Onderhoud
Controleren en afstellen van de rupsbandspanning
Te vast gespannen rupsbanden worden blootgesteld aan veel slijtage.
Te losse rupsbanden worden blootgesteld aan veel slijtage en kunnen eraf springen.
Bij het parkeren van de graafmachine met rubberen rupsband erop
letten, dat de naad ( ) aan de bovenzijde midden tussen de gelei-
destukken staat (zie afbeelding/1, "Controleren van de rupsband-
spanning", blz. 161).
Het complete loopwerk reinigen; vooral op stenen tussen rups-
band en aandrijftandwiel of loopwiel letten. De omgeving van
de rupsbandspancilinder moet worden gereinigd.
Bovenwagen, zoals op de afbeelding weergegeven, 90° ten
opzichte van de rijrichting draaien.
Voorbouwapparatuur op de grond neerlaten en graafmachine
eenzijdig ca. 200 mm van de grond heffen.
Deze procedure door een begeleider laten controleren.
STOP
Graafmachine met geschikt steunmateriaal steunen; gewicht van het voertuig in acht nemen.
Controleren van de rupsbandspanning
De rupsband staat met de naad (1) midden tussen de loopwiel
en aandrijftandwiel.
Rupsbanden met een SP-markering kunnen in elke
stand gecontroleerd en gespannen worden.
Rupsbanddoorhanging, zoals op de afbeelding weergegeven,
controleren.
Rupsbanddoorhanging "A" 10-15 mm
Indien de rupsbanddoorhanging groter is dan 15 mm, moet de
rupsband worden nagespannen.
Zo nodig rupsband spannen of ontspannen.
Motor starten en geheven rupsband kort laten draaien.
Voorzichtig; de omgeving van de draaiende rupsband moet vrij van personen zijn, na het draaien
STOP
moet de startschakelaar in stand STOP worden gezet en de contactsleutel worden verwijderd.
RG948-8144-9
03/2018
161