Eerste ingebruikneming
7.4.3
Aanpassing van de lengte
•
De machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid -> Veiligheidsroutines,
"Machine stopzetten en beveiligen".
Afb.37
Voor het aanpassen van de lengte van de tussenas de machine aan de trekker koppelen. Bij
een scherpe bocht wordt de kortste afstand tussen trekker en pers bereikt.
De machine is aan de montage in de driepunt van de trekker gekoppeld.
De tussenas (1) moet in de lengte worden aangepast.
•
De tussenas uit elkaar trekken.
•
Aan de trekker- (1) en machinezijde (2) elk een helft monteren.
•
De overlapping van de profiel- en beschermhulzen controleren.
•
De profiel- en beschermhulzen zodanig inkorten dat de tussenassen in de kortste
bedrijfsstand vrij beweeglijk zijn.
•
De verdere handelswijze kunt u lezen in de handleiding bij de tussenas, meegeleverd door
de fabrikant van de cardanas.
Afb. 38
•
Om de tussenas (2) met de tussenasketting (1) te beveiligen, de tussenasketting (1) in de
houder (3) aan de dissel inhangen.
82
1
1
2
2
3
FOR00015
3
FOR00117