Figuur 29
1. Pluspool van de accu
2. Minpool van de accu
6. Monteer de accu in de tractor en sluit de accukabels
aan; zie Accu monteren.
Opmerking: Gebruik de tractor nooit wanneer de
accu is losgekoppeld; dit kan beschadigingen aan het
elektrische systeem tot gevolg hebben.
Onderhoud van de zekering
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
10 A steekzekeringen.
1. Om een zekering Figuur 30) te vervangen, trekt u
deze uit de houder.
Figuur 30
1. Zekering
2. Plaats de zekering in de houder en druk deze vast
op zijn plaats.
3. Rode (+) oplaadkabel
4. Zwarte (–) oplaadkabel
2. Zekeringhouder
Onderhoud
aandrijfsysteem
Transaxle-vloeistof
controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100
bedrijfsuren—Transaxle-vloeistof
controleren
Het vloeistofpeil moet altijd tot aan de VOL-markering
op de peilstok staan als de transaxle koud is.
Opmerking: De transaxle is in de fabriek afgedicht
zodat u de olie niet hoeft te controleren of te verversen.
Type vloeistof: SAE 20W-50 motorolie
(API-onderhoudsclassificatie SH/CD aanbevolen)
Vloeistofpeil controleren
1. Parkeer de tractor op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
4. Reinig de omgeving van de vulplug (Figuur 31) zodat
er geen vuil in het reservoir kan komen wanneer u
vloeistof moet bijvullen.
1. Vulplug
5. Verwijder de vulplug en controleer het vloeistofpeil.
Opmerking: Het peil mag maximaal 32 mm onder
de bovenkant van de vulopening komen (Figuur 31).
Zonodig vloeistof bijvullen.
6. Monteer de vulplug.
26
Figuur 31