• EQ
• MEQ
• CMP
4
Sla de MIXING CONSOLE-instellingen op.
Instellingen van de PANEL PART-display opslaan:
Registreer deze in het Registration Memory (pagina 97).
Instellingen van de display STYLE PART opslaan:
Sla deze op als stijlgegevens.
1
2
3
Display-instellingen van SONG CH 1-8/9-16 opslaan:
Registreer eerst de bewerkte instellingen als deel van de songgegevens (SETUP) en sla daarna
de song op.
1
2
3
4.
10
Geavanceerde functies
Zie
Hoofdstuk 10
Panning/volume aanpassen:
De Voice veranderen:
FILTER-parameters bewerken:
TUNE-parameters bewerken:
Effecttype wijzigen:
EQ-parameters bewerken:
Het Master EQ-type selecteren:
Mastercompressorinstellingen
bewerken:
102
CVP-701 Gebruikershandleiding
Hiermee worden de hoge- en lagefrequentiebanden voor elke partij versterkt of verzwakt
om de klankkleur of het timbre van het geluid te corrigeren.
Hiermee selecteert u het Master EQ-type dat wordt toegepast op het totale geluid en kunt
u de parameters voor klankkleurregeling bewerken.
Dit is de mastercompressorinstelling die de dynamiek van het totale geluid bepaalt.
Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] → TAB [L][R] MENU2 → [A] STYLE CREATOR
Druk op de knop [EXIT] om de display RECORD te sluiten.
Druk op de knop [I] (SAVE) om de display Style Selection op te roepen voor het opslaan
van uw gegevens, en sla deze vervolgens op (pagina 81).
Roep de bedieningsdisplay op.
[FUNCTION] → TAB [L][R] MENU2 → [B] SONG CREATOR
Selecteer de pagina SETUP met de knoppen TAB [L][R].
Druk op de knoppen [7]/[8].
Druk op de knop [I] (SAVE) om de display Song Selection op te roepen voor het opslaan
van uw gegevens en sla deze vervolgens op (pagina 81).
in de Naslaggids op de website.
[MIXING CONSOLE] → TAB [L][R] VOL/VOICE
[MIXING CONSOLE] → TAB [L][R] VOL/VOICE → [C]/[H] →
[1] – [8] → VOICE buttons → [A] – [J]
[MIXING CONSOLE] → TAB [L][R] FILTER
[MIXING CONSOLE] → TAB [L][R] TUNE
[MIXING CONSOLE] → TAB [L][R] EFFECT
[MIXING CONSOLE] → TAB [L][R] EQ
[MIXING CONSOLE] → TAB [L][R] MEQ
[MIXING CONSOLE] → TAB [L][R] CMP