Twee geheugenkaarten
gebruiken
Wanneer er twee geheugenkaarten in de camera zijn geplaatst, kunt u
het item Functie van kaart in sleuf 2 in het foto-opnamemenu
gebruiken om de functie van de kaart in sleuf 2 te kiezen. Kies uit
Overloop (de kaart in sleuf 2 wordt alleen gebruikt wanneer de kaart
in sleuf 1 vol is), Back-up (elke foto wordt twee keer vastgelegd, één
keer op de kaart in sleuf 1 en nogmaals op de kaart in sleuf 2) en RAW
sleuf 1 – JPEG sleuf 2 (zoals voor Back-up, behalve dat de NEF/RAW-
kopieën van foto's vastgelegd bij de instellingen NEF/RAW + JPEG
alleen op de kaart in sleuf 1 worden vastgelegd en JPEG-kopieën
alleen op de kaart in sleuf 2).
A
"Back-up" en "RAW sleuf 1 – JPEG sleuf 2"
Wanneer Back-up of RAW sleuf 1 – JPEG sleuf 2 is geselecteerd, toont de
camera het aantal resterende opnamen op de kaart met het minste
geheugen, en spraakmemo's (0 272) worden op de kaart in sleuf 1
opgenomen. Ontspanstand wordt uitgeschakeld wanneer één van de
kaarten vol is.
A
Films opnemen
Wanneer er twee geheugenkaarten in de camera zijn geplaatst, kan de sleuf
die wordt gebruikt voor het opnemen van films worden geselecteerd met
behulp van de optie Bestemming in het filmopnamemenu (0 296).
d
97