Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Toro Wheel Horse XL 380H Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor Wheel Horse XL 380H:
Inhoudsopgave

Advertenties

Form No. 3352-797
)
Wheel Horse
XL 380H maaitractor
Modelnr. 71246 – Serienr. 250000001 en hoger
Gebruikershandleiding
Registreer uw product op www.Toro.com
Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Toro Wheel Horse XL 380H

  • Pagina 1 Form No. 3352-797 Wheel Horse XL 380H maaitractor Modelnr. 71246 – Serienr. 250000001 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.Toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL)
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Het veiligheidssysteem gebruiken ... . erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. Veiligheidssysteem testen ....
  • Pagina 3: Belangrijk

    Instructie U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder: • Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de maaimachine gaat gebruiken. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met bedieningsorganen en weet hoe u Modelnr.: de machine moet gebruiken. Serienr.: •...
  • Pagina 4 • Waarschuwing – Brandstof is zeer ontvlambaar. • Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere – Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die zorgvuldigheid. Om te voorkomen dat de machine daar speciaal voor bedoeld zijn.
  • Pagina 5: Onderhoud En Stalling

    – voordat u verstoppingen losmaakt of de De volgende paragraaf bevat veiligheidsinstructies die afvoertunnel ontstopt; specifiek zijn toegesneden op Toro-producten en niet zijn opgenomen in de CEN-norm. – voordat u de maaimachine gaat controleren, schoonmaken of andere werkzaamheden gaat Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen.
  • Pagina 7: Hellingdiagram

    Hellingdiagram Breng deze rand in lijn met een verticaal oppervlak (boom, gebouw, paal, enz.)
  • Pagina 9: Veiligheids- En Instructiestickers

    Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 92-5730 1. Choke 3. Continu snelheidsregeling 2. Snel 4. Langzaam 93-6674 1. Handen kunnen worden gesneden – Lees de instructies 93-6676 alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
  • Pagina 10 93-6677 1. Waarschuwing – Gebruik de maaimachine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider is gemonteerd. 93-7010 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 1.
  • Pagina 11 Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu. 1. Risico van explosie. 7. Houd omstanders op veilige afstand van de 2. Geen vonken of vuur en accu. niet roken. 8. Accuzuur kan blindheid of 3. Risico van bijtende ernstige brandwonden vloeistof/chemische 99-8141...
  • Pagina 12: Benzine En Olie

    Benzine en olie Gebruik van stabilizer/conditioner Aanbevolen benzine Gebruik van stabilizer/conditioner in de machine biedt de volgende voordelen: Gebruik loodvrije, normale benzine voor automobielen (octaangetal minimaal 85). U mag ook gelode normale • Houdt de benzine vers gedurende een stalling van benzine gebruiken als er geen gewone loodvrije benzine maximaal 90 dagen.
  • Pagina 13: Gebruiksaanwijzing

    Gebruiksaanwijzing Parkeerrem gebruiken Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie stopt of deze onbeheerd achterlaat. de linker- en rechterzijde van de machine. Parkeerrem in werking stellen Bedieningsorganen 1. Trap het rempedaal in (Fig. 3) en houd dit ingetrapt. Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedienings- organen (Fig.
  • Pagina 14: Bestuurdersstoel Instellen

    Bestuurdersstoel instellen De aftakas uitschakelen 1. Trap de koppeling/het rempedaal in om de machine te U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven. stoppen. De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine optimaal kunt bedienen en dat u comfortabel zit. 2.
  • Pagina 15: Motor Starten

    Motor starten Motor afzetten 1. Neem plaats op de bestuurdersstoel. 1. Zet de gashendel op Snel (Fig. 8). 2. Stel de parkeerrem in werking; zie Parkeerrem in 2. Draai het contactsleuteltje op Uit en haal het sleuteltje werking stellen, blz. 13. uit het contact (Fig.
  • Pagina 16: Keychoice ) Schakelaar Instellen Voor Werken In Achteruit-Stand

    KeyChoice schakelaar instellen voor 1. Schakel de aftakas in. Werken in achteruit-stand 2. Steek het KeyChoice-sleuteltje in de KeyChoice-schakelaar (Fig. 10). Dankzij een interlockschakelaar op de machine wordt de aftakas uitgeschakeld als u achteruit rijdt. Als u de rijsnelheidsschakelaar in de Achteruit-stand zet terwijl de aftakas is ingeschakeld (dat wil zeggen als er maaimessen of andere werktuigen in gebruik zijn), zal de motor afslaan.
  • Pagina 17: Veiligheidssysteem Testen

    Veiligheidssysteem testen De machine met de hand duwen Belangrijk U moet de machine altijd met de hand Voorzichtig duwen. U mag de machine nooit slepen. Dit kan schade aan de transaxle veroorzaken. Niet-aangesloten of beschadigde interlock- schakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben De machine duwen op de werking van de machine.
  • Pagina 18: Vooruit- En Achteruitrijden

    Vooruit- en achteruitrijden Voorzichtig Met de gashendel regelt u de snelheid van de motor, oftewel het toerental (in omwentelingen per minuut). Zet de Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als gashendel op Snel om de beste prestaties te verkrijgen. zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen terwijl deze onbeheerd staat.
  • Pagina 19: Afvoerafsluiter Plaatsen

    Afvoerafsluiter plaatsen Tips voor bediening en gebruik Om gemaaid gras fijn te maken in plaats van dit zijwaarts • Om de beste resultaten te verkrijgen, moet u de motor af te voeren, moet u de afvoerafsluiter in de opening aan de op het maximale toerental laten draaien.
  • Pagina 20: Onderhoud

    Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • Motoroliepeil controleren. • Controleer het veiligheidssysteem. Elk gebruik • Maaikast reinigen. • Accuzuur controleren. • Remmen controleren. Om de 5 bedrijfsuren •...
  • Pagina 21: Motorolie Controleren

    Motorolie controleren 6. Verwijder de peilstok en veeg het metalen deel schoon (Fig. 16). Controleer het oliepeil om de 8 bedrijfsuren of dagelijks. Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren. Opmerking: Ververs de olie vaker als het voertuig in zeer stoffige of zanderige omstandigheden wordt gebruikt.
  • Pagina 22: Motoroliefilter Vervangen

    Motoroliefilter vervangen Accu verwijderen Vervang het oliefilter om de 100 bedrijfsuren of om de Waarschuwing olieverversingsbeurt. Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine Accupolen of metalen gereedschappen kunnen wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige kortsluiting maken met metalen onderdelen van de omstandigheden.
  • Pagina 23: Accu Monteren

    Accu bijvullen met water 5. Schuif het rubberen kapje van de pluskabel (rood) terug over de kabel. Maak de pluskabel (rood) los van de U kunt de accu het best bijvullen met gedistilleerd water accupool (Fig. 18). net voordat u de machine gaat gebruiken. Het water 6.
  • Pagina 24: Onderhoud Van De Parkeerrem

    5. Daarna maakt u de oplaadkabels los van de 4. Zet de aandrijfstang in de stand Duwen; zie Machine accuklemmen (Fig. 20). met de hand duwen, blz. 17. 5. Als de achterwielen blokkeren en slippen wanneer u de tractor naar voren duwt, hoeft u de parkeerrem niet af te stellen.
  • Pagina 25: Smeerpunten

    Smeerpunten 5. Trek de hendel van het luchtfilterdeksel omhoog en draai deze in de richting van de motor (Fig. 23). 1. Smeer de voorwielen en de assen van de wielophangingen totdat er wat vet bij de lagers naar buiten komt (Fig. 22). Figuur 23 2346 Figuur 22...
  • Pagina 26: Schuimelement En Papierelement Installeren

    Onderhoud van de bougie Schuimelement en papierelement reinigen Schuimelement: Controleer de bougie om de 25 bedrijfsuren. Monteer om de 100 bedrijfsuren een nieuwe Champion QC12YC of 1. Was het schuimfilter in warm water met vloeibare zeep. een bougie van een equivalent type. Controleer of de Als het element schoon is, moet u het grondig uitspoelen.
  • Pagina 27: Bougie Controleren

    Het koelsysteem reinigen Bougie controleren 1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Fig. 26). Als de Verwijder elke dag met een droge borstel gras en isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar aangekoekt vuil van de motor. behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal op een vuil luchtfilter.
  • Pagina 28: Benzine Aftappen Uit De Brandstoftank

    Benzine aftappen uit de brandstoftank Gevaar In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken. Figuur 28 • Tap de benzine af uit de brandstoftank wanneer de motor koud is.
  • Pagina 29: Transaxle-Vloeistof Controleren

    Transaxle-vloeistof controleren Onderhoud van de zekeringen Controleer het vloeistofniveau om de 100 bedrijfsuren of elk De elektrische installatie is beveiligd door middel van 10 A jaar, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. steekzekeringen. Het vloeistofpeil moet altijd tot aan de VOL-markering op 1.
  • Pagina 30: Onderhoud Van De Koplampen

    Onderhoud van de koplampen 4. Houd de lippen op de lamphouder (Fig. 31) voor de sleuven in de reflector, steek de lamphouder in de reflector en draai deze 1/4 slag rechtsom tot de aanslag. De koplampen gebruiken gloeilamp nr. 1156, type voor automobielen.
  • Pagina 31: De Maaimessen Verwijderen

    De maaimessen verwijderen De maaimessen monteren 1. Verwijder het maaidek, zie Maaidek verwijderen, blz. 31. 1. Monteer elk mes, de meshouder, de klemring (holle kant naar het mes toe) en de mesbout (Fig. 34). 2. Kantel voorzichtig het maaidek. Belangrijk Het gebogen deel van het mes moet naar de 3.
  • Pagina 32 7. Verwijder de veer op de arm van de spanpoelie van de beugel op de maaimachine (Fig. 38). 1805 Figuur 40 1. R-pen en ring 4. Bevestigingsplaat van maaidek 2. Lange stang m–8207 3. Stelbeugel Figuur 38 1. Veer van spanpoelie 3.
  • Pagina 33: Maaidek Monteren

    Maaidek monteren 6. Verwijder de veer van de maaihoogte-instelling tussen de rechtse hefbeugel van het maaidek en de bevestigingsbout (Fig. 43). Gevaar Opmerking: Gebruik hiervoor de veertrekker die bij de machine is geleverd. Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter of complete grasvanger kunnen u of anderen in aanraking met het maaimes of uitgeworpen voorwerpen komen.
  • Pagina 34: Drijfriem Van Maaimes Vervangen

    Drijfriem van maaimes 13. Bevestig de veer van de arm van de spanpoelie aan de oogbout op de maaimachine (Fig. 45). vervangen Drijfriem van maaimes verwijderen 1. Verwijder het maaidek, zie Maaidek verwijderen, blz. 31. 2. Verwijder de bevestigingsschroeven en de kappen van beide mespoelies (Fig.
  • Pagina 35: Maaidek Horizontaal Stellen

    Maaidek horizontaal stellen De maaimessen moeten in dwarsrichting horizontaal staan. Controleer de horizontale stand van de maaimachine telkens wanneer u het maaidek monteert of wanneer het maairesultaat onregelmatig is. Alvorens de maaimachine horizontaal te stellen, moet u ervoor zorgen dat de banden de aanbevolen spanning hebben;...
  • Pagina 36 4. Controleer de horizontale stand van de machine en stel deze bij als u de instelling niet hebt gecontroleerd; zie Maaidek horizontaal stellen, blz. 35. 5. Zet de maaihoogtehendel in inkeping “C”. 6. Meet de lengte van de stang die uitsteekt uit de voorzijde van het stelblok op de zijkanten van het chassis (Fig.
  • Pagina 37: Onderkant Van Het Maaidek Reinigen

    Onderkant van het maaidek 5. Zet het maaidek in de laagste maaistand. reinigen 6. Neem plaats op de bestuurdersstoel en start de motor. 7. Schakel de aftakas in en laat de motor van de machine Telkens nadat u de maaimachine heeft gebruikt, moet u de één tot drie minuten lopen.
  • Pagina 38: Reiniging En Stalling

    Reiniging en stalling C. Zet de motor af, laat deze afkoelen, en laat de brandstoftank leeglopen; zie Benzine aftappen uit de brandstoftank, blz. 28. 1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking. D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze 2.
  • Pagina 39: Elektrisch Schema

    Elektrisch schema...
  • Pagina 40: Storingen, Oorzaak En Remedie

    Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De startmotor slaat niet aan. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Schakel de aftakas uit. 2. De parkeerrem is niet in 2. Stel de parkeerrem in werking. werking. 3. De accu is leeg. 3.
  • Pagina 41 Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De motor verliest vermogen. 1. De motor is te zwaar belast. 1. De rijsnelheid verminderen. 2. Het luchtfilter is vuil. 2. Het luchtfilterelement reinigen. 3. Het oliepeil in het carter is te 3. Het carter bijvullen met olie. laag.
  • Pagina 42 Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De machine maait ongelijkmatig. 1. De bandenspanning is niet 1. Zorg ervoor dat de banden de correct. correcte spanning hebben. 2. Het maaidek staat niet 2. Het maaidek horizontaal en in horizontaal. de correcte schuinstand stellen. 3.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

71246

Inhoudsopgave