❚❚ De elektronische afstandsmeter
De aanduiding van de zoekerbeeldscherpte kan
worden gebruikt om te controleren of het
onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt
scherp in beeld is (het scherpstelpunt kan uit 55
scherpstelpunten worden geselecteerd). Druk
de ontspanknop half in nadat het onderwerp in
het geselecteerde scherpstelpunt is geplaatst en draai aan de
scherpstelring van het objectief totdat de scherpstelaanduiding (I)
wordt weergegeven. Merk op dat bij de onderwerpen vermeld op
pagina 113, de scherpstelaanduiding soms wordt weergegeven
wanneer het onderwerp niet scherp in beeld is; controleer vóór de
opname de scherpstelling in de zoeker. Zie pagina 100 voor
informatie over het gebruik van de elektronische afstandsmeter met
optionele AF-S/AF-I-teleconverters.
A
AF-P-objectieven
Wanneer een AF-P-objectief (0 323) wordt gebruikt in handmatige
scherpstelstand, dan knippert de scherpstelaanduiding in de zoeker (of in
livebeeld zal het scherpstelpunt knipperen in de monitor) om te
waarschuwen dat het verder draaien aan de scherpstelring in de huidige
richting het onderwerp niet scherp in beeld brengt.
A
Filmvlakpositie
Om de afstand tussen uw onderwerp en de
camera te bepalen, meet vanaf de
filmvlakmarkering (E) op de camerabody. De
afstand tussen het objectiefbevestigingsvlak en
het filmvlak bedraagt 46,5 mm.
46,5 mm
Filmvlakmarkering
N
115