De programmering is in principe voor alle instel-
bare parameters gelijk.
Om naar de programmeermode te gaan:
• Druk gedurende ca. 5 sec. op toets 2 („Set").
De regeling bevindt zich nu in de programmeer-
mode. Wanneer u in de programmeermode gedu-
rende ca. 30 sec. op geen enkele toets drukt, dan
knippert de weergave eerst en vervolgens keert de
regeling terug naar de normale weergavemode.
De weergave „Esc" signaleert hierbij dat eventueel
aangebrachte wijzigingen niet werden opgeslagen.
• Druk op de programmeertoets
(°F) om tussen de instelbare parameters te
wisselen (zie tabellen 4 en 5).
• Druk op toets 2 („Set") om de weergegeven
parameters die u wilt wijzigen te selecteren.
De actuele waarde van deze parameters wordt
weergegeven.
• Druk op één van de programmeertoetsen
resp.
(°F).
De weergave „Cod" verschijnt. Om een waarde te
kunnen wijzigen, dient u de toegangscode „22" in
te voeren.
• Houd de programmeertoets
drukt tot „22" verschijnt.
• Druk op toets 2 („Set") om de code te bevestigen.
6.2.4 Instelbare parameters
Zie ook afb. 39 op pagina 28.
Progr.-
Display-
Parameter
niveau
weergave
1
St
Instelwaarde
interne
behuizing-
temperatuur T
2
Fi
Filtermat-
bewaking
3
Ad
Master-slave-
code
4
CF
Omschakeling
°C/°F
5
H1
Instelling
schakel-
hysterese
6
H2
Waarde-
verschil van
foutmelding
A2
Tab. 4: Instelbare parameters
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding RITTAL koelaggregaat
Nu kunt u de parameter binnen de aangegeven
grenswaarden wijzigen.
• Druk op één van de programmeertoetsen
resp.
• Druk op toets 2 („Set") om de wijziging te bevesti-
gen.
Nu kunt u op dezelfde wijze andere parameters
wijzigen. De wijzigingscode „22" hoeft u hiervoor
niet opnieuw in te voeren.
• Om de Programmeermode te verlaten, drukt u
opnieuw gedurende ca. 5 sec. op toets 2 („Set").
(°C) resp.
Op het display verschijnt „Acc" om aan te geven
dat de wijzigingen zijn opgeslagen. Vervolgens
keert het display terug naar normaal bedrijf (interne
behuizingstemperatuur).
U kunt de comfortcontroller ook via een diagnose-
softwareprogramma (bestelnr. SK 3159.100) pro-
grammeren. Deze software wordt geleverd met en
verbindingskabel voor aansluiting op een PC. Als
(°C)
interface dient de connector van de verbindings-
kabel aan de achterzijde van het display van de
comfortcontroller.
(°C) zo lang inge-
Min.-
Max.-
Fabrieks-
waarde
waarde
instelling
20
55
35
i
10
60
99
(= Uit)
0
19
0
0
1
0
2
10
5
3
15
5
6 Bediening
(°F).
Beschrijving
De instelwaarde van de interne behuizingstem-
peratuur is door de fabriek ingesteld op 35°C en
in het bereik van 20 – 55°C instelbaar.
Om de filtermatbewaking te activeren, stelt u de
waarde min. 10 K via de in de programmeer-
mode „Fi" weergegeven temperatuurverschil-
waarde; de filtermatbewaking is door de fabriek
uitgeschakeld (99 = Uit).
Zie „6.2.7 Master-slave-code instellen",
pagina 30.
De temperatuurweergave is omschakelbaar van
°C (0) naar °F (1). De actuele temperatuureen-
heid wordt via de betreffende LED weergegeven.
Het koelaggregaat is door de fabriek ingesteld
op een schakelhysterese van 5 K. Deze para-
meters mogen uitsluitend na overleg met RITTAL
worden gewijzigd. Neem contact met ons op.
Wanneer de interne behuizingstemperatuur 5 K
boven de ingestelde insteltemperatuur stijgt, dan
verschijnt foutmelding A2 (interne behuizingstem-
peratuur te hoog) op het display. Indien gewenst
kunt u hier het waardeverschil binnen het bereik
van 3 – 15 K wijzigen.
NL
(°C)
27