Kalibratietabel
Standaard hebben snelheidstransducers een aantal standaard kalibratiepunten, die
worden overschreven tijdens de normale snelheidskalibratie. De kalibratiepunten
worden opgeslagen in de kalibratietabel. U kunt de kalibratietabel openen vanuit
het menu Geavanceerd.
In het menu Geavanceerd kunt u:
• De bestaande kalibratietabel bekijken
• De bestaande kalibratiepunten aanpassen ( kalibratiepunten toevoegen,
bewerken of verwijderen)
• Een nieuwe kalibratietabel invoeren
• De logsnelheid met SOG vergelijken
• De kalibratie terugzetten naar de fabrieksinstellingen
De kalibratietabel bekijken
Kalibratiepunten worden opgeslagen in de kalibratietabel.
Doe het volgende vanuit een Favorieten-pagina:
1. Selecteer Menu.
2. Selecteer Instellingen.
3. Selecteer Instellen transducers.
4. Selecteer Doorgaan.
Het instrumentdisplay zoekt de aangesloten apparaten en toont een lijst met de
gevonden resultaten. (bijv. iTC-5, DST of transducerpod)
5. Selecteer het apparaat waarop de transducer(s) die u kalibreert is (zijn)
aangesloten.
Er wordt een lijst weergegeven met beschikbare transducergegevens,
6. * Selecteer Snelheid.
Belangrijk: * Stap alleen beschikbaar bij iTC-5.
7. Selecteer Snelheidskalibratie.
8. Selecteer Geavanceerd.
9. Selecteer Kalibratietabel bekijken.
De kalibratietabel wordt weergegeven.
1.
Snelheidstransducer aangesloten via iTC-5 of Speed pod.
2. Smart DST-transducer direct aangesloten op SeaTalk
10. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag om omhoog en omlaag door de
tabel te bladeren.
11. Selecteer Terug om terug te keren naar het menu Geavanceerd.
De snelheid controleren
De huidige snelheid kan op ieder moment worden gecontroleerd in het menu
Geavanceerd.
Doe het volgende in het menu Geavanceerd:
1. Selecteer Snelheid controleren.
De pagina Snelheid controleren wordt weergegeven:
76
ng
.