Montage
5.3 Machine monteren
5.3.5
Machine voor de werkmachine uitlijnen en bevestigen (IM B5)
De standaardflens is met een centrering uitgevoerd. De keuze van de passing van de
tegenflens van de werkmachine valt onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant van het
systeem of van de exploitant van de installatie.
Opmerking
Als de machine geen standaardflens bezit, richt de machine dan passend op de werkmachine
uit.
Handelwijze
De machineas moet bij het optillen horizontaal zijn, de flens moet parallel met de tegenflens
uitgericht zijn, zodat klemmen en vastzetten worden vermeden. Anders kan dit de centrering
schaden.
1. Vet de centreerflens met montagepasta in om de procedure te vergemakkelijken.
2. Schroef de drie in ongeveer 120° over de omtrek verdeelde stabouten in de flenswinding
3. Positioneer de machine met gelijke assen tegenover de werkmachine, zodat ze nog net
4. Draai de machine indien nodig in de juiste positie, zodat de flensboringen in het midden
5. Plaats de machine volledig aan de tegenflens zodat deze volledig aansluit.
6. Fixeer de machine met de flensbevestigingsbouten en vervang de stabouten als laatste.
Zie ook
Aanhaalmomenten voor boutborgingen (Pagina 151)
5.3.6
Machine voor de werkmachine uitlijnen en bevestigen (IM V1/ IM V10)
De standaardflens is met een centrering uitgevoerd. De keuze van de passing van de
tegenflens van de werkmachine valt onder de verantwoordelijkheid van de fabrikant van het
systeem of van de exploitant van de installatie.
Opmerking
Als de machine geen standaardflens bezit, richt de machine dan passend op de werkmachine
uit.
60
van de werkmachine aan. De stabouten dienen als positioneerhulp.
geen contact maakt. Zet de machine langzaam aan, anders kan de centrering worden
beschadigd.
boven de schroefdraadboringen liggen.
SIMOTICS TN Series N-compact 1LA8
Bedieningshandleiding 04/2015