V
Belichting
Lichtmeting
Lichtmeting bepaalt hoe de camera de belichting instelt. De volgende
opties zijn beschikbaar:
Optie
Matrix: Produceert natuurlijke resultaten in de meeste situaties. De
camera meet een breed veld van het beeld en stelt de belichting in
volgens de verdeling van toonwaarden, kleur, compositie en met G-,
L
E- of D-type objectieven (0 323), afstandsinformatie (3D-
kleurenmatrixmeting III; met andere CPU-objectieven gebruikt de
camera kleurenmatrixmeting III waarbij 3D-afstandsinformatie niet is
inbegrepen).
Centrumgericht: De camera meet het gehele veld maar wijst het
grootste gewicht aan het middelste veld toe (als een CPU-objectief is
bevestigd, kan de grootte van het veld worden geselecteerd met
behulp van Persoonlijke instelling b6, Centrumgericht meetveld,
M
0 302; als er een objectief zonder CPU is bevestigd, dan is het veld
gelijk aan een cirkel met een diameter van 12 mm). Klassieke meter
voor portretten; aanbevolen bij het gebruik van filters met een
belichtingsfactor (filterfactor) van meer dan 1×.
Spot: De camera meet een cirkel met een diameter van 4 mm (circa
1,5% van het beeld), en zorg ervoor dat het onderwerp correct belicht
wordt, ook als de achtergrond veel lichter of donkerder is. Gemeten
veld bevindt zich in het midden van het huidige scherpstelpunt. Merk
N
echter op dat de camera het middelste scherpstelpunt meet als:
• automatisch veld-AF, groep-veld-AF (HL) of groep-veld-AF (VL) is
geselecteerd voor AF-veldstand (0 104), of
• objectief zonder CPU is bevestigd
Op hoge lichten gerichte lichtm.: Camera wijst het grootste gewicht aan
hoge lichten toe. Gebruik om verlies van details in hoge lichten te
t
verminderen, bijvoorbeeld bij het fotograferen van artiesten die op
een podium door spotlicht worden belicht.
Beschrijving
Z
129