Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Extra Interface X3; Voorgeschreven Gebruik; Levering; Montage En Aansluiting - Rittal SK 3302 Series Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.1.8 Extra interface X3

Opmerking:
Bij de elektrische signalen van de interface
gaat het om lage spanningen (niet om lage
veiligheidsspanningen volgens EN 60
Op de 9-polige SUB-D-connector X3 kunt u een
extra interfacekaart aansluiten om het koelaggre-
gaat aan hogere bewakingssystemen te koppelen
(als toebehoren leverbaar, interfacekaart bestelnr.
SK 3124.200).

3.2 Voorgeschreven gebruik

RITTAL koelaggregaten werden volgens de gel-
dende stand der techniek en de erkende veiligheids-
technische regels ontwikkeld en geconstrueerd.
Desondanks kan er bij ondeskundig gebruik
levens- en letselgevaar resp. materiaalschade
optreden. Het aggregaat is uitsluitend bestemd
voor het koelen van kasten. Elke andere toepas-
sing wordt gezien als niet-voorgeschreven gebruik.
Voor hieruit ontstane schade of ondeskundige mon-
tage, installatie of toepassing is de fabrikant niet
aansprakelijk. Het risico ligt uitsluitend bij de
gebruiker.
Tot het voorgeschreven gebruik behoort ook het in
acht nemen van alle geldende documentatie als-
mede het naleven van inspectie- en onderhouds-
voorwaarden.

3.3 Levering

Het aggregaat wordt compleet gemonteerd als
leveringseenheid geleverd.
Controleer de levering op volledigheid:
Aantal
Benaming
1
Koelaggregaat
1
Verzendzakje:
1
– Montage- en installatiehandleiding
1
– Montage-, installatie- en
bedieningshandleiding op CD-ROM
1
– Afdichtingsband (zelfklevend)
1
– Aansluitconnector X1
4 – 10
– Schroefpennen
1
– Conformiteitsverklaring
– Moeren, ringen
1
Boorsjabloon
Tab. 1: Levering
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding RITTAL koelaggregaat

4 Montage en aansluiting

4
Montage en aansluiting

4.1 Keuze van de standplaats

Neem bij de keuze van de standplaats voor de
behuizing de volgende aanwijzingen in acht:
335).
– De standplaats en daarmee de plaatsing van het
koelaggregaat dient zodanig te worden gekozen
dat een goede be- en ontluchting is gewaar-
borgd (afstand tussen de koelaggregaten onder-
ling en de wand tenminste 200 mm).
– Het koelaggregaat dient verticaal te worden inge-
bouwd en bediend (max. afwijking: 2°).
– De standplaats dient vrij van sterke verontreini-
ging en vocht te zijn.
– De omgevingstemperatuur mag niet hoger zijn
dan 55°C.
– Er moet een condensafvoer kunnen worden
gerealiseerd (zie „4.4 Condensafvoer aanslui-
ten", pagina 11).
– De op het typeplaatje van het aggregaat ver-
melde netaansluitgegevens dienen te zijn
gewaarborgd.

4.2 Aanwijzingen bij de montage

4.2.1 Algemeen

– Let op of de verpakking niet is beschadigd. Olie-
sporen op een beschadigde verpakking duiden op
koudemiddelverlies, het aggregaat kan zijn gaan
lekken. Elke beschadiging van de verpakking kan
de oorzaak zijn van een toekomstige functieuitval.
– De behuizing dient aan alle zijden te zijn afgedicht
(IP 54). Een ondichte behuizing heeft een hogere
condensopbouw tot gevolg.
– Om een hoge condensaatopbouw in de behui-
zing te voorkomen, raden wij de inbouw van een
deurschakelaar aan (bijv. PS 4127.000), die het
koelaggregaat bij het openen van de kastdeur uit-
schakelt (zie „3.1.7 Deurschakelaar", pagina 6).
NL
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave