Download Print deze pagina

Krone Fortima F 1250 MC Originele Handleiding pagina 219

Verberg thumbnails Zie ook voor Fortima F 1250 MC:

Advertenties

Aanwijzing
Iedere keer voordat de remstangen (2a,2b) opnieuw worden ingesteld moet de dikte van de
voering van de remblokken worden gecontroleerd. De voering moet een minimale dikte van 2
mm hebben.
1
Remstangen (2b) van remhendel (4) demonteren.
2. Op de remstangen (2a) de contramoeren (1) losdraaien
3. Remstangen (2a) verdraaien tot de remhendelweg a1 tijdens de bediening ca. 30 mm
bedraagt.
Aanwijzing
Bij de volgende instellingen moet de compensatiehefboom (11) zowel in het langgat (I) als
boven in (II) de houder (12) aanliggen.
4
Remstangen (2a) van remhendel (5) demonteren
5. Aansluitend remstang (2b) weer op remhefboom (4) monteren (remhefboomlengte (HL) in
acht nemen)
6. Op de remstangen (2b) de contramoeren (3) losdraaien
7. Remstangen (2b) verdraaien tot de remhefboomweg a2 bij bediening ca. 30 mm bedraagt.
8. Aansluitend remstang (2a) weer op remhefboom (5) monteren (remhefboomlengte (HL) in
acht nemen).
9. Rem bedienen. Daarbij moet de slag van de cilinder X tussen 25 mm en 50 mm liggen.
Aanwijzing
Als de cilinderslag X te groot is, remstangen (2a en 2b) bijstellen (remstangen verlengen).
Na het bijstellen van de remstangen (2a,2b) controleren of
de wielen bij geloste rem vrij draaien. Als dit niet het geval is moeten de remstangen
(2a,2b) worden versteld (remstangen inkorten),
de schroefdraad (6) van de remstangen (2a,2b) min.=0 mm op de koppen van de
vorken uitsteekt.
Kan de schroefdraadlengte (6) (min. = 0 mm) onvoldoende worden aangehouden,
moeten de remhefbomen (4,5) tegen de werkingsrichting (7) in op de remassen
worden verschoven.
10. Contramoeren (1,3) op de remstangen (2a,2b) weer vastdraaien.
Aanwijzing
Er op letten dat alle veiligheidsvoorzieningen zijn gemonteerd.
Onderhoud
219

Advertenties

loading