Bedrijf
Inrijden van de graafmachine
Gedurende de eerste 50 bedrijfsuren moet in elk geval op de navolgende punten worden gelet:
De graafmachine met middelhoog motortoerental en kleine belasting warm rijden, niet stationair warm laten
draaien.
De graafmachine niet meer dan noodzakelijk belasten.
Bijzondere onderhoudsaanwijzingen
De olie in de rijaandrijvingen moet na de eerste 50 bedrijfsuren worden ververst.
Gebruik van de graafmachine
Voor het veilige gebruik van de graafmachine moeten de navolgende paragrafen in acht worden genomen.
Werkzaamheden vóór het dagelijks in bedrijf stellen
Voor het uitvoeren van de werkzaamheden moet de graafmachine op een vlakke ondergrond staan;
contactsleutel is verwijderd.
Zijklep openen (blz. 122). Zijklep na beëindigen van de werkzaamheden sluiten.
Motorkap openen (blz. 121).
Visuele controle
De graafmachine op zichtbare beschadigingen, losse boutverbindingen en lekkages controleren.
Leidingbreukbeveiligingen controleren. Indien een leidingbreukbeveiliging beschadigd is, mogen geen graaf-
werkzaamheden worden uitgevoerd.
Controleren van het motoroliepeil
Oliepeilstok (1) eruit trekken en met een schone doek afvegen.
Oliepeilstok weer helemaal terugplaatsen en opnieuw eruit
trekken. Het oliepeil moet zich in het bereik "A" bevinden. Bij
een te laag oliepeil; motorolie bijvullen (blz. 147).
Het bedrijf met een te laag of te hoog oliepeil kan tot
motorschade leiden.
RG948-8144-9
03/2018
71