Bijzondere inFo | BedieninG Algemene aanwijzingen BedieninG - Aansluiting op het elektriciteitsnet is alleen als vaste aansluiting toegestaan. Installeer een vei- ligheidsvoorziening, waarmee het toestel via een scheidingstraject van 3 mm van het stroomnet Algemene aanwijzingen kan worden gescheiden. Veiligheidsvoorzieningen zijn bijv. veiligheidsschakelaars, LS-schakelaars, De hoofdstukken "Bijzondere info"...
BedieninG Veiligheid Andere aandachtspunten in deze documentatie Veiligheid Aanwijzing Reglementair gebruik Algemene aanwijzingen worden aangeduid met het hier- Het toestel dient om ruimten te koelen en te verwarmen binnen naast afgebeelde symbool. het werkingsgebied dat in de technische gegevens is opgegeven. f Lees de aanwijzingsteksten grondig door.
BedieninG toestelbeschrijving Toestelbeschrijving Materiële schade Bij bivalente werking kan de warmtepomp worden door- Het toestel is een verwarmingswarmtepomp die als lucht-wa- stroomd door het retourwater van de tweede warmteop- ter-warmtepomp werkt. Het toestel onttrekt op een laag wekker. Houd er rekening mee dat de retourtemperatuur temperatuurniveau warmte aan de buitenlucht en geeft maximaal 60 °C mag zijn.
BedieninG onderhoud en verzorging Onderhoud en verzorging Waarschuw de installateur, wanneer u de oorzaak niet zelf kunt verhelpen. Hij kan u sneller en beter helpen, als u hem het num- mer op het typeplaatje doorgeeft (000000-0000-000000). Materiële schade Onderhoudswerkzaamheden, zoals het controleren van Voorbeeld van het typeplaatje de elektrische veiligheid, mogen alleen uitgevoerd wor- den door een installateur.
instAllAtie Veiligheid instAllAtie Leveringsomvang - Basistoestel - Buitentemperatuursensor AF PT - Ferrietring voor buitentemperatuursensor AF PT Veiligheid toestel WPL 09 I(K)CS 742 711 12 Installatie, ingebruikname, onderhoud en reparatie van het toestel WPL 17 I(K)CS 742 721 31 mogen alleen door een gekwalificeerde installateur uitgevoerd worden.
Voer de buisdoorvoeringen door muren en plafonds geluid- dempend uit. Minimumafstanden WPL 09 ICS classic | WPL 17 ICS classic f Houd de minimale afstanden aan om een storingsvrije werking van het toestel te waarborgen en onderhoudswerk- zaamheden aan het toestel mogelijk te maken.
instAllAtie Voorbereidingen Voorbereiden van de montageplaats Aanwijzing f Neem het hoofdstuk "Geluidsemissie" in acht. Gegevens over afmetingen en positie van de luchttoe- voer- en luchtafvoeropeningen, alsmede de doorvoeren Materiële schade van de waterleidingen en elektriciteitskabels treft u aan in het hoofdstuk "Technische gegevens/afmetingen en De vloer in de opstelruimte moet ongevoelig zijn voor aansluitingen".
Voorbereidingen 9.4.1 WPL 09 ICS classic | WPL 17 ICS classic f Kies een van de mogelijke opstelwijzen. Luchtgeleiding met schacht: Door een buitenmuur | Door twee buitenmuren diagonaal ≥600 ≥600 ≥R170 ≥100 ≥120 ≥300 ≥1000 ≥1000 ≥2000 ≥358 9.4.2 WPL 09 IKCS classic | WPL 17 IKCS classic f Kies een van de mogelijke opstelwijzen.
instAllAtie Voorbereidingen Luchtgeleiding zonder schacht: Door twee buitenmuren diagonaal lsWP 315-0,7 s AWG sr set lsWP 315-0,7 s AWG Gl set 236930 237762 Lengte ≥450 ≥500 ≥450 ≥450 ≥1125 ≥670 9.4.3 Voorbeeld: Installatie met een luchtslang van 2 m lengte Aanwijzing Wanneer de wandafstand naar achteren kleiner is dan de vermelde afmeting, kort u de luchtslang in.
instAllAtie Montage Vermogensreductie bij 16 A-zekering van de compressor Materiële schade Wanneer u een 16 A-zekering kiest, wordt het vermogen bij de Beveilig afzonderlijk de drie stroomcircuits voor het toe- aangegeven omgevingsvoorwaarden gereduceerd. De vermogens- stel, de sturing en de elektrische nood-/bijverwarming. reductie heeft vooral betrekking op de warmwaterbereiding.
instAllAtie Montage 10.2 Opstelling Aanwijzing Om het toestel door een deur te transporteren, dient u Aanwijzing eventueel de frontkap te demonteren (zie hoofdstuk "Toe- Om de frontkap en de zijwanden te bevestigen, zijn onder- stelbekleding monteren"). aan in het toestelframe bevestigingsschroeven voorzien. f Houd bij de opstelling van het toestel rekening met de rich- ting van de luchtuitvoer.
instAllAtie Montage f Wanneer slechts één retouraansluiting gebruikt wordt, sluit u de ongebruikte retouraansluiting af. Koelen met buffervat f Installeer een dompel-/aanlegsensor in de cv-aanvoer achter het buffervat. 10.4 Koppelingen monteren Aanwijzing De kunststof koppelingen zijn niet geschikt voor installa- tie in de drinkwaterleiding.
instAllAtie Montage f Spoel het leidingsysteem grondig door met geschikt water, f Sluit een condensaatleiding aan op de aansluiting "Doorvoer voordat de warmtepomp wordt aangesloten. Vreemde voor- condensaatafvoer". werpen, zoals lasparels, roest, zand of afdichtingsmateriaal belemmeren de goede werking van de warmtepomp. Materiële schade f Sluit de warmtepomp aan de zijde van het cv-water aan.
instAllAtie Montage f Wanneer u het vulwater ontzout of wanneer de pH-waarde f Activeer hiervoor op de regelaar parameter AFTAPPEN HYD van het vulwater onder 8,2 ligt, controleert u de pH-waarde MFG in menu DIAGNOSE/RELAISTEST INSTALLATIE. 8-12 weken na de installatie, na elke bijvulling en bij het vol- gende onderhoud.
instAllAtie elektrische aansluiting f Ontlucht het buizenstelsel door aan de grijze dop op het ont- Toegang tot het aansluitgedeelte luchtingsventiel te draaien. f Neem de frontkap van het toestel af (zie hoofdstuk "Toestel- f Sluit het ontluchtingsventiel na het ontluchten. bekleding monteren").
Pagina 18
instAllAtie elektrische aansluiting Aansluitmogelijkheid A (230 V) Aansluitmogelijkheid B (400 V) f Sluit de elektriciteitskabels aan, zoals op de volgende af- f Sluit de elektriciteitskabels aan, zoals op de volgende afbeel- beelding wordt getoond. De nood-/bijverwarming is met het ding wordt getoond. grotere aansluitvermogen aangesloten.
instAllAtie elektrische aansluiting 11.1.2 Aansluiting warmtepompmanager Veiligheidslaagspanning X1.18 CAN (aansluiting voor afstandsbediening FET CAN B en Internet Service Gateway ISG) WAARSCHUWING elektrische schok Aan de laagspanningsaansluitingen van het toestel mogen alleen componenten aangesloten worden die met X1.19 CAN (aansluiting voor warmtepomp en warm- veiligheidslaagspanning (SELV) werken en een veilige CAN A tepompuitbreiding WPE)
12.1.1 Plaat vóór het aansluitpaneel monteren f Zet de rechterzijwand onderaan vast met twee schroeven. 12.3 Frontkap monteren WPL 09 ICS classic | WPL 17 ICS classic f Schuif de afdekplaat bovenaan, onderlangs achter de schakelkastplaat. f Borg de afdekplaat onder met twee schroeven.
Pagina 21
instAllAtie toestelbekleding monteren f Plaats de designkap bovenlangs op de frontkap. Let erop dat de haken op de frontkap vergrendelen. f Zet de designplaat met de meegeleverde moeren vast op de frontkap (aanhaalkoppel = 1,2 Nm). f Plaats de designplaat van voren op de frontkap. f Zet de designplaat achterlangs met de meegeleverde moeren vast op de frontkap (aanhaalkoppel = 1,2 Nm).
instAllAtie Luchtslangen plaatsen 13. Luchtslangen plaatsen f Monteer één slanguiteinde met voorgemonteerde sneladap- ter op de luchtafvoer van het toestel. Gebruik daarvoor drie kartelschroeven en een sleufschroef. Aanwijzing f Monteer de andere slanguiteinden met voorgemonteerde Wanneer bij binnen opgestelde warmtepompen een Blo- sneladapters op de wanddoorvoer.
instAllAtie Ingebruikname 14.1 Controles voor ingebruikname van de Voor een installatie met meerdere verwarmingscircuits is het ge- bruik van een buffervat vereist. warmtepompmanager 14.3.1 Dimensionering van de verwarmingscircuits Materiële schade Bij installaties met buffervat adviseren we dimensionering van de Bij vloerverwarmingen moet u rekening houden met de verwarmingscircuits te controleren om een efficiënte werking van maximale systeemtemperatuur.
instAllAtie Ingebruikname 14.3.2 Installaties zonder buffervat f Vergelijk de waarde met de minimumvolumestroom (zie hoofdstuk “Technische gegevens / Gegevenstabel”). Aanwijzing Minimumvolumestroom wordt bereikt Wanneer het toestel alleen met de warmtepompmana- ger WPM wordt bedreven en als verwarmingscircuitpomp Geen verdere maatregelen vereist. een externe, niet door WPM aangestuurde pomp wordt f Reset de parameters naar de oorspronkelijke waarden.
instAllAtie Instellingen 15. Instellingen 15.2 Gereduceerd nachtbedrijf (Stille modus) f In de gegevenstabel (zie hoofdstuk “Technische gegevens/ gegevenstabel”) treft u het geluidsniveaus aan. 15.1 De stooklijn instellen Om het geluidsniveau van het toestel voor een bepaalde periode te Het rendement van een warmtepomp neemt af naarmate de aan- verlagen, kunt u het toestel indien nodig in de nachtmodus zetten.
instAllAtie Overdracht van het toestel 17.2 Spanningsonderbreking Parameters WÄRMTEPOMP UIT (INBEDRIJFSTELLING / STILLE MODUS) Wanneer de installatie permanent van de netvoeding dient te wor- den ontkoppeld, neem dan de volgende info in acht: 15.3 Overige instellingen Materiële schade f Houd voor de werking met en zonder buffervat rekening met Maak de installatie aan de waterzijde leeg, terwijl de het hoofdstuk "Menu/INSTELLINGEN/VERWARMEN/BASISIN- warmtepomp volledig uitgeschakeld is en wanneer er...
instAllAtie Storingen verhelpen 18.1 Elementen op de IWS WP - Typ Wanneer de fout met behulp van de WPM niet kan worden geïden- tificeerd, helpt de IWS u bij het zoeken naar storingen. Schuifschakelaar (BA) Fabrieksinstelling 1 Resetknop 2 Schuifschakelaar (WP-type) 3 Schuifschakelaar (BA) 18.1.2 Lichtdioden (led) 4 Led's...
instAllAtie Storingen verhelpen 18.4 Ventilator sleept 18.1.3 Toets Reset Als de IWS foutief geïnitialiseerd is, kunt u met deze toets de Wanneer de ventilator sleept, moet u deze weer in de juiste stand instellingen resetten. brengen. f Houd hiervoor ook rekening met het hoofdstuk "IWS op- nieuw initialiseren"...
instAllAtie Onderhoud 19. Onderhoud f Trek de EPS-afdekking 6 tot 8 cm naar rechts. f Kantel de EPS-afdekking bovenaan het toestel naar u toe. f Trek de EPS-afdekking bovenlangs eruit. WAARSCHUWING elektrische schok f Maak het toestel spanningsvrij, voordat u start met onderhouds- en reinigingswerkzaamheden door alle polen van de stroomnet los te maken.
Reinig de verdamperlamellen met een waterstraal. f Zuig met een waterstofzuiger het water uit het toestel. 20.1 Afmetingen en aansluitingen f Verwijder vervuilingen en verstoppingen. WPL 09 ICS classic | WPL 17 ICS classic Aanwijzing Controleer de condensaatafvoer regelmatig, maar ten minste één keer per jaar.
instAllAtie technische gegevens 20.4 Gegevenstabel De vermogensgegevens hebben betrekking op nieuwe toestellen met schone warmtewisselaars. Het verbruik van de geïntegreerde hulpaandrijvingen is aangegeven als maximumwaarde en kan, afhankelijk van het bedrijfspunt, variëren. Het verbruik van de geïntegreerde hulpaandrijvingen is opgenomen in de prestatiegegevens van het toestel (conform EN 14511). WPL 09 ICS clas- WPL 09 IKCS WPL 17 ICS clas-...
GARANTIE | MILIEU EN RECYCLING Garantie Voor toestellen die buiten Duitsland zijn gekocht, gelden de garantievoorwaarden van onze Duitse ondernemingen niet. Bovendien kan in landen waar één van onze dochtermaat- schappijen verantwoordelijk is voor de verkoop van onze producten, alleen garantie worden verleend door deze doch- termaatschappij.
Pagina 44
Co m f o r t t h r o u gh Te c h n o l o g y STIEBEL ELTRON International GmbH Dr.-Stiebel-Straße 33 | 37603 Holzminden | Germany info@stiebel-eltron.com | www.stiebel-eltron.com 4 < A M H C M O = e i c a a a >...