OPMERKING:
i
De menuopties voor gegevensweergave verschillen per fabrikant.
2. Selecteer Aangepaste gegevenslijst.
Het scherm Gegevensmenu wordt weergegeven. Een sterretje (*) naast de
parameternaam geeft aan dat deze is geselecteerd voor weergave (Afbeelding 5-11).
3. Schuif en druk op Y/a om de gewenste parameters te selecteren of te deselecteren.
4. Selecteer Gegevens weergeven of druk op N/X om uw selecties te bevestigen en terug
te gaan naar de gegevensweergave om de aangepaste gegevenslijst weer te geven.
Gegevens afdrukken
Als u in het menu Einde de optie Gegevens afdrukken selecteert, verschijnen twee
afdrukopties:
•
Scherm afdrukken: hiermee stuurt u de inhoud van het gegevensscherm dat als laatste
is weergegeven naar een printer.
•
Frame afdrukken: hiermee drukt u één volledig frame of gegevenstransmissiecyclus af
vanuit de controlemodule, inclusief eventuele aanwezige codes als de gegevenslijst
codes bevat.
De manier waarop gegevens worden afgedrukt, hangt ervan af of er een frame wordt
vastgehouden.
Als een frame werd vastgehouden op het moment dat u de modus voor
•
gegevensweergave afsloot, worden de exacte waarden afgedrukt die vóór het afsluiten
werden weergegeven.
Als er geen frame werd vastgehouden voordat u afsloot, blijft de scanner op de
•
achtergrond gegevenstransmissies van de regelmodule ontvangen, en wordt
dienovereenkomstig bijgewerkt. Door een afdrukopdracht worden de meest actuele
metingen afgedrukt die zijn ontvangen. De waarden of foutcodes kunnen zijn gewijzigd
sinds u de regels voor het laatst hebt gezien.
Als de printer niet reageert of er tijdens het afdrukken een storing optreedt, wordt een
foutmelding weergegeven (Afbeelding 5-12).
Afbeelding 5-11
Het scherm Gegevensmenu
Scannerfuncties gebruiken
27