5.2 Montage
Controle voorafgaande aan de montage
Het product is ontworpen voor oppervlakmontage. Voordat u de unit
monteert dient u ervoor te zorgen dat:
• U een geschikte plaats kiest.
• U de kabelverbindingen en de plaatsen waar de kabels moeten
worden gelegd hebt vastgesteld.
Montageschema
Montage-instructies
1. Controleer de gekozen plaats voor de unit. Er is een schone,
vlakke ondergrond vereist met voldoende vrije ruimte achter het
paneel.
2. Zet de meegeleverde montagemal vast op de gekozen plaats
met behulp van plakband.
3. Gebruik wanneer mogelijk een gatenboor van de juiste
omvang en zaag het middengat uit zoals is aangegeven op de
montagemal, of
4. Maak met een geschikte gatenboor geleidegaten in alle hoeken
en gebruik een decoupeerzaag langs de binnenrand van de
snijlijn te zagen.
5. Controleer of de unit in het uitgezaagde stuk past en vijl langs de
zaagsnede totdat deze glad is.
6. Verwijder de beschermlaag van de meegeleverde pakking en
plaats de plakzijde van de pakking op de display-unit. Druk hem
stevig op de flens.
7. Schroef het meegeleverde montagedraadeinde op de achterkant
van de unit.
8. Voer de kabels door de meegeleverde klembeugel en sluit ze
aan op de unit.
9. Zet het instrument en de beugel vast met behulp van de
duimmoer en het draadeinde.
Plaatsbepaling en montage
5.3 Beugelmontage
Om de unit op een beugel te monteren volgt u de instructies die met
de montagebeugel (onderdeelnummer E25024) zijn meegeleverd.
D12357-1
D12358-1
25