2.14 Ingebruiknamelijst
Tijdens de ingebruikname dient het regeltoestel in de „stand-by"-stand
ongecontroleerd wordt opgestart. Vergeet niet de installatie op de laatst ingestelde bedrijfstoestand terug te zetten.
Nr.
Parameter
1
Code-nummer invoeren
2
Taal
3
Contrast
4
Weergave display
5
Noodbedrijf
6
Installatiesoort
7
Opwarmprogramma
8
Zomerbedrijf
9
Inschakelen pomp
10
Vaste temperatuurwaarde
11
Bron
12
Brontemperatuur-MIN
13
Retourtemperatuur-MAX
14
Aanvoertemperatuur-MAX-verwarming
15
Aanvoertemperatuur-MAX-warmwater
16
Temperatuur mengcircuit-MAX
17
Looptijd mengkraan
18
Vorstbeveiliging
19
FE keuze
20
Ruimte invloed
21
Werkingsgebied verwarming
22
Bivalenttemperatuur verwarming
23
Werkingsgebied warmwater
24
Bivalenttemperatuur warmwater
25
Automatische warmwatermodus
26
Warmwater-leerfunctie
27
Warmtepompstanden voor warmwater
28
Warmwater-hysterese
29
Anti-legionella
30
Regeldynamiek
31
Stilstandtijd na het uitschakelen van de compressor
32
Reststilstandtijd
33
Directstart
34
Relaistest
35
LCD-test
36
Storingslijst
37
Softwareversie WPM
38
Softwareversie IWS
39
Instelling IWS
40
Analyse installatietoestand
41
Diagnose
42
Reset WP (IWS)
43
Looptijden
36
te staan. Hiermee voorkomt u dat de warmtepomp
Instelbereik
Standaard
0000 t/m 9999
– 10 tot + 10
ACT-retourtemp
AAN / UIT
AAN / UIT
AAN / UIT
AAN / UIT
AAN / UIT
UIT / °C
– 10 °C t/m 10 °C
20 °C t/m 55 °C
20 °C t/m 65 °C
20 °C t/m 65 °C
20 °C t/m 90 °C
30 - 240
– 10 °C t/m 10 °C
Verwarmingscircuit 1
0 tot 20
UIT t/m 30 °C
– 20 °C t/m 30 °C
UIT t/m 30 °C
– 20 °C t/m 30 °C
AAN / UIT
AAN / UIT
1 – 6
1 °C t/m 10 °C
AAN / UIT
1 – 30
1 tot 120 min
Installatiewaarde
1000
Duits
0
UIT
UIT
UIT
AAN
UIT
UIT
Water
– 5 °C
50 °C
60 °C
60 °C
50 °C
100
4 °C
5
UIT
– 20 °C
UIT
– 20 °C
UIT
AAN
1
3 °C
UIT
20
20 min