Hoofdstuk 5
Bediening
2. Selecteer een optie bij Wissen.
z
U deactiveert PID-triggers als volgt:
Selecteer in de bovenste werkbalk SNAPSHOT > PID-trigger.
•
Het vinkje naast de menuoptie verdwijnt (Afbeelding 5-49).
5.7.2 Het verzamelen van gegevens onderbreken
Met de knop Pauzeren wordt de gegevensverzameling tijdelijk gestopt of 'gepauzeerd' tijdens
het bekijken van parametergegevens in de PID-lijst of de grafische weergaven
(Afbeelding 5-50).
Als de knop Pauzeren wordt geselecteerd, verandert die in de knop Afspelen, waarmee u het
verzamelen van gegevens kunt hervatten. Op de bufferbalk verschijnt een frameteller.
Selecteer Afspelen om de weergave van actuele gegevens voort te zetten. In de grafieken
verschijnt nu een grijze verticale lijn op het punt waarop de gegevensverzameling is
onderbroken.
De knop Bekijken op de werkbalk wordt geactiveerd wanneer de gegevensverzameling in de
pauzestand wordt gezet. Vlak onder de werkbalk verschijnt een positie-indicator. Met de knop
Bekijken kunt u door gegevensframes schuiven en gegevensframes bekijken.
48
–
Triggerniveaus wissen: hiermee verwijdert u de triggerinstellingen van de
geselecteerde parameter.
–
Alle triggerniveaus wissen: hiermee verwijdert u de triggerinstellingen van alle
parameters met triggerinstellingen.
Afbeelding 5-50
Afbeelding 5-48
Het parametermenu
Afbeelding 5-49
Geactiveerde triggers
Knop Pauzeren - actuele gegevens bekijken