Afvoerafsluiter plaatsen
Om gemaaid gras fijn te maken in plaats van dit
zijwaarts af te voeren, moet u de afvoerafsluiter in de
opening aan de zijkant van het maaidek plaatsen.
1. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat.
2. Til de grasgeleider op en schuif de lippen boven op
de afvoerafsluiter onder de bevestigingsstang van de
grasgeleider door.
3. Draai de afvoerafsluiter naar beneden op de opening
en op de onderste lip van het maaidek (Figuur 16).
Figuur 16
1. Grasgeleider
2. Lippen onder stang
3. Afvoerafsluiter
4. Zet de afvoerafsluiter vast aan de onderste lip van
het maaidek met bouten en moeren (Figuur 16).
Opmerking: Draai de moeren niet te strak
aan. Hierdoor kan de afsluiter vervormen en in
aanraking met de messen komen.
5. Om de zijafvoer weer te gebruiken, verwijdert u
de afvoerafsluiter en laat u de grasgeleider over de
afvoeropening zakken.
Tips voor bediening en
gebruik
• Om de beste resultaten te verkrijgen, moet u de
motor op het maximale toerental laten draaien.
Om het gras goed af te maaien is lucht nodig;
zet de maaihoogte dus niet te laag en zorg dat de
maaimachine niet helemaal door ongemaaid gras
omgeven is. U moet altijd één kant van de machine
4. Onderste lip
5. Bout
6. Moer
vrij van ongemaaid gras te houden, zodat lucht kan
worden aangezogen.
• Laat het gras iets langer dan normaal, om te
voorkomen dat oneffenheden in het gras volledig
worden weggemaaid. Als u gras van meer dan
15 cm lang gaat maaien, kunt u het best in twee keer
maaien om een goed maairesultaat te verkrijgen.
• Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer 1/3 van
de lengte van het gras af te maaien. Meer afmaaien
wordt afgeraden, tenzij het gras dun is, of in de late
herfst, wanneer het gras langzamer groeit.
• Maai afwisselend in verschillende richtingen, zodat
het gras rechtop blijft staan. Dit zorgt ook voor een
betere verspreiding van het maaisel, wat de vertering
en bemesting ten goede komt.
• Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per
jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te behouden,
wat een goede gewoonte is, moet u in het vroege
voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in de
zomer afneemt, maait u minder vaak.
• Om de maairesultaten te verbeteren, moet u maaien
bij een lagere rijsnelheid. Om de beste resultaten
te verkrijgen op een gemiddelde gazon, moet u de
motor op vol gas laten lopen terwijl u de rijsnelheid
regelt. U moet de tractor tijdens het maaien laten
rijden met een snelheid van 3,2 tot 5,6 km per uur.
• Als het gras langer dan normaal is of als het een
hoog vochtgehalte heeft, moet u de maaihoogte
hoger dan normaal instellen, het gras op deze
hoogte maaien en daarna het gras op de lagere,
normale hoogte maaien.
• Als u de tractor moet stoppen tijdens het maaien,
kan er een kluit maaisel op het gazon terechtkomen.
Om dit te voorkomen, moet u als volgt te werk gaan:
– Schakel het maaimes in en rij naar een deel van
het gazon dat al is gemaaid.
– Om het maaisel gelijkmatig te verspreiden, zet
u de maaihoogte één of twee standen hoger en
rijdt u vooruit met de ingeschakelde messen.
• Gebruik de wasaansluiting om maaisel en vuil van
de onderkant van het maaidek te verwijderen. Als
zich gras en vuil in de maaimachine verzamelt, leidt
dat uiteindelijk tot een onbevredigend maairesultaat.
• Zorg ervoor dat u gedurende het hele seizoen steeds
met een scherp maaimes maait. Een scherp mes
snijdt het gras goed af zonder het te scheuren of
te kwetsen. Door scheuren en kwetsen wordt het
gras bruin aan de randen, waardoor het langzamer
groeit en gevoeliger is voor ziekten. Controleer om
de 30 dagen of het mes goed scherp is en verwijder
bramen met een vijl.
17