• Het distributiepunt dient te worden gevoed vanaf de primaire voedingsbron van
het schip met een 8AWG (8,36 mm
• In het ideale geval dient alle apparatuur te worden verbonden via afzonderlijke
thermische stroomonderbrekers of zekeringen met de juiste waarde en
de passende stroomkringbeveiliging. Wanneer dit niet mogelijk is en een
stroomonderbreker wordt gedeeld door meerdere apparaten, gebruikt u
afzonderlijke inline-zekeringen voor iedere stroomkring om te zorgen voor de
benodigde beveiliging.
• U dient altijd de aanbevolen waarden voor stroomonderbrekers/zekeringen in
de productdocumentatie in acht te nemen.
• Als u de voedingskabel moet verlengen, zorg er dan voor dat u een kabel
gebruikt met de juiste waarden en dat voldoende voeding (12 VDC) beschikbaar
is op de voedingsaansluiting van de SeaTalkng ®-backbone.
Belangrijk: Houdt u er rekening mee dat de juiste waarde voor de thermische
stroomonderbreker afhankelijk is van het aantal apparaten dat u aansluit.
Meer informatie
Raymarine adviseert de 'best practice' in acht te nemen voor alle elektrische
installaties op schepen, zoals vermeld in de volgende normen:
• BMEA Gedragscode voor elektrische en elektronische installaties op schepen
• NMEA 0400 Installatienorm
• ABYC E-11 AC & DC Elektrische systemen op schepen
• ABYC A-31 Acculaders en omvormers
• ABYC TE-4 Beveiliging tegen onweer
Een stroomonderbreker delen
Wanneer meerdere apparaten een stroomonderbreker delen dient u een
bescherming in te bouwen voor de afzonderlijke stroomkringen. Bijv. door het
aansluiten van een in-line zekering voor iedere stroomkring.
1
2
40
2
) kabel.
Positieve (+) strook
Negatieve (-) strook