ANDERE INSTELLINGEN
BELANGRIJK!
• U kunt elk van de volgende types beelden selecteren
als het startbeeldscherm.
— Het ingebouwde startschermbeeld van de camera
— Een snapshot die u met de camera heeft
opgenomen
— Een filmpje dat u met deze camera heeft
opgenomen en dat een lengte van 2 seconden of
minder en een grootte van 200KB of minder heeft.
• Het snapshot beeld of het filmpje dat u als het
beginschermbeeld selecteert, wordt opgeslagen in
een speciale geheugenplaats die het
"beginschermbeeldgeheugen" heet. Er kan per keer
slechts één beeld opgeslagen zijn in het
beginschermbeeldgeheugen. Als een nieuw
beginschermbeeld wordt geselecteerd, zal dat
nieuwe beeld het eerdere beeld uit het
beginschermbeeldgeheugen verdringen. Daarom
dient u een gescheiden kopie van het beeld in het
standaard beeldopslaggeheugen van de camera te
hebben opgeslagen als u naar een eerder
beginschermbeeld wilt teruggaan. Merk op dat het
niet mogelijk is een beeld uit het
beginschermbeeldgeheugen kunt wissen. U kunt het
enkel vervangen door een ander (nieuw) beeld.
Specificeren van de bestandsnaam
serienummer generatiemethode
Gebruik de volgende procedure om de methode te
specificeren voor het genereren van het serienummer dat
gebruikt wordt voor bestandsnaam (pagina 85).
1.
Druk tijdens de opnamefunctie (REC) of
tijdens de weergavefunctie (PLAY) op
[MENU].
2.
Selecteer de "Set Up" (instelling) tab en
selecteer "File No." (bestandsnaam) en druk
vervolgens op [ ].
3.
Verander de instelling m.b.v. [ ] en [ ] en
druk daarna op [SET].
98