11.8.2
Stootplaat aan de gewasgeleiderol instellen
Fortima F 1250 (MC) / F 1600 (MC)
De hoogte van de stootplaat (1) kan aan het zwad worden aangepast. In de fabriek werd positie
I ingesteld. Bij zeer vochtig oogstgoed wordt aanbevolen om de stootplaat in positie II te zetten.
Afb. 82
De stootplaat (1) van positie I in positie II zetten
Aan de linker en rechter kant van de machine
•
Om de beugel (2) te demonteren
•
de klapstekker (3) eruit trekken.
•
de vlakke ronde schroef (4) losdraaien.
•
de beugel verwijderen.
•
De klapstekker (5) eruit trekken.
•
De schroefverbinding (6) een gat lager zetten.
•
De stootplaat (1) in de bovenste boring verplaatsen en met de klapstekker (5) borgen.
•
Om de beugel te monteren
•
de vlakke ronde schroef (4) in de voorste vierkante boring (7) zetten en met
afstandsbuis, ring en borgmoer bevestigen.
•
de beugel op de bout (3) zetten en met de klapstekker (3) borgen.
De stootplaat (1) van positie II in positie I zetten
Aan de linker en rechter kant van de machine
•
Om de beugel (2) te demonteren
•
de klapstekker (3) eruit trekken.
•
de vlakke ronde schroef (4) losdraaien.
•
de beugel verwijderen.
•
De klapstekker (5) eruit trekken.
•
De schroefverbinding (8) een gat hoger zetten.
•
De stootplaat (1) in de onderste boring verplaatsen en met de klapstekker (5) borgen.
•
Om de beugel te monteren
•
de vlakke ronde schroef (4) in de achterste vierkante boring (9) zetten en met
afstandsbuis, ring en borgmoer bevestigen.
•
de beugel op de bout (3) zetten en met de klapstekker (3) borgen.
4
9
1
6
2
1
I
2
4
3
7
5
1
8
II
Bediening
2
3
5
127