Druk op de T-knop om de beeldkwaliteit in te stellen en draai aan
de hoofdinstelschijf totdat de gewenste instelling in het achterste
bedieningspaneel wordt weergegeven.
T-knop
A
Aantal resterende opnamen
Het indrukken van de T-knop geeft het aantal
resterende opnamen weer in het achterste
bedieningspaneel. Het aantal resterende opnamen
wisselt met de optie die is geselecteerd voor
beeldkwaliteit.
A
JPEG-compressie
Beeldkwaliteitopties met een sterretje ("★") gebruiken compressie, bedoeld
om maximale kwaliteit te garanderen; het formaat van de bestanden
varieert met de scène. Opties zonder een sterretje gebruiken een type
compressie die bedoeld is om kleinere bestanden te produceren;
bestanden hebben vaak ongeveer hetzelfde formaat, ongeacht de
opgenomen scène.
A
NEF + JPEG
Als foto's gemaakt met de instellingen van NEF (RAW) + JPEG, op de camera
worden bekeken met slechts één geplaatste geheugenkaart, wordt alleen
de JPEG-afbeelding weergegeven. Als beide kopieën op dezelfde kaart zijn
vastgelegd, worden beide kopieën gewist zodra de foto wordt gewist. Als
de JPEG-kopie op een afzonderlijke geheugenkaart wordt opgeslagen met
behulp van de optie Functie van kaart in sleuf 2 > RAW sleuf 1 – JPEG
sleuf 2, dan moet elke kopie afzonderlijk worden gewist.
A
Het menu Beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit kan tevens worden aangepast met behulp van de optie
Beeldkwaliteit in het foto-opnamemenu (0 292).
Hoofdinstelschijf
Achterste
bedieningspaneel
Achterste
bedieningspaneel
d
93