b4 Eenv. belichtingscorrectie
Aan (automat. herstellen)
Aan
Uit
b5 Matrixmeting
Gezichtsherkenning aan
Gezichtsherkenning uit
b6 Centrumgericht meetveld
8 mm
12 mm
15 mm
20 mm
Gemiddelde
b7 Fijnafst. voor opt. belichting
Matrixmeting
Centrumgerichte meting
Spotmeting
Op hoge lichten gerichte lichtm.
c Timers/AE-vergrendeling
c1 AE-vergrend. ontspanknop
Aan (half indrukken)
Aan (serieopname)
Uit
U
302
Kies of belichtingscorrectie kan worden
aangepast door alleen maar aan een
instelschijf te draaien zonder op de
E-knop te drukken.
(standaard ingesteld op Gezichtsherkenning aan)
Kies Gezichtsherkenning aan om
gezichtsherkenning in te schakelen bij het
fotograferen van portretten met
matrixmeting tijdens zoekerfotografie
(0 129).
(standaard ingesteld op 12 mm)
Kies de grootte van het gebied dat het
meeste gewicht toekent wanneer
centrumgerichte meting wordt gebruikt in
zoekerfotografie. Als een objectief zonder
CPU is bevestigd, wordt de grootte van het
gebied vast ingesteld op 12 mm.
Stel de belichting fijn af voor elke
lichtmeetmethode. Hogere waarden
produceren heldere opnamen, lagere
waarden donkere opnamen.
Kies of de belichting vergrendelt wanneer
de ontspanknop wordt ingedrukt.
(standaard ingesteld op Uit)
(standaard ingesteld op Uit)