering "Bedieningsbox medium") Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) FOR00086 Afb. 157 In de fabriek werd de veerrail (1) tot boven de instelschroef (2) opgetild. Zo worden de ronde balen optimaal met net omwikkeld. Wanneer de ronde balen niet optimaal met net werden omwikkeld, de veerrail (1) instellen: •...
Pagina 197
Onderhoud 13.9 Frictiekoppeling op de tussenas beluchten COM00337 Afb. 158 Na langdurige stilstand kan de bekleding van de frictiekoppeling (2) vastkleven aan de wrijfvlakken. Overlastkoppelingen dan ook altijd luchten: • De acht schroeven (1) losdraaien om de veerdruk van de buitenschijven (3, 4) te nemen. •...
Pagina 198
(3) geen kerf wordt gemaakt. Aanwijzing • Gebruik voor het slijpen indien mogelijk de KRONE-slijpvoorziening. Onderdeelbestelnr. voor messenhouder bij KRONE-messenslijpapparaat 940 003-0. • Tijdens het slijpen van de messen moet worden voorkomen dat de messen te heet worden.
Pagina 199
Onderhoud 13.11 Plaats van de sensoren Een overzicht van de plaats van sensoren, de actoren en het besturingsapparaat staat in het stroomschema in de bijlage. 13.12 Sensoren instellen Voor de instelling van bepaalde sensoren, zie hoofdstuk Terminal – Menu's, "Menu 15-2 ‚Sensortest‘".
Pagina 200
Onderhoud 13.13 Dissel • De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid -> Veiligheidsroutines, "Machine stopzetten en beveiligen". RP-2-002 Afb. 160 • Na 10 bedrijfsuren bouten aandraaien. • Elke 50 bedrijfsuren bouten controleren. 13.13.1 Trekogen aan de dissel KDW02330 Afb. 161 LET OP! Als de slijtagegrens van de bus in het trekoog is bereikt, moet deze worden vervangen.
Pagina 201
Onderhoud 13.14 Hoofdaandrijving De hoofdaandrijving bevindt zich in de voorste dwarsdrager van de rondebalenpers. RBV05090_1 Afb. 162 Regelschroef / controleboring Aftapschroef 13.14.1 Oliepeilcontrole en olie verversen bij de hoofdaandrijving Aanwijzing De sluitschroeven aan de aandrijvingen met de opgegeven aandraaimomenten aantrekken, zie hoofdstuk Onderhoud "Aandraaimomenten voor sluitschroeven en ontluchtingsventielen aan aandrijvingen".
Pagina 202
Onderhoud Aanwijzing! - Oliesoorten niet mengen. Uitwerking: Schade aan de machine • Nooit verschillende oliesoorten mengen. • Voor het wisselen van de oliesoort overleg plegen met de klantenservice. In geen geval motorolie gebruiken. Milieu! – Verwijderen en opslaan van gebruikte olie en oliefilters Uitwerking: Milieuschade Gebruikte olie en oliefilters volgens de wettelijke voorschriften opslaan resp.
Pagina 203
Onderhoud 13.15 Aandrijfkettingen WAARSCHUWING! – Gevaar voor intrekken bij de aandrijfkettingen! Uitwerking: Gevaar voor letsel door intrekken van loshangend lang haar, sieraden of losse kleding. • Na de werkzaamheden aan de kettingen de veiligheidsvoorzieningen beslist weer monteren of sluiten. Alle aandrijfkettingen, met uitzondering van die aan de dubbele binddraadgeleiding, worden via de centrale kettingsmering van olie voorzien.
Pagina 204
Onderhoud Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) RBV05050 Afb. 164 Achterste rolbodemaandrijving De achterste rolbodemaandrijving bevindt zich aan de linker machinezijde. Kettingspanning controleren: De gespannen veerlengte moet b = 90 mm bedragen Kettingspanning corrigeren: • Contramoer (1) losdraaien. •...
Pagina 205
Onderhoud Pick-up WAARSCHUWING! – Gevaar voor beknelling! Uitwerking: Letsel aan de voeten. • Laat de pick-up tot op de grond dalen. RBV06200 Afb. 165 Hoofdaandrijving pick-up De hoofdaandrijving bevindt zich aan de pick-up aan de rechter machinezijde. Kettingspanning controleren: De gespannen veerlengte moet a = 30 mm bedragen. Kettingspanning corrigeren: •...
Pagina 206
Onderhoud Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) Walsaandrijving FOR00067_1 Afb. 166 De walsaandrijving bevindt zich aan de rechter machinezijde. Drukveer (1) controleren/instellen: • Controleren of de maat (a) 90 mm bedraagt. • Voor het instellen de moer (2) zo lang draaien tot de maat is bereikt. Aansluitend: •...
Pagina 207
Onderhoud Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) Walsaandrijving RP-A-004 Afb. 168 De walsaandrijving bevindt zich aan de rechter machinezijde. Kettingspanning controleren: De gespannen veerlengte moet a = 90 mm bedragen. Kettingspanning corrigeren: • Moer (2) draaien tot maat a = 90 mm is ingesteld. Transportvijzelaandrijving RBV06280 Afb.
Pagina 208
Onderhoud Aandrijving snijmechanisme RP-99-014 Afb. 170 De aandrijving van het snijmechanisme bevindt zich aan de rechter machinezijde. Kettingspanning controleren: De gespannen veerlengte moet a = 80 - 90 mm bedragen. Kettingspanning corrigeren: • Moer (2) draaien tot de maat a = 80 - 90 mm is ingesteld.
Pagina 209
Onderhoud Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) Rolbodemspanning De rolbodemspanner bevindt zich rechts en links aan de achterste perskamerbehuizing onder de achterste zijschermen. FOR00045_1 Afb. 171 Aanwijzing Bij de levering van de nieuwe machine is in de plaatuitsparing (1) een gele markering te zien. Nadat de rolbodem zich heeft gezet, zal de groene markering te zien zijn.
Pagina 210
Onderhoud 13.16 Spanarm rolbodem achter reinigen Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) KRS-1-035 Afb. 172 Als de kettingspanner van de rolbodemketting niet optimaal werkt en de spanning minder wordt: • Controleren of zich in de door de pijl aangegeven spleet tussen de metalen stutten (1) en (2) strooi of ander materiaal heeft opgehoopt.
Pagina 211
Onderhoud 13.17 Rolbodemketting inkorten Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel door geopende afsluitkraan van de achterklep Bij werkzaamheden aan of onder de geopende achterklep of binnen in de perskamer kan bij geopende afsluitkraan de achterklep ongecontroleerd omlaag bewegen. Daardoor kunnen personen ernstig gewond raken of gedood worden.
Pagina 212
Onderhoud Achterste rolbodemketting inkorten KRS-1-201 Afb. 174 • Om de rolbodem te ontspannen, de persdruk aflaten, zie hoofdstuk Onderhoud – Hydrauliek, "Stuurblok". • Draadstiften (1) aan beide zijden verwijderen. • Lijst (2) demonteren. • Twee kettingschakels (3) van de rolbodemketting (5) verwijderen. •...
Pagina 213
Door een verkeerde montage kan de band bij het oppompen explosief scheuren. Ernstig letsel kan het gevolg zijn. Daarom moet het monteren van de banden bij het ontbreken van de vereiste kennis worden uitgevoerd door de KRONE-leverancier of door een door hem erkende bandenservice.
Pagina 214
Onderhoud 13.18.1 Banden controleren en onderhouden KS-0-034 Afb. 176: Houd bij het losdraaien en vastdraaien van de wielbouten de in de afbeelding getoonde volgorde aan. Controleer de wielmoeren 10 bedrijfsuren na de montage en draai deze indien nodig aan. Controleer vervolgens elke 50 bedrijfsuren of de bouten goed vastzitten. Controleer de bandendruk regelmatig en pomp de banden indien nodig op.
Pagina 215
Onderhoud Controleer de bandendruk regelmatig en pomp de banden indien nodig op. De bandendruk is afhankelijk van de bandgrootte. De waarden kunt u aflezen in de tabel hiernaast. Tastwielen aan de pick-up Bandaanduiding Maximum druk [bar] 15 x 6.00-6 Fortima F 1250 (MC) / Fortima F 1600 (MC) Banden op de machine Banda- Minimum druk [bar]...
Pagina 216
Onderhoud 13.19 Remmen • De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid -> Veiligheidsroutines, "Machine stopzetten en beveiligen". 13.19.1 Reminstelling controleren De natuurlijke slijtage van remtrommel en remvoering vereist frequent bijstellen van de wielremmen om de volle slag van de remcilinders in stand te houden. Voor het bereiken van goede remvertragingen moet de speling van remvoering en remtrommel zo gering mogelijk worden gehouden.
Pagina 217
Onderhoud 13.19.2 Instelling van de nokkenrem RP-00-001 Afb. 177 Enkele as - persluchtinstallatie Bij ca. 6 bar perslucht moet de remhendel (1) ca. 55 mm van de plaat (2) verwijderd in de remstand staan. RP-00-002 RP-00-003 Afb. 178 Enkele as - hydraulische rem Bij ca.
Pagina 218
Onderhoud Instelling van de rembediening Afb. 179 Aanwijzing De bediening van het remsysteem is af fabriek ingesteld. Dit moet worden bijgesteld indien: • als de remwerking minder wordt. (bijv. door slijtage aan de remblokken). • als de bedieningsafstand van de remcilinder "X" groter dan 50 mm is...
Pagina 219
Onderhoud Aanwijzing Iedere keer voordat de remstangen (2a,2b) opnieuw worden ingesteld moet de dikte van de voering van de remblokken worden gecontroleerd. De voering moet een minimale dikte van 2 mm hebben. Remstangen (2b) van remhendel (4) demonteren. 2. Op de remstangen (2a) de contramoeren (1) losdraaien 3.
Pagina 220
Onderhoud 13.20 Messen vervangen GEVAAR! – Messen zijn met veerkracht voorgespannen! Bij de montage en demontage van de messen bestaat groot gevaar voor verwondingen. • Pak de messen alleen met geschikte werkhandschoenen vast. • De montage en demontage van de messen vindt plaats aan de onderzijde van de machine. •...
Pagina 221
Onderhoud Messen mechanisch uitschakelen "0" VP-1-101 Afb. 181 1. Vergrendelingshendel (3) ontgrendelen. 2. Universele sleutel (1) op messenschakelas (2) zetten. 3. Messenschakelas (2) met universele sleutel (1) draaien tot kiesschijf (4) in stand "0" staat. Positie "0" bevindt zich telkens tussen twee messtanden.
Pagina 222
Onderhoud Messenas ontsperren VP-1-068 Afb. 182 • Vergrendelingbout door trekken aan de knop (1) uit de vergrendeling trekken en in positie (b) zwenken. FOR00052 Afb. 183 Ook kan de meegeleverde sleutel (1) voor de vergrendeling en ontgrendeling van de messenas worden geplaatst.
Pagina 223
Onderhoud WAARSCHUWING! – Messen zijn met veerkracht voorgespannen! Bij de montage en demontage van de messen bestaat groot gevaar voor verwondingen. • Het mes nooit met de hand in de werkstand duwen. Altijd een hulpgereedschap (bijv. hamer) gebruiken. Messen vervangen KRS-1-015_1 Afb.
Pagina 224
Onderhoud Opbergen van de reservemessen FOR00047 Afb. 185 De reservemessen worden aan de rechterzijde van de machine onder het zijscherm opgeborgen. 1. Om de messen eruit te halen aan de veerstekker (1) trekken en het benodigde aantal messen van de houder (2) halen. 2.
Pagina 225
Aanwijzing – Voor het slijpen worden de KRONE messenslijpers aanbevolen: Slijper nat Bestelnr. 00 938 018* Slijper droog Bestelnr. 00 939 018* – Voor de KRONE messenslijpers is een messenhouder verkrijgbaar onder bestelnr. 00 940 057*.
Pagina 226
Alleen een pers met intacte reminstallatie mag voor de werkzaamheden op het veld of het rijden op de openbare weg worden gebruikt. • Veranderingen aan de reminstallatie mogen zonder goedkeuring van de fa. KRONE niet worden uitgevoerd. • Voor natuurlijke slijtage, gebreken door overbelasting en veranderingen aan de...
Pagina 227
Onderhoud 13.22.1 Koppelingskoppen (beveiligd tegen verwisselen) RP-A-031 RP-A-032 Koppelingskop "VOORRAAD" (kleur rood) Koppelingskop "REM" (kleur geel) Afb. 187 De koppelingskoppen worden ingebouwd in persluchtreminstallaties met twee leidingen voor de verbinding van de voorraad- en de remleiding van de trekker met de machine. •...
Pagina 228
Onderhoud 13.22.2 Luchtfilter voor de buisleidingen CP102200 Afb. 188 (1) Veer (4) Veer (7) Haakspringring (2) Filter (5) Dichtring (3) Afstandsstuk (6) Afdekkap De luchtfilters (8) reinigen de perslucht en beschermen daardoor de reminstallatie tegen storingen. Aanwijzing Ook als het filterinzetstuk verstopt is, blijft de reminstallatie in beide stromingsrichtingen werken.
Pagina 229
Onderhoud 13.22.3 Persluchttank RP-A-030 Afb. 189 Het drukvat slaat de door de compressor aangevoerde perslucht op. Tijdens het gebruik kan zich n het drukvat condenswater verzamelen. Het drukvat moet regelmatig worden leeggemaakt en wel: • in de winter dagelijks (bij gebruik), •...
Pagina 230
Onderhoud - Smering Onderhoud - Smering 14.1 Bijzondere veiligheidsvoorschriften Gevaar! - Onderhouds-, montage-, reparatie- en instelwerkzaamheden en opsporen en verhelpen van storingen Uitwerking: Levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine. Voor alle onderhouds-, montage-, reparatie- en instelwerkzaamheden geldt principieel: •...
Pagina 231
Afhankelijk van de uitvoering is de machine voorzien van verschillende smeersystemen. Als smeermiddel moeten zachte, smeerbare lithiumzeepvetten van klasse NLGI 2 met EP-additieven volgens DIN 51825 worden gebruikt. KRONE adviseert geen smeervetten op andere basis te gebruiken. Voor een lijst met smeermiddelen, zie hoofdstuk Technische gegevens, „Bedrijfsstoffen“.
Pagina 232
Onderhoud - Smering 14.4 Smeerschema Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC) Linker kant van de machine FOR00129 Afb. 191 Voorbeeldafbeelding (Fortima F 1250 MC)
Pagina 233
Onderhoud - Smering Elke 20 bedrijfsuren (2)* FOR00131 FOR00158 FOR00132 FOR00133 FOR00134 FOR00137 FOR00138 FOR00136 (10)* (12)* FOR00159 FOR00160 * Zonder uitvoering "Centrale kettingsmering"...
Pagina 234
Onderhoud - Smering Elke 100 bedrijfsuren (11) FOR00135 FOR00130 Rechter kant van de machine FOR00139 Afb. 192 Voorbeeldafbeelding (Fortima F 1250 MC)
Pagina 236
Onderhoud - Smering Elke 100 bedrijfsuren (12) FOR00146 Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) Linker kant van de machine FOR00149 Afb. 193 Voorbeeldafbeelding (Fortima V 1500 MC)
Pagina 237
Onderhoud - Smering Elke 20 bedrijfsuren FOR00151 FOR00152 FOR00153 FOR00137 FOR00136 Elke 100 bedrijfsuren FOR00130...
Pagina 238
Onderhoud - Smering Rechter kant van de machine FOR00150 Afb. 194 Voorbeeldafbeelding (Fortima V 1500 MC)
Pagina 239
Onderhoud - Smering Elke 20 bedrijfsuren FOR00154 FOR00155 FOR00156 FOR00143 FOR00144 FOR00145 FOR00157...
Pagina 240
• Hydraulische slangen regelmatig controleren en bij beschadiging en veroudering vervangen! Als vervangende leidingen zijn alleen originele KRONE-reserveonderdelen toegestaan omdat deze voldoen aan de technische eisen van de fabrikant. • Voordat de druk in de installatie weer wordt opgebouwd, ervoor zorgen dat alle leidingsverbindingen dicht zijn.
Pagina 241
Onderhoud - hydraulisch systeem 15.1 Afsluitkraan achterklep Vor de functiewijze van de afsluitkraan achterklep, zie hoofdstuk Veiligheid "Afsluitkraan achterklep". 15.2 Stuurblok Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) VP-1-066 Afb. 195 Het stuurblok (2) bevindt zich aan de rechter voorzijde. De persdruk wordt aan het handwiel (3) voor het begin van de werkzaamheden in gesteld.
Pagina 242
Onderhoud - hydraulisch systeem 15.3 Handmatige noodbediening magneetventielen (MC-snijinrichting) WAARSCHUWING! Verhoogd gevaar voor letsel bij het bedienen van de machine via de handmatige noodbediening. Bij het bedienen van de machine via de Handmatige noodbediening worden functies direct zonder veiligheidsvragen uitgevoerd. Daardoor bestaat verhoogd gevaar voor letsel. •...
Pagina 243
Onderhoud - hydraulisch systeem 15.4 Filter voor hydraulische olie vervangen Fortima V 1500 (MC) / V 1800 (MC) Milieu! – Verwijderen en opslaan van gebruikte olie en oliefilters Uitwerking: Milieuschade Gebruikte olie en oliefilters volgens de wettelijke voorschriften opslaan resp. verwijderen RBV06331 COM00021 Afb.
Pagina 244
Alle hendelscharnieren en lagerpunten zonder smeermogelijkheid bevochtigen met olie. • Verfbeschadigingen bijwerken, blanke delen tegen roest beschermen met roestwerend middel. • Alle bewegende componenten op goede gangbaarheid controleren. Indien nodig demonteren, reinigen en ingevet weer monteren. • Wanneer onderdelen moeten worden vervangen, alleen originele KRONE- vervangingsonderdelen gebruiken.
Pagina 245
Opslag Aanwijzing Alle tot de volgende oogst uit te voeren reparatiewerkzaamheden noteren en tijdig in opdracht geven. De KRONE-dealer kan buiten de oogsttijd de onderhoudsdienst en eventueel noodzakelijke reparaties beter uitvoeren. Isolatieband op de remschijf plakken COM00617 Afb. 198 •...
Pagina 246
Opslag 16.2 Voor begin van het nieuwe seizoen WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel bij instandhoudings-, reparatie-, onderhouds- en instelwerkzaamheden aan de machine. Wanneer de machine niet is stopgezet, kunnen de machine of machinedelen onbedoeld bewegen. Daardoor kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood. Wanneer er de machine niet veilig is ondersteund, kan de machine of machinedelen gaan rollen, vallen of wegzakken.
Pagina 247
Opslag Isolatieband van de remschijf verwijderen COM00617 Afb. 200 • De isolatieband (1), die er na he seizoen werd opgeplakt, van eht remvlak van de remschijf (2) lostrekken.
Pagina 248
Storingen - oorzaken en oplossingen Storingen - oorzaken en oplossingen WAARSCHUWING! Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen ernstig of dodelijk letsel oplopen. • Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële veiligheidsinstructies“.
Pagina 249
Storingen - oorzaken en oplossingen 17.1 Algemene storingen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Pick-up kan niet omlaag Hydraulische slang is niet Hydraulische slang in bijbehorende worden gezet. ingestoken. koppeling steken. Verstopping in het Ongelijkmatig hoge of te grote Zwad delen. invoergedeelte. Bij zwaden.
Pagina 250
Storingen - oorzaken en oplossingen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Alleen netrollen met de voorgeschreven Net wordt bij het starten Net heeft verkeerde afmetingen. afmetingen gebruiken. niet getransporteerd. Spanwiel wordt niet tegen V-riem Stelmotor controleren of vrijloop gedrukt of vrijloop in lichtlopend maken.
Pagina 251
Storingen - oorzaken en oplossingen Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Het net bereikt de baal niet. Door brokkelig goed wordt de Monteer de schroef (1) M8 x 40 met geleidingsplaat (3) omhoog moeren (2) rechts en links van de geduwd. geleidingsplaat (3).
Pagina 252
Storingen - oorzaken en oplossingen 17.2 Storingen aan de centrale kettingsmering Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Pomp loopt moeilijk, vuil in Gering olieverbruik Geringe druk pompgedeelte • Schoonmaken Pomp wordt niet voor volle slag ingedrukt • Instellen volgens handleiding Pompventiel sluit niet goed •...
Pagina 253
Storingen - oorzaken en oplossingen 17.3 Foutmeldingen van KRONE bedieningspaneel De foutmeldingen die in het display verschijnen worden beschreven in het hoofdstuk "Terminal" in de bijlage.
Pagina 254
Verwijdering van de machine Verwijdering van de machine 18.1 De machine verwijderen Na de gebruiksduur van de machine moeten de afzonderlijke bestanddelen van de machine volgens voorschrift worden verwijderd. De in het desbetreffende land geldende, actuele voorschriften voor afvalverwijdering en de hiervoor geldende wetten moeten in acht worden genomen.
Pagina 256
KRONE BETA II-terminal aansluiten ................... 3 KRONE ISOBUS-terminal aansluiten (CCI 1200) ............... 5 Extern ISOBUS-terminal aansluiten .................... 7 Camera op de KRONE ISOBUS-terminal CCI 1200 aansluiten .......... 8 KRONE BETA II-terminal ...................... 9 ISOBUS Shortcut Button niet aanwezig .................. 9 Terminal in- of uitschakelen .......................
Pagina 257
Inhoudsopgave Storingen van het elektrisch systeem/elektronica.............. 52 7.1.1 Foutmeldingen ........................... 52 7.1.1.1 Mogelijke foutsoorten (FMI) ....................... 53 7.1.2 Sensor-/actorfouten verhelpen .................... 54 7.1.3 Foutenlijst........................... 54 Comfort 1.0_nl...
Pagina 258
ü De machine is stopgezet en beveiligd, zie hoofdstuk Veiligheid "De machine stopzetten en beveiligen". ü De uitbreiding B290 "KRONE trekker uitbreiding" is gemonteerd. Verbinding terminal met trekker De 9-polige stekker (1) van het terminal met de 9-polige contactdoos (2) (In-cab) verbinden.
Pagina 259
Terminal aansluiten KRONE BETA II-terminal aansluiten INFO De kabel (5) kan onder vermelding van het bestelnummer 20 085 866 * worden besteld. De 9-polige stekker (4) van de kabel (5) met de 9-polige ISOBUS-contactdoos (3) van de trekker verbinden. De 11-polige stekker (6) van de kabel (5) met de 11-polige contactdoos (7) van de machine verbinden.
Pagina 260
Terminal aansluiten KRONE ISOBUS-terminal aansluiten (CCI 1200) KRONE ISOBUS-terminal aansluiten (CCI 1200) AANWIJZING Kortsluiting door verontreinigingen en vocht in de stekkerverbinding Door een kortsluiting kan er schade aan de machine ontstaan. Let erop dat de stekkers en contactdozen schoon en droog zijn.
Pagina 261
EQ001-181 ü De machine is stopgezet en beveiligd, Machine stopzetten en beveiligen. ü De uitbreiding B290 "KRONE trekker uitbreiding" is gemonteerd. Verbinding terminal met trekker De 12-polige stekker (2) van de kabel (3) met de 12-polige contactdoos (1) van de terminal verbinden.
Pagina 262
Terminal aansluiten Extern ISOBUS-terminal aansluiten Verbinding trekker met machine INFO De kabel (8) kan onder vermelding van het bestelnummer 20 086 886 * worden besteld. De 9-polige stekker (7) van de kabel (8) met de 9-polige ISOBUS-contactdoos (6) van de trekker verbinden. ...
Pagina 263
Camera op de KRONE ISOBUS-terminal CCI 1200 aansluiten EQ000-212 De kabel (3) van de camera (2) met de stekker (4) in de aansluiting C (6) van het KRONE ISOBUS-terminal CCI 1200 (1) steken. Om de stekker (4) correct aan te sluiten op de uitrichting op de gemarkeerde plaatsen (5) letten.
Pagina 264
(1) worden opgenomen en verder worden verwerkt. ISOBUS Shortcut Button niet aanwezig EQG000-022 De KRONE BETA II-terminal heeft geen ISOBUS-sneltoets. Op het display wordt het symbool (1) getoond. Het uitschakelen van machinefuncties via de ISOBUS Shortcut Button staat niet ter beschikking. Comfort 1.0_nl...
Pagina 265
KRONE BETA II-terminal Terminal in- of uitschakelen Terminal in- of uitschakelen EQ001-029 Voordat voor het eerst wordt ingeschakeld, controleren of de aansluitingen correct zijn bevestigd en goed vastzitten. Inschakelen De tuimelschakelaar (1) van positie I in positie II zetten.
Pagina 266
KRONE BETA II-terminal Display-opbouw Display-opbouw EQ001-033 Het display van de terminal is ingedeeld in de volgende zones: Statusregel (1) De statusregel (1) geeft de actuele toestanden van de machine (afhankelijk van de uitvoering) aan, pagina 18. Toetsen (2) De machine wordt door het bedienen van de toetsen (2) naast de symbolen op de grijze velden bediend, pagina 19.
Pagina 267
De overeenkomstige gegevens vindt u in de technische documentatie van de bediening resp. op de apparaten zelf. KRONE - machines, die een ISOBUS-uitrusting hebben, zijn afgestemd op dit systeem. EQG000-057 De elektronische uitrusting van de machine bestaat in hoofdzaak uit de boordcomputer (1), de terminal (2) en de besturings- en functie-elementen.
Pagina 268
KRONE ISOBUS-terminal (CCI 1200) Terminal in- of uitschakelen Terminal in- of uitschakelen EQ001-174 Voordat voor het eerst wordt ingeschakeld, controleren of de aansluitingen correct zijn bevestigd en goed vastzitten. INFO Bij het eerste inschakelen wordt de configuratie van de machine in het terminal geladen en in het geheugen van het terminal opgeslagen.
Pagina 269
Voor meer gegevens over de functiewijze van het terminal de handleiding van het terminal in acht nemen. Opbouw van de KRONE machinetoepassing EQG000-059 De KRONE machinetoepassing is in de volgende delen ingedeeld: Statusregel (1) De statusregel (1) geeft de actuele toestanden van de machine (afhankelijk van de uitvoering) aan, pagina 18.
Pagina 270
KRONE ISOBUS-terminal (CCI 1200) Eenheden op terminal instellen Er zijn de volgende hoofdvensterweergaven: • Scherm rijden op de weg • Werkscherm/en, zie pagina 22 • Menuniveau, zie pagina 27 Eenheden op terminal instellen Op het terminal kunnen in het menu "Gebruikersinstellingen" de eenheden zoals bijv. metrisch of imperial worden ingesteld.
Pagina 271
WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door gebruik van extern terminal en overige bedieningseenheden Bij toepassing van terminals en andere bedieningseenheden die niet door KRONE werden geleverd, moet erop worden gelet dat de gebruiker: ü de verantwoording voor het gebruik van KRONE-machines bij toepassing van machines aan niet door KRONE geleverde bedieningseenheden (Terminal/overige bedieningselementen) overneemt.
Pagina 272
KRONE-ISOBUS-terminal. Voor de inbedrijfstelling moet de werkwijze van de KRONE-ISOBUS-terminal in de bedrijfshandleiding nalezen. Een belangrijk verschil met de KRONE ISOBUS-terminal ligt in de rangschikking en het aantal toetsen met functies die door de geselecteerde ISOBUS-terminal van een andere fabrikant worden bepaald.
Pagina 273
Bij aangegeven foutmelding de storing verhelpen, pagina 52. Als de storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de servicepartner van KRONE. Statusregel INFO Gebruik een terminal met een resolutie van minder dan 480x480 pixels.
Pagina 274
Terminal – machinefuncties Toetsen Symbool Toelichting Een of meerdere foutmeldingen zijn opgetreden. Bij uitvoering "Touch-display": Wanneer dit symbool wordt ingedrukt, gaan de aanwezige foutmeldingen achtereenvolgens open, pagina 52. Messen naar binnen gezwenkt. Messen niet naar binnen gezwenkt. Voorsignalering ingesteld. Toetsen Welke symbolen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de uitrusting van de machine. De volgende weergegeven symbolen zijn niet altijd beschikbaar.
Pagina 275
Terminal – machinefuncties Weergaven in het werkscherm Weergaven in het werkscherm ∑ 126 cm EQG003-009 Welke symbolen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de uitrusting van de machine. De volgende weergegeven symbolen zijn niet altijd beschikbaar. Comfort 1.0_nl...
Pagina 276
Terminal – machinefuncties Weergaven in het werkscherm Symbool Toelichting De klantenteller 1 is geactiveerd. Richtingindicatie. Richtingindicatie pijlen: Links en rechts van de richtingindicatie kunnen tijdens de werking pijlen verschijnen. De pijlen hebben drie verschillende groottes, genummerd van 1 tot 3. De pijlen tonen de bestuurder naar welke kant en hoe sterk hij bij het rijden over het zwad zijn richting moet corrigeren om een gelijkmatige vulling van de perskamer te bereiken.
Pagina 277
Terminal – machinefuncties Werkscherm oproepen Symbool Toelichting Net/touw wordt afgesneden. Net/touw werd niet afgesneden. Net-/touwbinding is afgesloten. Werkscherm oproepen Scherm rijden op de weg Voorbeeldmenu EQG003-045 Uit het scherm van het rijden op de weg indrukken. Æ Het werkscherm wordt weergegeven, pagina 20.
Pagina 278
Terminal – machinefuncties Baaldiameter instellen Het terminal wisselt na ongeveer 5 minuten automatisch in het scherm rijden op de weg wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: ü De aftakas is uitgeschakeld. ü De achterklep is gesloten. ü De machine bevindt zich in de bedrijfstoestand Werken op het veld. Baaldiameter instellen Fortima V ∑...
Pagina 279
Terminal – machinefuncties Persdruk instellen Persdruk instellen Fortima F ∑ 55 % 55 % EQG003-038 1 Ingestelde streef-persdruk in % 2 Werkelijke persdruk in % Persdruk instellen via het scrollwieltje Met het scrollwieltje de te wijzigen blauwe waarde selecteren. ð...
Pagina 280
Terminal – menu's Menustructuur Terminal – menu's Menustructuur De menustructuur bestaat naargelang de uitrusting van de machine uit de volgende menu's. Menu Ondermenu Aanduiding Aantal netlagen, zie pagina 30 Voorsignalering, zie pagina 31 Bindstartvertraging, zie pagina 32 Gevoeligheid richtingindicatie, zie pagina 33 Correctie vulling, zie pagina 35 Handmatige bediening, zie pagina 36...
Pagina 281
Terminal – menu's Terugkerende symbolen Menu Ondermenu Aanduiding 15-1 Sensortest, zie pagina 43 15-2 Actortest, zie pagina 48 15-3 Software-info, zie pagina 51 Terugkerende symbolen Voor de navigatie op menuniveau/in de menu's verschijnen de volgende symbolen steeds opnieuw. Symbool Omschrijving Toelichting Pijl omhoog Omhoog bewegen om iets te selecteren Pijl omlaag Omlaag bewegen om iets te selecteren...
Pagina 282
Terminal – menu's Menuniveau opvragen Symbool Omschrijving Toelichting Minus De waarde verlagen. Pijl naar rechts De volgende modus weergeven. Pijl naar rechts De vorige modus weergeven. Menuniveau opvragen Om het menuniveau vanuit het werkscherm op te roepen, indrukken. Æ Het display geeft menuniveau aan. Van de menupagina's naar het hoofdmenu terugkeren: ...
Pagina 283
Terminal – menu's Waarde wijzigen Via het scrollwieltje Met behulp van het scrollwieltje het gewenste menu selecteren. ð Het geselecteerde menu wordt in kleur geaccentueerd. Om het menu op te roepen, het scrollwieltje indrukken. Æ Het menu wordt geopend. Bij uitvoering terminal met touchscreen Via het indrukken van de symbolen ...
Pagina 284
Terminal – menu's Modus wijzigen ð De waarde wordt in kleur geaccentueerd. Het scrollwieltje indrukken. ð Een invoervenster wordt geopend. Om de waarde te verhogen resp. te verlagen, het scrollwieltje draaien. Het scrollwieltje indrukken om de waarde op te slaan. Æ...
Pagina 285
Terminal – menu's Menu 1 "Aantal netlagen" (netbinding) Menu 1 "Aantal netlagen" (netbinding) EQG003-000 ü Het menuniveau is opgeroepen, pagina 27. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu"Aantal netlagen" weer. Aantal netlagen instellen De waarde verhogen resp. verlagen, pagina 28.
Pagina 286
Terminal – menu's Menu 3 "Voorsignalering" Aantal touwlagen aan het begin/inde van de touwbinding instellen De volgende waarden kunnen worden ingesteld: Symbool Toelichting Aantal touwlagen aan het begin van de touwbinding Aantal touwlagen aan het einde van de touwbinding De waarde verhogen resp. verlagen, pagina 28.
Pagina 287
Terminal – menu's 6.11 Menu 4 "Bindstartvertraging" (touwbinding) Fortima V Instelbereik: 0,0-2,5 s EQG003-003 ü Het menuniveau is opgeroepen, pagina 27. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Bindstartvertraging" weer. Bindstartvertraging instellen De waarde verhogen resp. verlagen, pagina 28.
Pagina 288
Om de waarde op te slaan, indrukken. INFO KRONE adviseert 0,0 s als bindstartvertraging voor touwbinding. 6.12 Menu 7 "Gevoeligheid richtingindicatie" In dit menu wordt de gevoeligheid van de richtingindicatie ingesteld. De richtingindicatie geeft aan of het zwad in het midden door de pick-up wordt opgepakt en geeft aanwijzingen in welke richting moet worden gereden.
Pagina 289
Terminal – menu's 6.13 Menu 8 "Selectie bindsoort" (bij uitvoering "Net- en touwbinding") EQG003-017 ü Het menuniveau is opgeroepen, pagina 27. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Gevoeligheid richtingindicatie" aan. Gevoeligheid van de richtingindicatie instellen ...
Pagina 290
Terminal – menu's Menu 9 "Correctie vulling" 6.14 Symbool Toelichting Netbinding Touwbinding 6.14 Menu 9 "Correctie vulling" Wanneer de baaldiameter niet wordt bereikt of te hoog is, kan met de correctie van de vulling van de baaldiameter binnen een vooraf gedefinieerd bereik (baalgrootte -10 tot +10 cm) worden gecorrigeerd.
Pagina 291
Terminal – menu's 6.15 Menu 10 "Handbediening "(bij geselecteerde netbinding) 6.15 Menu 10 "Handbediening "(bij geselecteerde netbinding) EQG003-006 ü Het menuniveau is opgeroepen, pagina 27. Om het menu te openen, selecteren. Æ Het display geeft het menu "Handmatige bediening" weer. De volgende statusindicaties kunnen in het display verschijnen: Symbool Toelichting...
Pagina 292
Terminal – menu's Menu 10 "Handbediening (bij geselecteerde touwbinding) 6.16 6.16 Menu 10 "Handbediening (bij geselecteerde touwbinding) EQG003-049 ü Het menuniveau is opgeroepen, pagina 27. Om het menu te openen, selecteren. Æ Het display geeft het menu "Handmatige bediening" weer. De volgende statusindicaties kunnen in het display verschijnen: Symbool Toelichting...
Pagina 293
Terminal – menu's 6.17 Menu 13 "Tellers" Symbool Toelichting Touwkoppeling gedeactiveerd Touwkoppeling geactiveerd 6.17 Menu 13 "Tellers" ∑ ∑ EQG003-011 ü Het menuniveau is opgeroepen, pagina 27. Om het menu te openen indrukken. Æ Het display geeft het menu "Tellers" aan. Het menu "Teller"...
Pagina 294
Terminal – menu's Menu 13 "Tellers" 6.17 6.17.1 Menu 13-1 "Klantenteller" 13-1 ∑ ∑ ∑ ∑ EQG003-012 ü Het menu 13 "Tellers" is opgeroepen pagina 38. Om het menu te openen ∑ indrukken. Æ Het display geeft het menu 13-1 "Klantenteller" weer. De weergegeven symbolen in het menu hebben de volgende betekenis: Symbool Toelichting...
Pagina 295
Terminal – menu's 6.17 Menu 13 "Tellers" Aantal balen wijzigen Het aantal balen kan in de klantenteller handmatig worden gewijzigd. De desbetreffende klantenteller moet hiervoor zijn geactiveerd. Met naar de gewenste klantenteller navigeren. Om het aantal balen te verhogen, indrukken.
Pagina 296
Terminal – menu's Menu 14 "ISOBUS" 6.18 Symbool Toelichting Totaalteller (niet wisbaar) Seizoenteller 1 (wisbaar) Seizoenteller 2 (wisbaar) Totaal aantal geperste ronde balen Bedrijfsurenteller Met de toetsen aan de zijkanten van de terminal kunnen de volgende functies worden bediend: Symbool Toelichting Seizoenteller 1 op nul zetten Seizoenteller 2 op nul zetten...
Pagina 297
Terminal – menu's 6.18 Menu 14 "ISOBUS" Menu Ondermenu Aanduiding ISOBUS, zie pagina 41 14-9 Omschakelen tussen terminals, zie pagina 42 6.18.1 Menu 14-9 "Omschakelen tussen terminals" INFO Dit menu is alleen aanwezig wanneer er meerdere ISOBUS-terminals zijn aangesloten. Bij de eerste omschakeling wordt de configuratie van de machine in het volgende terminal geladen.
Pagina 298
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 6.19 6.19 Menu 15 "Instellingen" EQG003-036 ü Het menuniveau is opgeroepen, pagina 27. Om het menu te openen, selecteren. Æ Het display geeft het menu "Instellingen" aan. Het menu "Instellingen" is ingedeeld in de volgende ondermenu's: Menu Ondermenu Aanduiding...
Pagina 299
Terminal – menu's 6.19 Menu 15 "Instellingen" 15-1 state: 1,5V 1,0V 1,0V 2,2V EQG003-030 ü Menu 15 "Instellingen" is opgevraagd, pagina 43. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu aan. Symbool Aanduiding Toelichting De vorige sensor selecteren De volgende sensor selecte- Menu verlaten Instelwaarden:...
Pagina 300
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 6.19 Sensor Aanduiding Sluitihaak perskamer rechts Positie touwgeleidingsslede Binding 2 (actief) Mogelijke statusindicaties van sensoren Symbool Aanduiding Sensor paraat Sensor contact (metaal voor de sensor) Sensor contactloos (geen metaal voor de sensor) Kabelbreuk of kortsluiting Defect aan sensor of boordcomputer Kabelbreuk Kortsluiting...
Pagina 301
Terminal – menu's 6.19 Menu 15 "Instellingen" De groene balk in het menu 15-1 "Sensortest" geeft de opgeslagen waarde aan. De zwarte balk toont de actuele waarde van de sensor. Zodra er een nieuwe waarde wordt opgeslagen, wordt de groene balk aan de zwarte balk aangepast. ü...
Pagina 302
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 6.19 Als bij gesloten en lege perskamer de balk (2) niet in de rechthoek (1) is, de sensor B09 of B10 mechanisch instellen: De schroefverbindingen van de sensor losmaken en zo ver in het langgat verschuiven tot in het display de balk (2) zich in de rechthoek (1) van de balkindicatie bevindt.
Pagina 303
Terminal – menu's 6.19 Menu 15 "Instellingen" 6.19.1.4 Sensor B62 "Binding 2 (actief)" instellen RP000-049 De sensor B62 "Binding 2 (actief)" bevindt zich aan de rechterzijde van de machine boven de V- snaar. De moer op de sensor (1) losmaken. RP000-051 ...
Pagina 304
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 6.19 15-2 state: EQG003-031 ü Menu 15 "Instellingen" is opgevraagd, pagina 43. Om het menu te openen, indrukken. ð Er gaat een waarschuwingsaanwijzing open die verwijst naar de handleiding. De veiligheidsroutine "Actortest uitvoeren" in acht nemen, zie hoofdstuk Veiligheid, "Veiligheidsroutines".
Pagina 305
Terminal – menu's 6.19 Menu 15 "Instellingen" Diagnose digitale actoren 15-2 state: EQG000-019 Fouten worden alleen weergegeven als de actor ingeschakeld is en voor de actor een test mogelijk is. Er kan ook rechtstreeks op de actor de LED aan de stekker worden gecontroleerd. ...
Pagina 306
Terminal – menu's Menu 15 "Instellingen" 6.19 6.19.3 Menu 15-3 "Software-info" 15-3 KRONE SW: D2515020105400000 0B0 EQG000-016 ü Menu 15 "Instellingen" is opgevraagd, pagina 43. Om het menu te openen, indrukken. Æ Het display geeft het menu "Software-info" weer. Weergavebereik Symbool...
Pagina 307
Bij aangegeven foutmelding de storing verhelpen, pagina 54. Als de storing niet kan worden verholpen, neem dan contact op met de klantenservice van KRONE. KMC - 521202- 5 EQG000-034 Indien aan de machine een storing optreedt, geeft het display een foutmelding weer. Gelijktijdig klinkt een akoestisch signaal (continu claxonsignaal).
Pagina 308
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica De foutmelding is volgens het volgende patroon opgebouwd: bijv. foutmelding "520192-19 " 520192 SPN (Suspect Parameter FMI=foutsoort, zie pagina 53 Symbool Number) = storingsnummer Foutmelding bevestigen De foutmelding noteren. Kort op drukken.
Pagina 309
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica Betekenis Er is een interne fout opgetreden. De waarden van de kalibratie liggen buiten het waardenbereik. Er zijn bijzondere aanwijzingen nodig. De bovenste grenswaarde is bereikt. De bovenste grenswaarde is overschreden. De onderste grenswaarde is bereikt. De onderste grenswaarde is onderschreden.
Pagina 310
Het storingsnummer met de FMI noteren en contact Het bedieningsterminal is de- fect. opnemen met de KRONE servicepartner. 520198- EEPROM van de KRONE Machine Controller (KMC) EEPROM Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 12: Er is een interne fout opgetreden. Het besturingsapparaat KMC vervangen.
Pagina 311
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 521100- Spanningsgroep (UB1) van de KRONE Machine Controller (KMC) High Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 3: Er is overspanning opgetreden of een kortsluiting naar voedingsspanning. De bedrading is niet in orde. De bedrading op beschadigingen controleren, pagina 54.
Pagina 312
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 521100- Spanningsgroep (UB1) van de KRONE Machine Controller (KMC) Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 6: Er is een massasluiting opgetreden of de stroomsterkte is te hoog. De bedrading is niet in orde. De bedrading op beschadigingen controleren, pagina 54.
Pagina 313
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 521101- Spanningsgroep (UB2) van de KRONE Machine Controller (KMC) High Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 5: Er is een kabelbreuk opgetreden of de stroomsterkte is te gering. De bedrading is niet in orde.
Pagina 314
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 521102- Spanningsgroep (UB3) van de KRONE Machine Controller (KMC) Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 4: Er is onderspanning opgetreden of een kortsluiting naar aarde. De bedrading is niet in orde. De bedrading op beschadigingen controleren, pagina 54.
Pagina 315
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 521103- Spanningsgroep (UB4) van de KRONE Machine Controller (KMC) High Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 3: Er is overspanning opgetreden of een kortsluiting naar voedingsspanning. De bedrading is niet in orde. De bedrading op beschadigingen controleren, pagina 54.
Pagina 316
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 521103- Spanningsgroep (UB4) van de KRONE Machine Controller (KMC) Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 6: Er is een massasluiting opgetreden of de stroomsterkte is te hoog. De bedrading is niet in orde. De bedrading op beschadigingen controleren, pagina 54.
Pagina 317
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 521104- Spanningsgroep (UB5) van de KRONE Machine Controller (KMC) High Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 5: Er is een kabelbreuk opgetreden of de stroomsterkte is te gering. De bedrading is niet in orde.
Pagina 318
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 521105- Spanningsgroep (UB6) van de KRONE Machine Controller (KMC) Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 4: Er is onderspanning opgetreden of een kortsluiting naar aarde. De bedrading is niet in orde. De bedrading op beschadigingen controleren, pagina 54.
Pagina 319
Het storingsnummer met de FMI noteren en contact sensoren kon niet worden ge- opnemen met de KRONE servicepartner. activeerd. 521107- Voedingsspanning van de KRONE Machine Controller (KMC) op aansluiting UE High Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 3: Er is overspanning opgetreden of een kortsluiting naar voedingsspanning.
Pagina 320
FMI 4: Er is onderspanning opgetreden of een kortsluiting naar aarde. Er is een kabelbreuk of kort- Het storingsnummer met de FMI noteren en contact sluiting opgetreden. opnemen met de KRONE servicepartner. 521110- Spanningsgroep (UB3) niet geslaagd voor de zelftest. Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 4: Er is onderspanning opgetreden of een kortsluiting naar aarde.
Pagina 321
FMI 4: Er is onderspanning opgetreden of een kortsluiting naar aarde. Er is een kabelbreuk of kort- Het storingsnummer met de FMI noteren en contact sluiting opgetreden. opnemen met de KRONE servicepartner. 521117- Voedingsspanning van de sensoren Uext4 foutief. Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 4: Er is onderspanning opgetreden of een kortsluiting naar aarde.
Pagina 322
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 7: Het net is niet aangetrokken. Alleen netrollen met de voorgeschreven afmetingen De netrol heeft verkeerde af- metingen. gebruiken, zie hoofdstuk Technische gegevens. Het spanwiel wordt niet tegen ...
Pagina 323
FMI 7: Het net werd niet losgemaakt. Het net wordt niet zuiver afgesneden. Verontreinigingen bij de snij-eenheid verwijderen. De snij-eenheid is stomp. Het mes door een KRONE servicepartner laten wisselen. Verontreinigingen bij de snij-eenheid verwijderen. De snij-eenheid wordt niet ge- spannen.
Pagina 324
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 7: Het touw loopt. De snij-eenheid controleren. Het touw wordt niet zuiver af- gesneden. Het mechanisme van de mesactivering controleren. De touwrem controleren en instellen, zie hoofdstuk Het touw wordt te lang afge- sneden.
Pagina 325
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica 522041- Ronde baal in de perskamer Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 0: Er is een vulprobleem. De ronde baal in de perskamer is aan de linkerkant te klein. Perskamer gelijkmatiger vullen. Sterk ongelijke vulling van de perskamer.
Pagina 326
Terminal – Foutmeldingen Storingen van het elektrisch systeem/elektronica Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 4: Er is onderspanning opgetreden of een kortsluiting naar aarde. FMI 5: Er is een kabelbreuk opgetreden of de stroomsterkte is te gering. De sensor is aan de buiten- ...
Pagina 327
FMI 31: Aan de voorwaarde is voldaan. De bedrading is niet in orde. De bedrading controleren. Het besturingsapparaat is de- Het storingsnummer met de FMI noteren en contact fect. opnemen met de KRONE servicepartner. 522531- KMB1 Comfort 1.0_nl...
Pagina 328
De bedrading controleren. De bedrading is niet in orde. Het storingsnummer met de FMI noteren en contact Het besturingsapparaat is de- fect. opnemen met de KRONE servicepartner. 522532- KMB2 Mogelijke oorzaak Oplossing FMI 31: Aan de voorwaarde is voldaan.
Pagina 329
Aanhangsel Aanhangsel 20.1 Hydraulische schakelschema's Fortima F 1250 (MC) / Fortima F 1600 (MC) FOR00041 Afb. 201 Pick-up Mes 0...
Pagina 330
Aanhangsel Fortima V 1500 (MC) / Fortima V 1800 (MC) 14 bar 15 - 200 bar 20 bar 8 bar 1500/1800 FOR00042 Afb. 202 Pick-up Mes 0 Spancilinder Achterklep...
Pagina 347
Extra uitrustingen en reserveonderdelen ... 17 Balen binden en neerleggen ......121 Filter voor hydraulische olie vervangen ... 243 Banden.............. 213 Foutmeldingen van KRONE bedieningspaneel 253 Banden controleren en onderhouden ....214 Frictiekoppeling op de tussenas beluchten..197 Bandenspanning ..........84 Functiewijze van de netbinding ......
Pagina 348
Gevarenbronnen aan de machine ...... 27 Messen slijpen ......... 198, 225 Gevarenzones ............ 20 Messen vervangen ........... 220 Gewasgeleiderol ..........126 Messennulschakeling........135 stootplaat instellen ........127 Messenschakelas instellen ......139 stootplaat op gewasgeleiderol demonteren of Messensnelsluiting ........... 137 monteren ........... 128 Metrische draadschroeven met fijn schroefdraad Gewasgeleiderol instellen .........
Pagina 349
Oogstgoedblokkades verwijderen ....141 Spanarm rolbodem achter reinigen ....210 Opbergen van de reservemessen ....224 Spannen van de aandrijfkettingen ....203 Opgetilde pick-up borgen........109 Spatbescherming ..........122 Opslag............... 244 Stootplaat aan de gewasgeleiderol instellen ... 127 Stootplaat op gewasgeleiderol demonteren of monteren ............
Pagina 350
Voor de eerste inbedrijfstelling ......69 afbeeldingen ........... 11 Voorbereiding van de machine voor het transport waarschuwingsaanwijzingen ......13 ..............112 Werkplekken aan de machine ......17 Touwklastklep borgen ........115 Wielwiggen ............54 Weergavemiddelen ..........11 Zijkappen borgen ..........114 aanwijzingen met informatie en adviezen ..