1. Spanpoelieveer
2. Oogbout
17. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "D" om de
montage van de veer van de maaihoogte-instelling
te vergemakkelijken.
18. Bevestig de veer van de maaihoogte-instelling
tussen de rechtse hefbeugel van het maaidek en de
bevestigingsbout (Figuur 46).
1. Veer
2. Bout
Opmerking: Gebruik hiervoor de veertrekker die
bij de machine is geleverd.
19. Controleer of het maaidek horizontaal staat; zie
Maaidek horizontaal stellen, en Schuinstand van het
maaidek (lengterichting).
Maaimachine horizontaal
stellen
De maaimessen moeten in dwarsrichting horizontaal
staan. Controleer de horizontale stand van het maaidek
telkens wanneer u het maaidek monteert of wanneer het
maairesultaat onregelmatig is. Voordat u het maaidek
horizontaal stelt, moet u ervoor zorgen dat de voor-
Figuur 45
3. Arm van spanpoelie
4. Spanpoelie
Figuur 46
3. Veertrekker
en achterbanden de aanbevolen spanning hebben; zie
Bandenspanning controleren.
1. Parkeer de tractor op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
4. Zet de maaihoogtehendel in inkeping "C".
5. Draai het maaimes voorzichtig in dwarsrichting
horizontaal (Figuur 47).
1. Maaimessen evenwijdig
2. Buitenste snijranden
6. Meet de afstand tussen de buitenste snijranden
en de vlakke ondergrond (Figuur 47). Als beide
afstanden groter zijn dan 5 mm, moeten deze worden
bijgesteld; zie 7 tot en met 10.
7. Verwijder de pen en de ring uit de stelbeugel
(Figuur 48).
1. R-pen en ring
2. Lange stang
8. Plaats de stelbeugel in een andere opening en
monteer de ring en de R-pen (Figuur 48).
Opmerking: Als u de stelbeugel verplaatst in de
richting van de opening aan de voorkant, zet u het
32
Figuur 47
3. Hier meten
Figuur 48
3. Stelbeugel
4. Bevestigingsplaat van
maaidek