A FlitsbelichtingsvergrendelingN
Flitsbelichtingsvergrendeling zorgt voor een correcte flitsbelichting
en vergrendelt deze waarde voor ieder deel van een onderwerp.
Als het onderwerp te ver weg en buiten het effectieve bereik van de flitser is,
zal het pictogram <D> gaan knipperen. Ga dichterbij het onderwerp staan en
herhaal de stappen 2 tot 4.
1
Controleer of het pictogram <D> oplicht.
¡
Druk op de knop <D> om de ingebouwde
flitser te voorschijn te laten komen.
¡
Druk de ontspanknop half in en kijk in
de zoeker of het pictogram <D> oplicht.
2
Stel scherp op het onderwerp.
¡
Druk de ontspanknop half in. Houd de
ontspanknop half ingedrukt tot stap 4.
3
Druk op de knop <A>.
¡
Richt de cirkel van de deelmeting op
het onderwerp waar de flitsbelichting
moet worden vergrendeld en druk
vervolgens op de knop <A>.
s
De Speedlite flitst kort voor waarna
het benodigde flitsvermogen wordt
berekend en opgeslagen in het
geheugen.
s
In de zoeker wordt "FEL" kort
weergegeven en licht <A> op.
¡
Elke keer als u op de knop <A>
drukt, wordt er voorgeflitst waarna het
benodigde flitsvermogen wordt
berekend en opgeslagen in het
geheugen.
4
Maak de opname.
¡
Stel de opname samen en druk
de ontspanknop helemaal in.
s
Er wordt geflitst om de opname te maken.
De ingebouwde flitser gebruiken
8
(
)
99