Het afstellen instellen
Snijd de afbeelding bij vlak voordat u deze afdrukt. Als u eerst het
afstellen instelt en vervolgens de afdrukinstellingen, is het mogelijk dat
u het afstellen opnieuw moet instellen.
1
Selecteer [Afstellen].
¡
Druk op de toets <V> om
[Afstellen] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
s
Het afstelscherm verschijnt.
2
Stel de opname af.
¡
Het gedeelte van de afbeelding dat binnen
het afstelframe valt, wordt afgedrukt.
¡
De gebruikershandleiding verdwijnt
als u een afbeelding afstelt. Deze
verschijnt weer nadat de camera
5 seconden niet is gebruikt.
De grootte van het afstelframe
wijzigen
¡
Als u op de knop <u> of <I>
drukt, wijzigt u de grootte van het
afstelframe. Hoe kleiner het
afstelframe, hoe meer de afbeelding
wordt vergroot.
Het afstelframe verplaatsen
¡
Beweeg de afstelrand met behulp van
de toetsen <S> in de gewenste
richting. Verplaats het afstelframe
totdat het gewenste gebied of de
gewenste samenstelling wordt
weergegeven.
Het frame roteren
¡
Met de knop <B> schakelt u
tussen de verticale en horizontale
stand van het afstelframe. U kunt een
horizontale afbeelding bijvoorbeeld
als verticale afbeelding afdrukken.
135