Breng de motor op handwarme temperatuur en schakel hem dan uit.
• Vervuiling in de omgeving van de olie vul ruimte voorkomen (4) en daarna de olie
verwijderingbout (5) losdraaien en verwijderen.
• Plaats een voldoende grote opvangbak onder olieverwijdering bout.
• Voor het laten weglopen van de olie de oliedop (4) en olie verwijdering bout (5)
verwijderen.
• Olie verwijderingbout (5) weer bevestigen en vastdraaien.
• De aanbevolen motorolie bij een rechtop staande motor tot aan het niveau H bijvullen
(onderkant van de olie invoer opening). Olie hoeveelheid en soort zie „technische
gegevens".
• Oliedop/ peilstok (4) weer dichtdraaien.
Motoroliewisselen
8.3 Luchtfilter
8.3 Luchtfilter
Het luchtfilter (1) is voorzien van luchtfilter patronen. Het regelmatig reinigen van het
luchtfilter voorkomt problemen met de carburateur.
Luchtfilter reinigen en luchtfilter patronen vervangen
• Luchtfilter huis openen, luchtfilter element verwijderen en op gaten en scheuren
controleren. Beschadigde elementen direct vervangen
• Smeer aan de binnenzijde van het luchtfilterhuis met een schone, vochtige doek
verwijderen.
• Schuimstof patroon voorzichtig van het filter patroon verwijderen. Beide delen
controleren op beschadigingen Beschadigde delen vervangen.
• Schuimstof patroon in warm water met een milde zeepoplossing reinigen. Daarna
grondig met schoon water afspoelen en goed laten drogen.
WAARSCHUWING
NOOIT Benzine of oplosmiddelen met een ontvlambaarheid gebruiken om het
luchtfilter te reinigen. Brand of een explosie kan het gevolg zijn
• Schuimstof patroon in schone motorolie dompelen en overvloedige olie uit het filter
duwen.
• Schuimstof patroon en luchtfilter inzetstuk weer in de luchtfilter deksel plaatsen. Let erop
dat alles weer correct in elkaar past.
LET OP!
Gebruikte motorolie milieuvriendelijk afvoeren. Wij adviseren
oude olie in een afgesloten tank af te leveren bij een recycle
center of een verzamelstation. Oude olie niet in een afvalton,
sloot, afvoerput of op de grond laten weglopen.