• De afstand van de elektroden controleren en instellen of eventueel vervangen. Voor de
juiste afstand zie de „Technische gegevens".
• Bougie weer vastdraaien en met de combinatiesleutel goed vast zetten.
• Bougiekabel weer op de bougie plaatsen.
Bougie controleren
AANWIJZING
Een loszittende bougie kan oververhit raken en daardoor de motor beschadigen. Een te
strafvastgedraaide bougie kan de draad in de cilinderkop beschadigen
8.6 Afstelling van het motortoerental
AANWIJZING
Het gebruik van de trilstamper met een hoger toerental als in de „technische
gegevens"wordt aanbevolen kan tot schade aan de stamper voet en motor leiden.
Gashendel (A) in de stationaire positie naar rechts schuiven.
• Motor aanlaten en een minuut warmlopen laten.
• Afstelschroef (g) naar binnen draaien, om het toerental te verhogen. Afstelschroef naar
buiten draaien om het toerental weer te verlagen.
Motortoerental instellen
8.7 Smering van het stamper systeem
Olie stand controleren:
Controleer de oliestand voor elke ingebruikname.
• De trilstamper op een vlakke ondergrond plaatsen.
• Vervuiling in de omgeving van de olie afvoer bout (F) en het kijkvenster (F) voorkomen.
Oliestand door het kijkvenster (F) controleren. De smering van het stampermechanisme is
in orde als het kijkvenster voor 1/2 - 3/4 is gevuld met olie. Als er geen olie zichtbaar is
dan moet deze worden bijgevuld. . De trilstamper naar voren hellen tot de machine op de
geleidingsbeugel (I) ligt.
Olie afvoer bout (F) aan het ondergedeelte van de stamper verwijderen.