Belichtingscorrectie
Met belichtingscorrectie kan de door de camera geselecteerde
belichtingswaarde gewijzigd worden om foto's helderder of
donkerder te maken. Deze functie werkt het best in combinatie met
centrumgerichte meting of spotmeting (0 129). Kies uit waarden
tussen –5 LW (onderbelichting) en +5 LW (overbelichting) in stappen
1
van
/
LW. In het algemeen maken positieve waarden het onderwerp
3
helderder terwijl negatieve waarden het onderwerp donkerder
maken.
–1 LW
Geen
+1 LW
belichtingscorrectie
Druk, om een waarde voor belichtingscorrectie te kiezen, op de
E-knop en draai aan de hoofdinstelschijf totdat de gewenste
instelling wordt weergegeven in de zoeker en het bovenste
bedieningspaneel.
E-knop
Z
Hoofdinstelschijf
Bovenste
bedieningspaneel
143