7.4 Voor ingebruikname
De trilstamper rechtop staand op een vaste en vlakke ondergrond plaatsen zodat een
goede smering van de motor kan plaatsvinden.
Controleert u voor het starten van de motor:
de motorolie stand
de smering van het stamper mechanisme
de brandstofhoeveelheid stand – de tank moet minstens halfvol zijn
de toestand van het luchtfilter
de toestand van de brandstofleidingen
de van buitenaf zichtbare schroef/bout verbindingen. Kijk of alles goed vast zit!
De startplaats, de trilstamper nooit op een betonnen of asfalt ondergrond aanzetten.
LET OP!
Lees opmerkzaam de veiligheidsinstructies door ( zie veiligheidsvoorschriften)
Vermijdt zoveel mogelijk ondergronden met kuilen en gaten. Bij gladde oppervlakten
bestaat de mogelijkheid dat u uitglijdt.
7.5 Motor starten
→ Koude start
Brandstofkraan(K) aan de onderzijde van de brandstoftank openen door deze naar boven
te draaien
Brandstofkraan aan de motor (C) om te openen naar rechts schuiven..
• In een koude toestand de chokehendel (8)naar links zetten op „CLOSE / GESLOTEN.
• Gashendel (A) iets naar links schuiven.
• Contactschakelaar(3) op „ON / AAN" zetten.
• Rustig aan de Trekstarter (7) trekken, tot er weerstand voelbaar is en dan krachtig
doortrekken, waarna weer langzaam op laten oprollen. De motor is gestart.
• Gashendel (A) op stationairstand (IDLE) plaatsen
• Choke (8)openen tijdens het warmlopen van de motor.
• Gashendel (A) om te beginnen met de werkzaamheden langzaam in de richting van het
"konijntje"schuiven. De trilstamper begin zijn werk te doen.
Brandstofkraan aan de tank "OPEN"
Gashendel iets openen "OPEN"
Brandstofkraan aan de motor "ON" Chokehendel "GESLOTEN
Contactschakelaar "ON"
Trekstarter
"