Bij waarden anders dan ±0,0 wordt na het ontspannen van de
W (M)-knop een Y-pictogram weergegeven in het bovenste
bedieningspaneel en de zoeker. De huidige waarde voor flitscorrectie
kan worden gecontroleerd door op de W (M)-knop te drukken.
Normale flitssterkte kan worden hersteld door flitscorrectie in te
stellen op ±0,0. Flitscorrectie wordt niet teruggezet wanneer de
camera wordt uitgeschakeld.
A
Optionele flitsers
In i-DDL en automatisch diafragma (qA) flitserregelingsstanden wordt de
flitscorrectie geselecteerd voor de optionele flitser of de optie
Flitserregeling in het foto-opnamemenu toegevoegd aan de flitscorrectie
die is geselecteerd voor de W (M)-knop en instelschijf.
A
Zie ook
Zie Persoonlijke instelling b3 (Stap belichtings-/flitscorr., 0 301) voor
informatie over het kiezen van de stapgroottes die beschikbaar zijn voor
flitscorrectie. Zie persoonlijke instelling e3 (Belichtingscorr. voor flitser,
0 306) voor informatie over de keuze of de flitscorrectie moet worden
toegepast als aanvulling op belichtingscorrectie wanneer de flitser wordt
gebruikt. Zie pagina 147 voor informatie over automatisch variërend
flitsniveau voor een serie opnamen.
l
201