Rijden en transport
10.3
Verlichting voor rijden op de weg controleren
Afb. 65
Voorwaarde
–
De verlichting voor het rijden op de weg is op de trekker aangesloten, zie hoofdstuk
Inbedrijfstelling, "Verlichting voor het rijden op de weg aansluiten".
•
Controleer de goede werking van de achterlichten (2) en richtingaanwijzers (1), maak ze
schoon.
•
Hetzelfde geldt voor de reflectoren die aan beide kanten van de machine zijn aangebracht,
zo ook voor de witte breedtelichten aan de voorkant.
110
1
2
RP-R-002