Download Print deze pagina

FLIR Raymarine i70s Installatie- En Bedieningsvoorschriften pagina 86

Advertenties

7.5 Kalibratie roerstandindicator
U kunt een roerstandtransducer die aansloten is op een iTC-5 kalibreren.
De roerstandtransducer moet zijn verbonden met de roerstandaansluiting van de
iTC-5 . Roerstandtransducers die zijn verbonden met een stuurautomaat moeten
worden gekalibreerd met behulp van de stuurautomaat-bedienunit.
Het roer centreren
Voor het centreren van het roer dient de feitelijke stand van het roer bekend te zijn.
Doe het volgende vanuit een Favorieten-pagina:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Instellingen.
3. Selecteer Instellen transducers.
4. Selecteer Doorgaan.
Het instrumentdisplay zoekt de aangesloten apparaten en toont een lijst met de
gevonden resultaten. (bijv. iTC-5, DST of transducerpod)
5. Selecteer iTC-5.
Er wordt een lijst weergegeven met beschikbare transducergegevens,
6. Selecteer Roer.
7. Selecteer Roer centreren.
8. Draai aan het stuur totdat het roer is gecentreerd.
De roerstand heeft indicatoren in de voet en in de roerarm, zorg ervoor dat
deze markeringen zijn uitgelijnd.
9. Selecteer Ok wanneer het roer is gecentreerd.
De aanwijzer op het scherm wordt op nul gezet.
86

Advertenties

loading